ECLI:NL:RBGEL:2017:5542

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 oktober 2017
Publicatiedatum
25 oktober 2017
Zaaknummer
05/880848-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordelingen van twee mannen voor gewapende overval op winkel in Tiel

Op 25 oktober 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen twee 20-jarige mannen uit Tiel, die betrokken waren bij een gewapende overval op een winkel op 25 september 2015. De rechtbank heeft de eerste man veroordeeld tot twaalf maanden jeugddetentie, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, wegens het plegen van de overval. De tweede man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 254 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een werkstraf van 240 uur, wegens medeplichtigheid aan de overval. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf zijn bijzondere voorwaarden verbonden, waaronder begeleiding door het Leger des Heils, een behandelverplichting en een contactverbod met medeverdachten en slachtoffers. Beide mannen zijn ook verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers van de overval.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de overval goed was voorbereid en dat de verdachten geweld hebben gebruikt om de medewerkers van de winkel te bedreigen. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en camerabeelden als bewijs gebruikt om de schuld van de verdachten vast te stellen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten, waaronder hun leeftijd en de impact van de overval op de slachtoffers. De rechtbank heeft besloten dat de straffen passend zijn, gezien de ernst van het feit en de gevolgen voor de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880848-16
Datum uitspraak : 25 oktober 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1] , wonende te [adres 1] .
raadsman: mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 31 mei 2017 en 11 oktober 2017.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Aan verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen dan wel alleen op 25 september 2015 de [naam winkel] in Tiel heeft overvallen of dat hij medeplichtig is geweest aan de overval.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 25 september 2015 is tussen 20:07 en 20:20 uur de [naam winkel] aan de [adres 2] overvallen. De winkel werd om 20:00 uur afgesloten door [naam 1] . Op dat moment waren er geen klanten meer in de winkel aanwezig. Met een moker werd een gat in de ruit van het kantoor geslagen. De twee mannen gingen de winkel in. Zij hadden een grote sporttas bij zich. Deze tas werd gevuld met geld, waaronder € 6.600,- uit de kluis, bestaande uit rollen muntgeld en biljetten. Verder is € 12.340,- afkomstig van de twee geldcassettes van de pinautomaat uit de [naam winkel] weggenomen. Deze tas met geld werd aan de derde man buiten overhandigd. Vervolgens zijn de andere twee mannen door het gat naar buiten gevlucht en zijn ze met zijn drieën richting de [straatnaam 1] gerend. De drie mannen droegen tijdens de overval allen gezicht bedekkende kleding. [3]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan diefstal met geweld.
Het standpunt van de verdediging
Volgens de raadsman van verdachte dient verdachte te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde feit. De medeplichtigheid aan de diefstal in vereniging is door verdachte erkend. Echter, verdachte wist niet wat er ging gebeuren. Verdachte had het gevoel dat het niet goed zat, maar dat het uitmondde in een roofoverval heeft verdachte niet kunnen overzien.
Beoordeling door de rechtbank
[naam 2] heeft verklaard dat hij zich in het kantoor bevond en ineens gebonk hoorde. Vervolgens spatte het glas rond en ontstond er een gat in het raam. Het gat werd steeds groter. [4]
[naam 1] heeft verklaard dat zij zag dat een man met een grote hamer tegen de ruit sloeg en zag
dat er twee mannen door het gat naar binnen kwamen. [5]
[naam 2] heeft verklaard dat hij vervolgens twee personen hoorde schreeuwen: “liggen, op de grond”. Hij ging op de grond liggen en zag dat ook [naam 1] op de grond lag. Er liep vervolgens een man naar hem toe. Deze man richtte op ongeveer 25 tot 30 centimeter afstand een zwart pistool op zijn ogen. Er kwam daarna een tweede persoon bij die zei: “meenemen naar kantoor”, waarop de eerste man – die het pistool op hem richtte – zei: “meekomen”. [naam 2] stond op en liep in de richting van het kantoor. De eerste man die het pistool op hem richtte liep achter hem. Het wapen werd met kracht in zijn rug geduwd. In het kantoor werd er geroepen: “kluis open, kluis open”. [naam 2] opende de kluis, waarna er werd geroepen: “op de grond, op de grond” en toen hij op de grond lag: “waar is het grote geld, waar is het grote geld”. [6] Zoals hiervoor – bij de feiten – vermeld, is vervolgens de tas door een van de overvallers met geld gevuld, aan de derde persoon buiten gegeven en zijn de drie mannen met de tas met geld weggerend.
