ECLI:NL:RBGEL:2017:5904

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 november 2017
Publicatiedatum
16 november 2017
Zaaknummer
5884438
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over bemiddelingskosten en onredelijke bedingen in algemene voorwaarden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, staat de eisende partij, een consument, tegenover de besloten vennootschap Nederwoon Verhuurmakelaars B.V. De zaak betreft een huurgeschil waarin de eisende partij vordert dat de gedaagde, Nederwoon, de betaalde bemiddelingskosten en administratiekosten terugbetaalt. De eisende partij stelt dat de bedingen in de algemene voorwaarden van Nederwoon onredelijk bezwarend zijn, en beroept zich op de vernietigbaarheid van deze bedingen op grond van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 14 juni 2017 reeds een voorlopig oordeel gegeven over de onredelijkheid van de bedingen. De procedure omvatte een comparitie van partijen op 5 oktober 2017, waar de feiten en omstandigheden van de overeenkomst zijn besproken. De eisende partij had zich in 2013 ingeschreven bij Nederwoon voor het vinden van een huurwoning en had daarbij bemiddelingskosten betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bedingen in de algemene voorwaarden, die betrekking hebben op de betaling van bemiddelingskosten, mogelijk onredelijk bezwarend zijn. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en reactie van de gedaagde op de voorlopige oordelen van de kantonrechter.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 5884438 \ CV EXPL 17-5865 \ 693\415
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
[eisende partij]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde [naaqm en bedrijf gemachtigde]
tegen
de besloten vennootschap
Nederwoon Verhuurmakelaars B.V., h.o.d.n. Nederwoon Verhuurmakelaars Arnhem
statutair gevestigd te Apeldoorn en (mede) kantoorhoudende te Arnhem
gedaagde partij
gemachtigde mr. M.J.T. Vrensen
Partijen worden hierna [eisende partij] en Nederwoon genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 juni 2017 en de daarin genoemde processtukken
- de akte aan de zijde van [eisende partij] met de producties 13 en 14
- de brief van de gemachtigde van Nederwoon met producties 5 en 6.
1.2.
Op 5 oktober 2017 heeft de comparitie van partijen plaatsgehad.

2.De feiten

2.1.
In de maand september 2013 is [eisende partij] op zoek naar een huurwoning. Op 15 september 2013 ziet zij dat de woning, gelegen aan [adres] , via de website www.jaap.nl te huur wordt aangeboden en dient zij een aanvraag in om de woning te kunnen bezichtigen.
2.2.
Op 16 september 2013 stuurt Nederwoon een e-mailbericht, waarin zij onder meer aangeeft dat voormelde woning nog vrij is en dat [eisende partij] zich bij Nederwoon moet inschrijven om de woning te kunnen bezichtigen.
2.3.
Op 12 oktober 2013 schrijft [eisende partij] zich in bij Nederwoon als woningzoekende en komt tussen partijen een bemiddelingsovereenkomst tot stand; Nederwoon aanvaardt de opdracht om geschikte woonruimte te vinden en te helpen bij de totstandkoming van een huurovereenkomst met de verhuurder daarvan. [eisende partij] betaalt op voormelde datum het bedrag van € 30,25, waarmee zij toegang krijgt tot het huurwoningaanbod op de website van Nederwoon.
2.4.
Op 18 oktober 2013 stuurt Nederwoon een e-mailbericht naar [eisende partij] met daarin onder meer het volgende.
(…)
Zoals besproken kom je aanstaande maandag om 17:00 uur bij ons op kantoor in Arnhem voor het ondertekenen van de huurovereenkomst en het voldoen van onderstaande kosten (pin/contante betaling mogelijk).
Huur mei € 520,00 (mag ook uiterlijk 1 december voldaan worden
Borgsom € 520,00
Bemiddelingskosten € 629,20
Administratiekosten € 96,80
Naamplaatje € 25,00
€ 1.791,00 (…)
2.5.
Op 22 oktober 2013 wordt de huurovereenkomst (ingaande 1 december 2013) van [eisende partij] met de verhuurders ondertekend, waarbij in het contract is opgenomen dat de verhuurders op grond van een vastgoedmanagementovereenkomst vertegenwoordigd worden door Nederwoon Vastgoed Management B.V.
2.6.
