Ook de werknemers zijn door Monuta op diverse momenten geïnformeerd over de op handen zijnde veranderingen. Op 6 september 2016 is er een presentatie van het programma Gezond Groeien geweest. In de weken daarna zijn door Monuta alle clusters in het land bezocht en is persoonlijk uitleg gegeven. Hierbij is door Monuta toegelicht dat de wijzigingen ten koste zou gaan van de werkgelegenheid en ook dat er nieuwe eisen aan de functie van uitvaartverzorger gesteld zouden gaan worden. Monuta heeft tenslotte aangegeven begin december 2016 meer duidelijkheid te kunnen verschaffen ten aanzien van de positie van de individuele uitvaartverzorgers.
Deze duidelijkheid is gegeven bij brief van 1 december 2016, waarin aan alle uitvaartverzorgers is medegedeeld dat zij met ingang van 1 februari 2017 boventallig zouden worden. De uitvaartverzorgers die belangstelling hadden voor de nieuwe functie, dienden, na ontvangst op 2 december 2016 op een mailadres, uiterlijk op 4 december daarna een eerste online test te doen, een zogenaamde TMA drijfverenanalyse en intake. Een week daarna diende een capaciteitenanalyse te worden afgelegd en in de weken daarna werden gesprekken ingepland.
Naar het oordeel van de kantonrechter is alleszins voorstelbaar dat de werknemers de hen gegunde tijd in het bijzonder ten aanzien van de online tests, als zeer kort hebben ervaren en zich overrompeld hebben gevoeld. In de brief is vermeld dat
indien - kort gezegd - de werknemer een onvoldoende resultaat zou hebben behaald op de TMA analyse hiervan mededeling zou worden gedaan en de werknemer, een uitnodiging zou ontvangen voor het invullen van een nieuwe analyse. Deze nieuwe analyse zou ook weer op korte termijn moeten worden ingevuld. Voor het invullen van de capaciteitenanalyse kregen de werknemers een week de tijd. Niet uit te sluiten valt - hoewel dit niet met zoveel woorden door de bonden is aangevoerd - , dat er werknemers zijn die als gevolg van de inderdaad zoals de bonden hebben aangegeven “strak” geregelde sollicitatieprocedure, ongeschikt zijn bevonden terwijl wellicht een andere conclusie zou zijn getrokken indien zij meer tijd hadden gehad zich op de onderscheiden onderdelen voor te bereiden. In elk geval is er sprake van dat werknemers inmiddels onder door hen ervaren tijdsdruk met succes hebben gesolliciteerd, maar er nog niet zeker van zijn of zij het aanbod wel moeten aanvaarden.
Hoewel de kantonrechter van oordeel is dat met de sollicitatieprocedure jegens de werknemers onvoldoende zorgvuldig lijkt te zijn gehandeld en Monuta op dit onderdeel daarmee mogelijk niet als goed werkgever heeft gehandeld, rechtvaardigt dat echter niet dat de reorganisatie thans wordt geschorst. Voor de werknemers die geen aanbod hebben gekregen geldt immers, dat hun arbeidsovereenkomst eerst over zes of negen maanden zal eindigen voor zover er niet een andere oplossing wordt gevonden. Voor de werknemers die nog twijfelen of zij de nieuwe functie zullen accepteren geldt dat zij bij aanvaarding hierop altijd nog kunnen terugkomen, zoals Monuta heeft aangegeven. Indien zij besluiten de nieuwe functie niet te aanvaarden, gaat ook voor hen het herplaatsingstraject lopen dat eerst over zes of negen maanden eindigt. Van Monuta behoeft gelet hierop en anderzijds het belang van Monuta bij het kunnen starten met de nieuwe werkwijze en de daarbij met andere werknemers gemaakte voor Monuta bindende afspraken in aanmerking genomen, niet te worden verlangd dat zij de reorganisatie opschort. In zoverre ontbreekt ook, zoals door Monuta terecht opgeworpen, een voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening.