ECLI:NL:RBGEL:2017:5785

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 oktober 2017
Publicatiedatum
10 november 2017
Zaaknummer
C/05/296850 / HA RK 16-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executoriale verkoop van participaties in een commanditaire vennootschap na beslaglegging

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 oktober 2017 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de executoriale verkoop van participaties in een commanditaire vennootschap. De verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.D. van Vlastuin, heeft verzocht om toestemming voor de executoriale verkoop van participaties die in beslag zijn genomen van de verweerder. De verweerder, die niet is verschenen op de mondelinge behandeling, was eerder veroordeeld tot betaling van een bedrag aan de verzoekster, maar heeft hieraan geen gevolg gegeven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de participaties inmiddels zijn verkocht en dat de nog niet afgedragen baten onder het beslag vallen. De rechtbank heeft het verzoek van de verzoekster om executoriale verkoop toegewezen, waarbij de verkoop onder bepaalde voorwaarden zal plaatsvinden. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kosten van de procedure door de verweerder moeten worden vergoed, en dat deze kosten als executiekosten kunnen worden verhaald op de opbrengst van de verkoop. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rekestnummer: C/05/296850 / HA RK 16-22
Beschikking van 25 oktober 2017
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [adres verzoekster] ,
verzoekster,
advocaat mr. J.D. van Vlastuin te Veenendaal
en

1.[verweerder ] ,

wonende te [adres verweerder ] ,
verweerder,
2. de commanditaire vennootschap
[belanghebbende],
gevestigd te [adres belanghebbende],
belanghebbende,
advocaat mr. W.Th. Post te Amsterdam.
Partijen worden hierna [verzoekster] en [verweerder ] genoemd worden. Belanghebbende zal met [belanghebbende] worden aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ex art. 474g Rv met producties 1 tot en met 7, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 29 januari 2016,
  • de (fax)brief van mr. Van Vlastuin van 26 februari 2016 met bijgevoegd productie 8,
  • de e-mail van [verweerder ] van 21 juni 2016,
  • de e-mail van [verweerder ] van 3 juli 2017 met bijgevoegd de beschikking van de kantonrechter te Leiden op een verzoek tot onderbewindstelling van 12 april 2017,
  • de mondelinge behandeling van 11 oktober 2017.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling zijn verschenen mr. Van Vlastuin voornoemd en namens [belanghebbende] [naam gemachtigde belanghebbende] , bijgestaan door mr. Post voornoemd. [verweerder ] is niet verschenen, hoewel hij daartoe behoorlijk is opgeroepen.
2. De feiten
2.1.
Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 22 mei 2013 (zaak-/rolnummer: C/09/441087 / HA ZA 13-421) is [verweerder ] door de rechtbank Den Haag veroordeeld om aan [verzoekster] te betalen een bedrag van € 137.500,00, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Voornoemd vonnis is op 30 mei 2013 aan [verweerder ] betekend. Hij is van het vonnis niet in hoger beroep gegaan, zodat het onherroepelijk is geworden.
2.3.
[verweerder ] is vervolgens niet overgegaan tot betaling van hetgeen waartoe hij is veroordeeld.
2.4.