[naam 3] bevestigt de verklaring van [naam 2] . Zij heeft verklaard dat er twee mannen vanuit het kantoor de winkel binnenkwamen. De eerste man had een zwart vuurwapen in zijn hand en wees daarmee naar haar, [naam 2] en [naam 1] . Daarbij zei hij “liggen, liggen”. Deze persoon liep vervolgens achter [naam 2] naar het kantoor aan en riep “kluis open maken”. [7]
De bovenstaande verklaringen vinden verder steun in de camerabeelden.
Op de camerabeelden is te zien dat om 20:09:25 uur grote stukken glas met grote snelheid door het kantoortje vliegen. De eerste van de overvallers stapt door het gat van de ingeslagen ruit naar binnen. Deze persoon heeft een pistool in zijn rechterhand. De tweede overvaller stapt ook door het gat naar binnen. Om 20:10:19 uur is op de beelden verder te zien dat aangever (rechtbank: [naam 2] ) door de eerste overvaller het kantoortje wordt ingeduwd. Daarbij richt de eerste overvaller het pistool op de rug van [naam 2] . [naam 2] maakt de kluis open, terwijl de eerste overvaller tijdens het openen van de kluis het pistool op zijn hoofd richt. Om 20:10:22 uur komt de tweede overvaller met de sporttas het kantoor binnen en haalt een pistool uit zijn zak. Vervolgens roept de eerste overvaller iets tegen aangever en richt daarbij opnieuw het pistool op aangever. Zowel de eerste als de tweede overvaller richten hun pistool op [naam 2] . De eerste overvaller duwt dan [naam 2] weg en maakt de kluisdeur verder open. De tweede overvaller richt het pistool weer op [naam 2] en gebaart dat hij op de grond moet gaan liggen. Hij richt het pistool op het hoofd van [naam 2] . Om 20:10:43 uur duwt de derde overvaller [naam 2] daarbij nog met een hand in de rug om hem sneller te dwingen te gaan liggen. Vervolgens plaatst de tweede overvaller de zwarte sporttas op de stoel en haalt de eerste overvaller pakketten met onder meer muntrolletjes uit de kluis en doet deze in de tas. De tweede overvaller houdt de tas open. Een van de koffertjes die door aangever eerder het kantoor was binnengebracht ligt in de tas. Om 20:11:01 uur stappen de overvallers door het gat naar buiten. [8]
De identiteit van de overvaller(s)
De verbalisant [verbalisant] zag ten tijde van de overval bij de personeelsuitgang op de [straatnaam 1] in Tiel twee werknemers van de [naam winkel] hevig naar hem zwaaien. Deze werknemers vertelden hem dat er drie personen de ruit van de winkel hadden ingegooid en dat de winkel werd overvallen. Op dat moment zag de verbalisant dat er drie personen op de [straatnaam 1] vanuit het steegje langs de vijver naast de [naam winkel] voor zijn auto langs kwamen rennen. Zij hadden allen hun gezicht bedekt. Ze keken alle drie naar zijn dienstauto en renden weg naar de [straatnaam 2] . De verbalisant verloor de personen vervolgens drie tot vijf seconden uit het oog, maar zag daarna direct weer dezelfde drie personen – die hij herkende aan hun signalement – verder rennen. Eén van de personen rende voor de andere twee uit. De andere twee personen hadden een grote zwarte tas in hun handen. Deze tas lieten zij ter hoogte van de flat op de [straatnaam 2] vallen. In ieder geval één of twee van de personen die voorop renden, is in een donkerkleurige [merk auto] gestapt en met gedoofde lichten weggereden. De verbalisant heeft één van deze drie personen, zijnde medeverdachte [medeverdachte] , om 20:15 uur kunnen aanhouden. [9]
