ECLI:NL:RBGEL:2017:5759

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 november 2017
Publicatiedatum
9 november 2017
Zaaknummer
05/720036-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van overval op vrachtwagen met cocaïne

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Gelderland op 7 november 2017 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een overval op een vrachtwagen, waarbij een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne werd gestolen. De tenlastelegging omvatte onder andere het klemrijden van de vrachtwagen door de verdachte en zijn mededaders, het bedreigen van de bestuurder, en het wegnemen van sporttassen met cocaïne. De rechtbank heeft de zaak behandeld na meerdere zittingen, waarbij het bewijs werd besproken, waaronder een DNA-mengprofiel dat op een van de sporttassen was aangetroffen. De officier van justitie stelde dat er voldoende bewijs was voor een veroordeling, terwijl de verdediging aanvoerde dat de matchkans van het DNA-mengprofiel niet was berekend, waardoor de betrokkenheid van de verdachte niet kon worden vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten, omdat er geen duidelijke link kon worden gelegd tussen de verdachte en de overval. Tevens werd de benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720036-17
Datum uitspraak : 7 november 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] [woonplaats] ,
raadsman: mr. K. Durdu, advocaat te Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 mei 2017, 1 augustus 2017 en 24 oktober 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na vordering nadere omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 27 september 2016 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, op de openbare weg (de Van Heemstraweg), heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid 131 (honderdeenendertig) kilogram cocaïne, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,
welk diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededaders (rijdende in twee of meer personenauto’s)
- die [slachtoffer 1] , zijnde de bestuurder van een vrachtauto, (met als lading een zeecontainer) heeft/hebben klemgereden en/of tot stoppen heeft/hebben gedwongen (door de/het door verdachte en/of zijn mededader(s) bestuurde personenauto’s voor die door [slachtoffer 1] bestuurde vrachtauto tot stilstand te brengen) en/of
- die [slachtoffer 1] te verstaan heeft/heeft gegeven dat hij rustig moest blijven en/of
- heeft/hebben gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] dat er iets in de zeecontainer zou liggen dan aan hen, verdachte en/of zijn mededader(s) zou toebehoren en/of
- ( vervolgens) die verzegeling/het slot van de zeecontainer heeft hebben verbroken met een (door verdachte en/of zijn mededader(s) meegenomen) betonschaar en/of
- een aantal (zichtbaar zware) (ongeveer 4 (vier) tot 6 (zes)) sporttassen uit de container heeft/hebben gehaald/gepakt en (vervolgens) in de meegenomen personenauto’s heeft/hebben (over)geladen en/of
- heeft/hebben gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] , toen die [slachtoffer 1] trachtte een van de tassen uit de hand(en) van verdachte en/of zijn mededader(s) te trekken/grijpen, dat die [slachtoffer 1] de tas moest loslaten anders zouden zij (verdachte en/of zijn mededader(s) hem dood schieten;
en/of
hij op of omstreeks 27 september 2016 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld op de openbare weg (de Van Heemstraweg) [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een (grote) hoeveelheid 131 (honderdeenendertig) kilogram cocaïne, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededaders (rijdende in twee of meer personenauto’s)
- die [slachtoffer 1] , zijnde de bestuurder van een vrachtauto (met als lading een zeecontainer) heeft/hebben klemgereden en/of tot stoppen heeft/hebben gedwongen (door de/het door verdachte en/of zijn mededader(s) bestuurde personenauto(‘s) voor de door die [slachtoffer 1] bestuurde vrachtauto tot stilstand te brengen), althans de rijbaan te blokkeren met voornoemde personenauto(‘s) en/of
- die [slachtoffer 1] te verstaan heeft/heeft gegeven dat hij rustig moest blijven en/of