Bij aangetekende brief van 22 maart 2017 verklaart de gemachtigde van [eisende partij] het contractuele beding tot betaling van de bemiddelings- en administratiekosten nietig en verzoekt zij om het onverschuldigd betaalde bedrag terug te betalen.
2.7.
In reactie hierop stuurt de gemachtigde van Nederwoon op 24 maart 2017 een brief naar de gemachtigde van [eisende partij] met daarin onder meer het volgende.
(…)
Uw brief d.d. 23 maart 2017 werd door NederWoon Verhuurmakelaars in goede orde ontvangen. In deze brief (…) verzoekt u om terugbetaling van de door uw cliënte betaalde bemiddelingsvergoeding ter hoogte van € 629,20 alsmede de door haar betaalde administratiekosten van € 96,80. Volgens u had NederWoon Verhuurmakelaars deze kosten niet bij uw cliënte in rekening mogen brengen.
(…)
Uit onze gegevens blijkt dat uw cliënte zich In 2013 tot NederWoon Verhuurmakelaars heeft gewend, waarbij zij zich (vrijwillig) heeft Ingeschreven In het systeem van NederWoon Verhuurmakelaars als woningzoekenden. In het kader van de Inschrijving heeft uw cliënte aangegeven in te stemmen met de Algemene Voorwaarden van NederWoon Verhuurmakelaars. In de bemiddelingsovereenkomst en de Algemene Voorwaarden staat dat Indien een gebruikersaccount wordt aangemaakt op www.nederwoon.nl, of anderszins bij NederWoon Verhuurmakelaars wordt ingeschreven, aan NederWoon Verhuurmakelaars opdracht wordt gegeven om een kamer of huurwoning voor de woningzoekende te vinden. Tevens staat in de bemiddelingsovereenkomst en de Algemene Voorwaarden dat er een vergoeding voor de door NederWoon Verhuurmakelaars verrichte werkzaamheden dient te worden betaald op het moment dat het is gelukt om een geschikte huurwoning te vinden en er een huurovereenkomst tot stand komt. Hierbij staat vermeld dat de vergoeding gelijk is aan de maandelijkse bruto huurprijs.
(…)
Nadat de woning aan [adres] door NederWoon Verhuurmakelaars bij uw cliënte
was aangedragen, heeft zij deze samen met de verhuurmakelaar van NederWoon Verhuurmakelaars
bezichtigd. Nadat zij bij NederWoon Verhuurmakelaars aangaf dat zij deze woning graag wilde
huren, is NederWoon Verhuurmakelaars in contact getreden met de verhuurder om haar nader voor
te stellen. Na instemming van de verhuurder met uw cliënte als huurder van dit object en na
vaststelling van de huurvoorwaarden zijn de kosten voor de bemiddeling door haar – zonder enig
bezwaar of protest- betaald. NederWoon Verhuurmakelaars heeft hiermee volledig aan de door uw
cliënte verstrekte opdracht voldaan.
Anders dan u stelt, werd door NederWoon Verhuurmakelaars niet bemiddeld voor de verhuurder. Wij hebben enkel van uw cliënte opdracht gekregen om haar belangen te behartigen bij het vinden van geschikte woonruimte en bij de totstandkoming van de huurovereenkomst met de verhuurder. Er is in geen enkel opzicht sprake geweest van een opdracht tot bemiddeling van de verhuurder. Anders dan u stelt treedt NederWoon Verhuurmakelaars ook helemaal niet op als beheerder van de verhuurder. NederWoon Verhuurmakelaars heeft dan ook enkel bij uw cliënte bemiddelingskosten in rekening gebracht. Van strijd met artikel 7:425 jo 7:417 lid 4 van het BW is dan ook geen sprake.
(…)
Mocht overigens al sprake zijn van een situatie zoals omschreven in artikel 7:417 lid 4 BW (hetgeen door NederWoon Verhuurmakelaars dus uitdrukkelijk ontkend wordt) dan impliceert dat - anders dan
u stelt - niet dat de bemiddelingsovereenkomst van rechtswege nietig is, maat slechts dat het beding dat ten nadele van de lastgever van de onderhavige bepaling afwijkt vernietigbaar is (…). Artikel 3:52 lid 1 sub d bepaalt evenwel dat een dergelijke rechtsvordering vervaltdrie jarennadat de bevoegdheid om deze vernietigingsgrond in te roepen, aan degene aan wie deze bevoegdheid toekomt, ten dienst is komen te staan (…). Nu uw cliënte ruim drie jaren nadat deze (vermeende) bevoegdheid ontstaan was een beroep deed op de vernietiging, kan dit beroep niet meer slagen. Nu van een vernietiging van de rechtshandeling geen sprake (meer) kan zijn, is ook geen sprake van een onverschuldigd gedane betaling. Alleen al om die reden kan de (vermeende) vordering niet slagen.