De getuige [getuige] heeft verklaard dat hij omstreeks 20:15 uur iemand zijn kant op zag rennen. Hij hoorde ineens iemand roepen “Politie, staan blijven!”. Hij zag op het bruggetje nog iemand rennen met een politieagent achter hem aan. De eerste jongen stapte in een zwarte of donkerblauwe [merk auto] aan de bijrijderskant. In de auto zat al een bestuurder. Het kenteken van de auto was [kenteken 1] . [10] Volgens [getuige] was het kenteken te nieuw voor het bouwjaar van de auto. Aan [getuige] wordt een foto van de inbeslaggenomen [merk auto] met kenteken [kenteken 2] getoond, waarop [getuige] verklaart dat dat de auto was die hij op 25 september 2015 heeft zien wegrijden. [11] Op 25 september 2015 tussen 10:50 uur en 16:35 uur zijn kentekenplaten met kenteken [kenteken 1] weggenomen. [12]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op de dag voor de overval door medeverdachte [medeverdachte] is gevraagd of hij [medeverdachte] de volgende dag wilde ophalen en thuis wilde afzetten. [medeverdachte] had gezegd dat als verdachte bang was, hij valse kentekenplaten had. [medeverdachte] hoefde alleen wat op te halen, meer hoefde verdachte niet te weten. [13] [medeverdachte] had verdachte een “mooi prijsje” beloofd. [medeverdachte] had de kentekenplaten in de bosjes gelegd bij de plek waar verdachte moest wachten met zijn auto ( [straatnaam 3] ). Volgens afspraak is verdachte even voor 20:00 uur op die plek gaan staan en heeft de kentekenplaten, die inderdaad in de bosjes lagen, op zijn auto gezet. [14] Hij zag op een gegeven moment drie personen aan komen rennen en daarachter een politieauto. Verdachte hoorde sirenes en schoten. Eén van de rennende personen is in de auto van verdachte gestapt, waarna zij zijn weggereden. Het gezicht van deze person was bedekt. [15] Bij de andere twee personen heeft verdachte een vuurwapen gezien. [16]
De vriendin van verdachte, [getuige 2] , heeft bij de politie verklaard dat verdachte op een gegeven moment aangaf dat hij open kaart met haar wilde spelen. Verdachte had haar verteld dat de auto van verdachte was gebruikt voor de overval op de [naam winkel] in Tiel. Verdachte reed in de [merk auto] en heeft verderop gestaan. De rest, [medeverdachte 2] , [medeverdachte] en [naam 7] waren op dat moment weg. Verdachte heeft gewacht tot de rest terugkwam en toen hoorde hij twee kogels van vermoedelijk de politie. Daarna kwam [medeverdachte 2] aangerend en die is bij verdachte ingestapt. Hierna zijn zij weggereden. [17] De rechtbank acht de verklaring van de getuige [getuige 2] geloofwaardig en betrouwbaar. Met name vanwege de omstandigheid dat [getuige 2] heeft verklaard dat verdachte open kaart met haar wilde spelen, omdat zij gedetailleerd verklaart en omdat haar verklaring daderinformatie bevat.
De rechtbank stelt vast dat verdachte op verzoek van medeverdachte [medeverdachte] zijn auto, voorzien van valse kentekenplaten, ter beschikking heeft gesteld om de overvallers na de overval van de [naam winkel] te Tiel van vervoer te voorzien. Verdachte heeft in de buurt van de [naam winkel] , rond het tijdstip van de overval, staan wachten. Drie personen kwamen aanrennen en uiteindelijk is één persoon bij verdachte ingestapt.
De rechtbank acht het niet aannemelijk dat verdachte, op het moment dat hij in zijn auto stond te wachten, niet wist dat er een overval werd gepleegd. De rechtbank heeft daarbij gelet op de volgende omstandigheden: verdachte heeft afspraken gemaakt om te wachten (waarbij geen eindtijdstip is genoemd), heeft valse kentekenplaten op zijn auto bevestigd en er kwamen drie gemaskerde mannen met vuurwapens aan rennen waarvan één persoon bij verdachte is ingestapt. Deze personen werden gevolgd door de politie en er waren sirenes te horen. Daarnaast is er geschoten. Vervolgens is verdachte in zijn auto, voorzien van valse kentekenplaten, met gedoofde lichten weggereden.