Op 30 december 2015 heeft [verzoekster] executoriaal beslag doen leggen op de participaties die [verweerder ] houdt in [belanghebbende] . Het beslag is op 30 december 2015 aan [verweerder ] betekend.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoekster] verzoekt de rechtbank, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat zij binnen een termijn van twee jaar na betekening van de beschikking mag overgaan tot de executoriale verkoop van de ten laste van [verweerder ] in beslag genomen participaties op naam in [belanghebbende] . Tevens verzoekt [verzoekster] de rechtbank:
  • te bepalen dat de verkoop van de participaties gedurende zes maanden ondershands mag plaatsvinden waarbij de deurwaarder het door hem ontvangen hoogste bod schriftelijk ter kennis van [verweerder ] dient te brengen en hem gedurende twee weken in de gelegenheid stelt om een hoger bod uit te (laten) brengen. Indien een hoger bod wordt uitgebracht, zal de deurwaarder de drie hoogste bieders informeren over het hoogst uitgebrachte bod en deze drie gedurende veertien dagen in de gelegenheid stellen om het hoogst uitgebrachte bod te overbieden. Toewijzing vindt dan plaats aan de hoogste bieder,
  • te bepalen dat – voor het geval de deurwaarder er niet in slaagt om de participaties binnen zes maanden ondershands te verkopen – de verkoop in het openbaar (bij inschrijving) dient plaats te vinden,
  • te bepalen dat [belanghebbende] binnen veertien dagen na dagtekening van de te wijzen beschikking aan de deurwaarder, ter beschikking stelt:
  • de jaarrekeningen over het boekjaar 2013 en 2014, de voorlopige cijfers over 2015 en een prognose voor 2016,
  • alle overige door de deurwaarder gewenste informatie en inlichtingen,
- [verweerder ] te veroordelen in de kosten van deze procedure onder de bepaling dat de kosten van deze procedure als executiekosten verhaald kunnen worden op de opbrengst van de te verkopen participaties.
3.2.
[verzoekster] legt aan haar verzoek artikel 474aa Rv juncto artikel 474g Rv en artikel 474h Rv alsmede artikel 2:195 BW ten grondslag.
3.3.
[verweerder ] heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling bij brief van 21 juni 2016
laten weten met het verzoek van [verzoekster] in te stemmen.
4. De beoordeling
4.1.
Op de mondelinge behandeling is gebleken dat de participaties van [verweerder ] inmiddels zijn verkocht. Op grond van artikel 474b lid 1 Rv vallen de nog niet afgedragen baten, voortgebracht door de verkoop van de participaties van [verweerder ] in [belanghebbende] , onder het door [verzoekster] gelegde beslag. De uiteindelijke executie van de voornoemde baten kan op de voet van artikel 474a Rv plaatsvinden door executoriale verkoop van het papier dan wel door inning van het recht bij de schuldenaar uit het papier. Gelet op het voorgaande begrijpt de rechtbank dat [verzoekster] verzoekt om executoriale verkoop van de baten, voortgebracht door de beslagen participaties van [verweerder ] . Het verzoek is overigens op de wet gegrond en zal worden toegewezen nu [verzoekster] haar belang bij toewijzing voldoende heeft onderbouwd.
4.2.
Over de wijze van verkoop overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank stelt voorop dat de executoriale verkoop en levering van participaties op naam ingevolge artikel 474aa Rv plaatsvindt met overeenkomstige toepassing van (onder andere) artikel 474g Rv. Op grond van artikel 474g lid 3 Rv is het aan de rechtbank om in de beschikking te bepalen op welke wijze en onder welke voorwaarden de verkoop en overdracht dienen te geschieden. Op de voet van artikel 474g lid 4 Rv geldt als uitgangspunt dat daarbij zoveel mogelijk de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding van aandelen in acht moeten worden genomen. De CV-voorwaarden van [belanghebbende] houden een blokkeringsregeling in. Gebleken is echter dat de looptijd van [belanghebbende] inmiddels is verstreken en dat de commanditaire vennootschap ontbonden is. [verzoekster] stelt naar het oordeel van de rechtbank terecht dat er in dat geval geen aanleiding meer bestaat om aan de blokkeringsregeling in de CV-voorwaarden vast te houden. Het verzoek van [verzoekster] om de blokkeringsregeling uit de CV-voorwaarden buiten toepassing te verklaren zal gelet op het voorgaande worden toegewezen.
4.3.
[verzoekster] heeft in haar verzoekschrift een voorstel gedaan betreffende de wijze van executie, teneinde een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst te genereren. De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde wijze van executoriale verkoop in het belang van alle partijen is en zal daarom bepalen dat [verzoekster] tot executoriale verkoop op de door haar voorgestelde wijze mag overgaan. De voorgestelde termijn van verkoop van twee jaren kan, indien nodig, op tijdig verzoek van (één van) partijen, door de rechtbank worden verlengd.
4.4.