- heeft/hebben gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] dat er iets in de zeecontainer zou liggen dan aan hen, verdachte en/of zijn mededader(s), zou toebehoren en/of
- ( vervolgens) de verzegeling/het slot van de zeecontainer heeft/hebben verbroken met een (door verdachte en/of zijn mededader(s) meegenomen) betonschaar en/of
- ongeveer 4 (vier) tot 6 (zes), althans een aantal, (zichtbaar zware) sporttassen uit de container heeft/hebben gehaald/gepakt en (vervolgens) in de meegenomen personenauto’s heeft/hebben (over)geladen en/of
- heeft/hebben gezegd/geroepen tegen die [slachtoffer 1] – toen die [slachtoffer 1] trachtte (een van) de tassen uit de hand(en) van verdachte en/of zijn mededader(s) te trekken/grijpen/rukken-, dat die [slachtoffer 1] de tas(sen) moest loslaten anders zouden zij (verdachte en/of zijn mededader(s)) hem dood schieten;
2.
hij op of omstreeks 27 september 2016 te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, althans aanwezig en/of voorhanden heeft gehad, (ongeveer) 131(honderdeenendertig) kilogram cocaïne, in elk geval een of meer (handels)hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 en 2 tenlastegelegde en heeft dat op het volgende gebaseerd. Verdachte heeft de betonijzerschaar bij de Gamma te Spijkenisse gekocht en is aanwezig geweest bij het huren van de Seat bij [naam] te Rotterdam. Daarnaast is op één van de hengsels van één van de sporttassen het DNA van verdachte aangetroffen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte vrij te spreken van de ten laste gelegde feiten. Daartoe heeft de verdediging onder meer aangevoerd dat de mogelijke betrokkenheid van verdachte enkel gebaseerd kan worden op een DNA-mengprofiel waarvan de matchkans niet is berekend. Nu de matchkans niet is berekend, kan niet uitgesloten worden dat het DNA-mengprofiel aan een ander dan verdachte toebehoort.
De beoordeling door de rechtbank
Het staat vast dat op 27 september 2016 op een vrachtwagen een overval heeft plaatsgevonden, waarbij een aantal sporttassen met daarin cocaïne zijn weggenomen. Deze sporttassen zijn door verbalisanten in een auto aangetroffen. Van de hengels van deze sporttassen zijn monsters veiliggesteld. Deze monsters zijn door het NFI onderworpen aan een DNA-onderzoek.
Uit het DNA in de veiliggestelde bemonstering ( [nummer] ) is een DNA-mengprofiel verkregen waarin DNA-kenmerken zichtbaar zijn van minimaal vijf personen, waaronder mogelijk van [verdachte] . Een matchkans is niet berekend. Hierbij wordt opgemerkt dat het DNA-mengprofiel van het DNA in deze bemonstering ten aanzien van de vergelijking met het DNA-profiel van [verdachte] , onvoldoende informatief is om te beoordelen of een deel van het celmateriaal in deze bemonstering van [verdachte] afkomstig kan zijn. Aanvullend onderzoek heeft niet plaatsgevonden. Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank geen bewijswaarde worden toegekend aan deze bevindingen van het NFI met betrekking tot mogelijke aanwezigheid van het DNA van verdachte.
Nu een duidelijke link tussen verdachte en het wegnemen van de sporttassen ontbreekt, kan op basis van het dossier niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte betrokken is geweest bij de overval. Het aanschaffen van een betonijzerschaar en zijn aanwezigheid bij de huur van een bij de overval gebruikte auto wijzen onvoldoende op een nauwe en bewuste samenwerking bij het plegen van de ten laste gelegde feiten, zodat het medeplegen van deze feiten niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Gelet daarop, zal verdachte vrij worden gesproken van de ten laste gelegde feiten.

3.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, kan de benadeelde partij niet in zijn vordering worden ontvangen.

4.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
spreekt verdachte vrijvan de ten laste gelegde feiten;
verklaartde benadeelde partij [slachtoffer 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A.M. van Hoof (voorzitter), mr. C. van Linschoten en
mr. M.C. Gerritsen, rechters, in tegenwoordigheid van D. Waizy, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 november 2017.