De door verdachte geleverde bijdrage in de vorm van het verschaffen van een vervoersmiddel om na de overval te kunnen ontkomen, dient te worden gekwalificeerd als medeplichtigheid aan de overval. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, het medeplegen van de overval.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
[medeverdachte] en
/of een ofmeer mededader
(s
)op
of omstreeks25 september 2015 te Tiel,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen
twee
/eengeldcassette
(s
)en/of geld (
(ongeveer
)6.600 Euro en
/of (ongeveer
)
12.340 Euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [naam winkel] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [naam 2] en/of tegen [naam 1] en/of [naam 3]
en/of tegen een of meer andere personeelsledenvan die [naam winkel]
(gevestigd in perceel [adres 2]
)gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader
(s
),
- een raam van
(de kantoorruimte van
)voornoemd pand met een moker/ hamer,
althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen
en/of ingegooid en/of
- tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapten
/of
- via het aldus ontstane gat
met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht , althansmet gezichtsverhullende kleding en/of
met een of meer pisto(o)l(en) , althans met (een) vuurwapen(s), althans met een of meerop vuurwapen(s) gelijkende voorwerp
(en
)dat pand
heeft/hebben betreden en
/of
-
dat/die op pisto
(o)l
(en
),
althans vuurwapen(s), althans daaropgelijkende voorwerp
(en
)tegen die [naam 2] en/of op/
tegen[naam 1] en/of op
/tegen[naam 3]
en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht
heeft/hebben gehouden en
/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/
of
- op korte afstand
(terwijl die [naam 2] op de grond ligt
) een pistool, althans een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen
/het gezichtvan die [naam 2] heeft gericht
en/of gericht heeft gehoudenen
/of
-
(zakelijk weergegeven)tegen die [naam 2] -
heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en
/of"Meekomen" en
/of
- die [naam 2]
heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor , althans heeft/hebben gedwongen naar het kantoor te lopen en
/ofdie [naam 2] op korte afstand
is/zijn gevolgd en
/of
- tegen die [naam 2]
(op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen
(zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en
/of"Waar is het grote geld?" en
/of (daarbij)een of meer op pisto
(o)l
(en
),
althans vuurwapen(s), althans daaropgelijkende voorwerpen op die [naam 2]
heeft/hebben gericht en
/ofgericht gehouden, en/of in de richting van die [naam 2] gehouden en
/ofdie [naam 2] daarmee gebaard
(wederom
)op de grond te gaan liggen,
bij
en/of tothet plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel
in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/ofopzettelijk
gelegenheid,middelen
en/of inlichtingenheeft verschaft, door
- zijn -verdachtes- auto (een [merk auto] , kleur zwart) voor het vervoer
naar en/ofvanaf de plaats delict ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte] en
/ofzijn mededader(s) en
/of
- die [medeverdachte] en/of een of meer mededader(s) met voornoemd voertuig naar de (nabije omgeving van de) plaats delict te vervoeren en/of
- bij de plaats delict, althansin de nabije omgeving van de plaats delict, in voornoemde auto te wachten op die [medeverdachte] en
/ofzijn mededader
(s
), teneinde onmiddellijk weg te kunnen rijden met die [medeverdachte] en/of zijn mededader
(s
)en
/of
- ( zodoende) die
[medeverdachte] en/of zijnmededader
(s)de vlucht te (kunnen) vergemakkelijken en
/of
- die
[medeverdachte] en/of zijnmededader
(s)te (kunnen) vervoeren tijdens de vlucht.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
Medeplichtigheid aan diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat, gelet op de kwetsbare en beïnvloedbare kant in de persoonlijkheid van verdachte, een verblijf in een P.I. in plaats van een justitiële jeugdinrichting een negatief effect zal hebben. Vanwege de leeftijd en toekomstplannen van verdachte is dat niet wenselijk en is het adolescentenstrafrecht nog passend. De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot 8 maanden jeugddetentie waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht en met de bijzondere voorwaarden, een meldplicht, een ambulante behandeling, een locatieverbod voor de [naam winkel] te Tiel en een contactverbod met de medeverdachten en de slachtoffers. Daarnaast verzoekt de officier van justitie het geschorste bevel voorlopige hechtenis op te heffen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte volgt de officier van justitie in het voorstel adolescentenstrafrecht toe te passen. Verdachte begrijpt dat er nog een straf zal volgen, maar op dit moment gaat het goed met verdachte en het recidiverisico wordt als laag ingeschat. Verdachte is geschrokken van de zaak en heeft zijn lesje wel geleerd. De raadsman van verdachte heeft verzocht om verdachte niet weer terug te sturen naar een justitiële jeugdinrichting. Voor het overige refereert de raadsman van verdachte zich aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 30 augustus 2017;
- een voorlichtingsrapportage van Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, gedateerd 24 februari 2017;
- een Pro Justitia rapport, psychologisch onderzoek van [naam 8] , GZ-psycholoog, gedateerd 26 april 2017.