De rechtbank zal voorts bepalen dat [belanghebbende] de voor de waardering en verkoop benodigde informatie en inlichtingen moet verstrekken. In verband daarmee heeft [belanghebbende] verklaard nog geen jaarrekening over het boekjaar 2016 te hebben vastgesteld maar bezig te zijn met het vaststellen van de verkoopprijs van de participaties op basis van de boeken van 2016. In het licht van het voorgaande zal de rechtbank bepalen dat [belanghebbende] zowel de jaarrekening over het boekjaar 2015 als een prognose van de opbrengst, gebaseerd op de voorlopige cijfers voor 2016, aan de deurwaarder moet verstrekken.
4.5.
De rechtbank ziet aanleiding om [verweerder ] te veroordelen in de kosten van de procedure. De rechtbank zal bepalen dat [verzoekster] deze proceskosten bij voorrang kan verhalen op de executieopbrengst (uiteraard voor zover die toereikend zal blijken te zijn). Deze kosten worden aan de zijde van [verzoekster] tot op heden begroot op:
  • griffierecht € 288,00
  • salaris advocaat € 904,00 (2,0 punt × tarief € 452,00)
Totaal € 1.192,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
staat [verzoekster] toe over te gaan tot de executoriale verkoop van (de nog niet afgedragen baten, voortgebracht door) de beslagen participaties van [verweerder ] in [belanghebbende] , en wel binnen een termijn van twee jaar na heden,
5.2.
bepaalt dat de verkoop zal geschieden op de wijze en onder de voorwaarden zoals hierna vermeld, met inachtneming van de wettelijke en statutaire bepalingen ter zake van vervreemding en overdracht van aandelen, met uitzondering van de blokkeringsregeling in artikel 10.1 en artikel 10.2 van de CV-voorwaarden, en met inachtneming van hetgeen hierna verder is bepaald,
5.3.
bepaalt dat de verkoop gedurende zes maanden ondershands zal plaatsvinden, waarbij de gerechtsdeurwaarder het door hem ontvangen hoogste bod schriftelijk ter kennis van [verweerder ] dient te brengen en hem gedurende twee weken in de gelegenheid zal stellen om een hoger bod uit te (laten) brengen, waarbij geldt dat als een hoger bod wordt uitgebracht, de gerechtsdeurwaarder de hoogste bieders zal informeren over het hoogst uitgebrachte bod en deze drie gedurende veertien dagen in de gelegenheid zal stellen om het hoogst uitgebrachte bod te overbieden, na verloop van welke procedure toewijzing zal plaatsvinden aan de hoogste bieder,
5.4.
bepaalt dat, voor het geval de gerechtsdeurwaarder er niet in slaagt de baten ondershands te verkopen, de verkoop openbaar (bij inschrijving) zal plaatsvinden,
5.5.
bepaalt dat [verweerder ] zijn medewerking aan de verkoop van de vordering tot betaling moet verlenen,
5.6.
draagt [belanghebbende] op om binnen veertien dagen na heden alle door de gerechtsdeurwaarder gewenste informatie en inlichtingen te verstrekken die voor de waardebepaling van de (verkochte) participaties van belang kunnen zijn, waaronder in ieder geval de jaarrekening over het boekjaar 2015 en de voorlopige cijfers over het boekjaar 2016, alsmede de daarop gebaseerde prognose van de verkoopprijs,
5.7.
bepaalt dat de hiervoor genoemde verkoop zal geschieden bij inschrijving ten kantore van een door [verzoekster] aan te wijzen gerechtsdeurwaarder, zulks met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen,
5.8.
bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder de verkoop, indien nodig, met behulp van een nader door hem aan te wijzen derde mag uitvoeren,
5.9.
bepaalt dat de verkoop plaats dient te vinden binnen 24 maanden na heden, met dien verstande dat deze termijn, indien nodig op verzoek van (één van) partijen, door de rechtbank kan worden verlengd,
5.10.
veroordeelt [verweerder ] in de proceskosten, aan de zijde van [verzoekster] tot op heden begroot op € 1.192,00,
5.11.
bepaalt dat [verzoekster] de onder 5.5 bedoelde kosten als executiekosten bij voorrang zal verhalen op de executieopbrengst,
5.12.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.13.
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2017.