Voorzover u mocht stellen dat er tevens sprake zou zijn van een nietig beding gelet op het bepaalde in artikel 7:417 lid 4 BW jo. 7:264 lid 2, deel ik u mede dat een situatie als bedoeld in artikel 7:264
lid 1 en/of lid 2 BW zich hier niet voordoet. Zoals hiervoor al toegelicht is er geen sprake van
belangenbehartiging voor de verhuurder. Daarnaast heeft niet de verhuurder gevraagd of
NederWoon Verhuurmakelaars bij uw cliënten de bemiddelingsvergoeding in rekening wil brengen,
maar betreft dit een afspraak die NederWoon Verhuurmakelaars - in het kader van haar
dienstverlening - rechtstreeks met uw cliënten is overeengekomen. Dit betreft geen ‘beding’, waarop artikel 7:264 BW betrekking heeft, maar een reële bemiddelingsovereenkomst, en daarop
heeft artikel 7:264 BW niet het oog. (…)
Gelet op de (vrijwillig) gemaakte afspraken, de door NederWoon Verhuurmakelaars ten behoeve
van uw cliënte verrichte werkzaamheden en de overige feiten en omstandigheden ziet NederWoon
Verhuurmakelaars geen aanleiding om aan uw verzoek tot terugbetaling van de bemiddelingskosten
te voldoen. Voor wat betreft de gevorderde terugbetaling met betrekking tot de administratiekosten
merken wij op dat deze kosten niet als loon in de zin van artikel 7:417 lid 3 BW beschouwd worden.
(…)

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eisende partij] heeft gevorderd bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Nederwoon te veroordelen aan [eisende partij] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te betalen een bedrag van € 726,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag, te rekenen vanaf 23 maart 2017, althans vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
II. Nederwoon te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 131,75;
III. Nederwoon te veroordelen in de kosten van deze procedure;
IV. Nederwoon te veroordelen in de nakosten ad € 131,00, wanneer betaling niet binnen drie dagen na het uitspreken van het vonnis plaatsvindt, dan wel € 199,00, indien betekening van het ten deze te wijzen vonnis plaatsvindt.
3.2.
[eisende partij] heeft haar vordering gebaseerd op de vaststaande feiten, alsmede op het bepaalde in artikel 7:264 lid 2 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Zij heeft zich op het standpunt gesteld dat het beding nietig is omdat Nederwoon zich een niet redelijk voordeel in de zin van artikel 7:264 lid 2 BW heeft bedongen, nu de situatie van artikel 7:417 lid 4 BW zich hier voordoet en omdat het gevorderde bedrag niet in verhouding staat tot de door Nederwoon verrichte werkzaamheden.
3.3.
Nederwoon heeft hiertegen aangevoerd dat de vordering voor zover deze is gebaseerd op artikel 7:417 lid 4 BW, gelet op het bepaalde in artikel 3:40 lid 2 juncto 3:52 lid 1 aanhef en onder d BW, is verjaard. Artikel 7:264 lid 2 BW is volgens Nederwoon niet van toepassing, omdat geen sprake is van een beding als bedoeld in dit artikel maar van een reële bemiddelingsovereenkomst waarop artikel 7:264 lid 2 BW geen betrekking heeft. Voorts voert Nederwoon aan dat er geen sprake is van een door haar verkregen ‘niet redelijk voordeel’ aangezien [eisende partij] volledig op de hoogte was van zowel haar werkwijze als de omstandigheid dat zij, wanneer er een huurovereenkomst tot stand zou komen, een vergoeding verschuldigd zou zijn. Door de inschrijving heeft [eisende partij] ingestemd met de vergoeding van de door Nederwoon te verrichten werkzaamheden. [eisende partij] heeft Nederwoon zelf benaderd en was op geen enkele wijze verplicht zich als woningzoekende bij Nederwoon in te schrijven. De vergoeding is ook zonder protest voldaan. Daarnaast betreft het hier een standaardvergoeding die gebruikelijk is in de branche, aldus Nederwoon.

4.De beoordeling

4.1.
Vast staat dat Nederwoon op grond van haar algemene voorwaarden een bedrag van € 629,20 aan bemiddelingskosten en € 96,80 aan administratiekosten bij [eisende partij] in rekening heeft gebracht en dat dit bedrag door [eisende partij] is voldaan. In geschil is of [eisende partij] recht heeft op terugbetaling van de door haar betaalde bemiddelingskosten en administratiekosten.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eisende partij] bij haar digitale inschrijving bij Nederwoon een account heeft aangemaakt en daarbij akkoord is gegaan met algemene voorwaarden. In de door Nederwoon overgelegde algemene voorwaarden staat onder meer dat wanneer een gebruikersnaam wordt aangemaakt, aan haar opdracht wordt gegeven om een kamer of huurwoning te vinden en dat aan Nederwoon een vergoeding moet worden betaald op het moment dat het gelukt is om geschikte huurwoning te vinden en een huurovereenkomst tot stand komt.
4.3.
Nu [eisende partij] een natuurlijk persoon is en Nederwoon een rechtspersoon is, die handelt in het kader van haar privaatrechtelijke beroepsactiviteit, dient de bemiddelingsovereenkomst tussen [eisende partij] en Nederwoon te worden aangemerkt als een consumentenovereenkomst als bedoeld in de Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de Richtlijn). De kantonrechter dient op grond van rechtspraak van het Hof van Justitie (4 juni 2009, C 243/08) en de Hoge Raad (13 september 2013 ECLI:NL:HR:2013:691) ambtshalve te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is. Daartoe dient artikel 6:233 Burgerlijk Wetboek conform de Richtlijn te worden uitgelegd en – indien de kantonrechter vaststelt dat het beding ‘oneerlijk’ is – het beding ambtshalve te worden vernietigd (HR 13 september 2013 ECLI:NL:HR:2013:691).
4.3.1.
Volgens artikel 3 lid 1 van de Richtlijn wordt een beding als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Voorts is in lid 3 van voormeld artikel bepaald dat de bijlage bij de Richtlijn een indicatieve en niet uitputtende lijst van bedingen bevat die als oneerlijk kunnen worden aangemerkt. In artikel 4 is onder meer bepaald dat voor de beoordeling van het oneerlijk karakter van een beding van een overeenkomst alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst, alsmede alle andere bedingen van de overeenkomst of van een andere overeenkomst waarvan deze afhankelijk is, op het moment waarop de overeenkomst is gesloten, in aanmerking dienen te worden genomen. Uit artikel 6:233 BW, aanhef en onder a, volgt voorts dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is, indien het, gelet op de aard en de overige inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de voorwaarden zijn tot stand gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen en de overige omstandigheden van het geval, onredelijk bezwarend is voor de wederpartij.
4.4.
De kantonrechter is voorlopig van oordeel dat de bedingen in de algemene voorwaarden, die zien op de betaling van de bemiddelingskosten, gelet op alle omstandigheden rond de sluiting van de overeenkomst en de gehele inhoud van de algemene voorwaarden, onredelijk bezwarend zijn, aldus dat dat deze bedingen uit het oogpunt van de in de Richtlijn gegeven criteria oneerlijk zijn. De kantonrechter neemt daarbij als uitgangspunt dat uit de algemene voorwaarden van Nederwoon volgt dat zij enkel de belangen van [eisende partij] behartigt bij de totstandkoming van de huurovereenkomst, terwijl zij tegelijkertijd in de algemene voorwaarden vermeldt dat zij de woonruimte van de verhuurder presenteert op haar website, marketingkosten in rekening kan brengen bij verhuurder en eventueel op verzoek van verhuurder een credit-check kan uitvoeren.
4.5.
Alvorens vonnis te wijzen, wordt Nederwoon in de gelegenheid gesteld om op vorenstaande overwegingen van de kantonrechter te reageren, waarna [eisende partij] in de gelegenheid zal worden gesteld hierop bij antwoordakte te reageren.
4.6.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verwijstde zaak naar de rolzitting van
woensdag 13 december 2017voor akte aan de zijde van Nederwoon. Nederwoon kan zich uitlaten over het in rechtsoverweging 4.4. overwogene, waarna [eisende partij] in de gelegenheid zal worden gesteld daarop bij antwoordakte te reageren;
5.2.
houdtiedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.J. Weerkamp-Beens en in het openbaar uitgesproken op