Adolescentenstrafrecht
In het geval dat de rechter daartoe grond vindt in de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder het feit is begaan, kan gebruik worden gemaakt van het sanctiestelsel voor jeugdigen en jongvolwassenen. Uit het onderzoek naar het tenlastegelegde feit maakt de rechtbank op dat verdachte een heel berekenende houding heeft gehad, ook ter zitting had de rechtbank deze indruk. Gelet hierop en op de omstandigheid dat zwaarwegende argumenten voor toepassing van het adolescentenstrafrecht ontbreken, zal de rechtbank het verzoek om het jeugdstrafrecht toe te passen, afwijzen.
Strafmaat
Drie medeverdachten van verdachte hebben zich schuldig gemaakt aan een gewapende overval op de [naam winkel] . Zij hebben met grof geweld (een hamer) het raam ingeslagen van de winkel en ze hebben vervolgens met gezicht bedekkende kleding en met (nep)vuurwapens de medewerkers van de [naam winkel] die daar aan het werk waren op ernstige wijze bedreigd. Daarbij hebben zij op een goed voorbereide wijze een grote som geld uit de kluis en het kantoor van de [naam winkel] weggenomen. Verdachte heeft zijn auto ter beschikking gesteld en heeft tijdens de overval in de nabije omgeving staan wachten, om een snelle vlucht van de daders mogelijk te maken. In ieder geval is één mededader bij verdachte in de auto gestapt en zijn zij weggereden. Het feit brengt naar de ervaring leert niet alleen persoonlijk leed teweeg bij de slachtoffers, maar veroorzaken ook grote angst- en onveiligheidsgevoelens. Het feit heeft veel impact op de personeelsleden van de [naam winkel] gehad – zoals uit de slachtofferverklaringen naar voren is gekomen – maar ook op getuigen en omwonenden. De rechtbank rekent het feit verdachte daarom ook zwaar aan.
Blijkens de justitiële documentatie van verdachte van 30 augustus 2017 is verdachte niet eerder voor een dergelijk feit met politie en justitie in aanraking gekomen.
De rechtbank heeft voorts bij de strafoplegging rekening gehouden met het rapport van de psycholoog van 26 april 2017, waaruit naar voren komt dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van het werkgeheugen en de verwerkingssnelheid, die onder invloed van (over-)belasting en frustraties een negatieve invloed heeft op het functioneren op alle levensdomeinen. Na het ten laste gelegde en de voorlopige hechtenis lijkt tevens sprake van een posttraumatische stressstoornis die nu grotendeels weer in remissie is. Omdat de gebrekkige ontwikkeling van verdachte geen invloed heeft gehad op het ten laste gelegde, kan het feit verdachte volledig worden toegerekend. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat.
De rechtbank houdt rekening met de ouderdom van het tenlastegelegde feit.
Gelet op het voorgaande – met name op de persoon en de leeftijd van verdachte en op het feit dat het met verdachte nu een geruime tijd goed gaat – is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte niet opnieuw onvoorwaardelijke straf moet worden opgelegd. Om die reden zal de rechtbank – rekening houdend met de ernst van het feit – verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan het voorarrest en daarnaast tot een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan bijzondere voorwaarden gekoppeld en de maximale werkstraf.
De geschorste voorlopige hechtenis zal worden opgeheven.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De volgende benadeelde partijen hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding en vorderen de volgende bedragen vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel:
[naam 2] : € 7.499,00;
[naam 3] : € 7.370,00.
[naam 1] : € 7.919.48;
Ter zitting is de vordering van de benadeelde partij [naam 1] mondeling verhoogd met een bedrag van € 4.631,83 wegens de kosten van een half jaar studievertraging. Het totaalbedrag van haar vordering bedraagt € 12.551,31. Daarnaast is verzocht om een contactverbod met [naam 1] en haar familie/gezin en een locatieverbod voor de duur van vijf jaar na de definitieve veroordeling of na de datum van de invrijheidstelling op te leggen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat de vorderingen van de benadeelde partijen hoofdelijk worden toegewezen, tot dezelfde hoogte als waartoe medeverdachte [medeverdachte] is veroordeeld, met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De kosten omtrent de studievertraging inzake de vordering van de benadeelde partij [naam 1] dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, nu de beoordeling van het causale verband tussen de overval en deze kosten en het vaststellen van de hoogte van een bedrag daarvoor een te grote belasting is voor het strafproces. Voor wat betreft het gevraagde contact- en locatieverbod, is de officier van justitie van mening dat dit dient te worden toegewezen voor een periode van twee jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft naar voren gebracht dat over de vorderingen van de benadeelde partijen in de zaak van de medeverdachte [medeverdachte] al een beslissing is genomen en dat de toegewezen bedragen hoofdelijk zijn opgelegd. In het aandeel van verdachte ziet de raadsman van verdachte wel een verschil, maar dat moet onderling maar worden uitgezocht. De aanvullende kosten voor studievertraging dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat de beoordeling hiervan een te zware belasting is voor het strafproces. Met het verzochte contact- en het locatieverbod, stemt verdachte in.
Beoordeling door de rechtbank
Voor wat betreft de beoordeling van de vorderingen van de benadeelde partijen wordt aansluiting gezocht bij hetgeen daarover is overwogen in het vonnis van medeverdachte [medeverdachte] .
Smartengeld
Aan de benadeelde partijen is door het bewezenverklaarde strafbare feit rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Dit is aan verdachte toe te rekenen.
Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan.
Gelet op de omstandigheid dat de benadeelde partijen tijdens de overval op hun werk met een of meerdere (nep)vuurwapens zijn bedreigd – waarbij het wapen ook vanaf een zeer korte afstand op [naam 2] is gericht en [naam 2] als bedrijfsleider onder grote bedreiging van twee gewapende overvallers de kluis in het kantoor heeft moeten openen – acht de rechtbank aannemelijk geworden dat zowel [naam 2] , [naam 1] als [naam 3] zeer angstig zijn geweest en de overval een grote impact op hen heeft gehad. Dit volgt bij [naam 1] ook uit de omstandigheid dat zij onder behandeling is bij een psycholoog in verband met extreme angsten, slapeloosheid en concentratieproblemen. Op grond van al het voorgaande in samenhang met de hoeveelheid geweld en bedreigingen die tegenover de medewerkers is gebruikt, zal de rechtbank het smartengeld naar maatstaven van billijkheid begroten op € 5.000,00 voor [naam 2] en € 3.000,00 voor [naam 1] en [naam 3] .
Wat betreft het meer of anders gevorderde zullen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard worden in hun vorderingen, nu de behandeling van dat deel van de vorderingen naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De overige (materiële) schade van [naam 2] en [naam 1]
[naam 2]
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen – in het bijzonder de aangifte – en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag van € 129,00 materiële schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Dit bedrag komt samen met het bedrag van € 5.000,- aan smartengeld voor vergoeding in aanmerking.
[naam 1]
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en wat verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, voldoende aannemelijk geworden dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen kosten heeft moeten maken voor medicatie ter hoogte van € 7,00. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Dit bedrag komt samen met het bedrag van € 3.000,- aan smartengeld voor vergoeding in aanmerking.
Met betrekking tot de reiskosten van [naam 1] is de rechtbank van oordeel dat deze schadepost onvoldoende is onderbouwd. Een nadere beoordeling van deze schadepost zou een onevenredige belasting van het strafgeding meebrengen. Dit geldt eveneens voor de kosten wegens studievertraging. Op grond van de beschikbare stukken kan de rechtbank het causaal verband tussen de overval en de studievertraging niet vaststellen. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 25 september 2015.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
Locatie- en contactverbod van [naam 1]
De rechtbank zal, gelet op het verzoek van de benadeelde partij en hetgeen het ten laste gelegde bij haar teweeg heeft gebracht, een contactverbod met [naam 1] en haar familie opleggen als bijzondere voorwaarde. Het tevens opleggen van een locatieverbod acht de rechtbank niet noodzakelijk, omdat verdachte als gevolg van het contactverbod al verplicht is ieder contact – dus ook eventuele ontmoetingen in de [naam winkel] – te voorkomen. Het locatieverbod zal daarom niet worden opgelegd.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 27, 36f, 48, 63, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 Spreekt verdachte vrij van het primair tenlastegelegde.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
360 (driehonderd zestig) dagen;
 bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
254(tweehonderd vierenvijftig) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
 de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 de bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd op actieve wijze contact zal blijven onderhouden met het Leger de Heils Reclassering en zich daarbij zal houden aan de opdrachten en aanwijzingen die hem door de reclassering zullen worden gegeven, zo vaak en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal blijven stellen bij de forensische polikliniek van Kairos of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, zolang en voor zover de reclassering dit nodig acht;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachten:
o [medeverdachte] (roepnaam: [medeverdachte] ), geboren op [geboortedatum 2] 1996 te [geboorteplaats 2] ;
o [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 3] 1997 te [geboorteplaats 4] ;
o [naam 7] , geboren op [geboortedatum 5] 1996 te [geboorteplaats 5] ,
en de slachtoffers:
o [naam 2] , geboren op [geboortedatum 6] te [geboorteplaats 6] ;
o [naam 3] , geboren op [geboortedatum 7] te [geboorteplaats 7] ;
o [naam 1] , geboren op [geboortedatum 8] te [geboorteplaats 8] .
- Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 een
werkstrafvan
240 (tweehonderd veertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderd twintig) dagen;
 heft op het – geschorste – bevel voorlopige hechtenis.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 2]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 1]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 3]
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van het feit tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.C. Henniphof (voorzitter), mr. J.J.H. van Laethem en mr. M.A. Jansen- van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 oktober 2017.
Bijlage I
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 2] heeft gedwongen tot de afgifte van geld ( (ongeveer) 6.600,- (zesduizendzeshonderd) Euro en/of (ongeveer)
12.340,-(twaalfduizenddriehonderdveertig) Euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel] (gevestigd in perceel [adres 2] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s);
- een raam van (de kantoorruimte van) voornoemd pand met een moker/ hamer, althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen en/of ingegooid en/of
- tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
- via het aldus ontstane gat met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht , althans met gezichtsverhullende kleding en/of
- met een of meer pisto(o)l(en) , althans met (een) vuurwapen(s), althans met een of meer op vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) dat pand heeft/hebben betreden en/of
- dat/die pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) tegen die [naam 2] en/of op/tegen [naam 1] en/of op/tegen [naam 3] en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/of
- op korte afstand (terwijl die [naam 2] op de grond ligt) een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen/het gezicht van die [naam 2] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of
- ( zakelijk weergegeven)tegen die [naam 2] - heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en/of "Meekomen" en/of
- die [naam 2] heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor, althans heeft/hebben gedwongen naar het kantoor te lopen en/of die [naam 2] op korte afstand is/hebben gevolgd en/of
- tegen die [naam 2] (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en/of "Waar is het grote geld?" en/of (daarbij) een of meer pisto(o)l(en) , althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerpen op die [naam 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden, en/of in de richting van die [naam 2] gehouden en/of die [naam 2] daarmee gebaard (wederom) op de grond te gaan liggen
en/of
hij op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee/een geldcassette(s) en/of geld ((ongeveer) 6.600,-(zesduizendzeshonderd) Euro en/of (ongeveer) 12.340,-(twaalfduizenddriehonderdveertig) Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam 2] en/of tegen [naam 1] en/of [naam 3] en/of tegen een of meer andere personeelsleden van die [naam winkel] (gevestigd in perceel [adres 2] ) gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s),
- een raam van (de kantoorruimte van) voornoemd pand met een moker/hamer, althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen en/of ingegooid en/of
- tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
- via het aldus ontstane gat met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht, althans met gezichtsverhullende kleding en/of
- met een of meer pisto(o)l(en), althans met (een) vuurwapen(s), althans met een of meer op vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) dat pand heeft/hebben betreden en/of
- dat/die pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) tegen die [naam 2] en/of op/tegen [naam 1] en/of op/tegen [naam 3] en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/of
- op korte afstand (terwijl die [naam 2] op de grond ligt) een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen/het gezicht van die [naam 2] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of
- ( zakelijk weergegeven)tegen die [naam 2] - heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en/of "Meekomen" en/of
- die [naam 2] heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor, althans heeft/hebben gedwongen naar het kantoor te lopen en/of die [naam 2] op korte afstand is/hebben gevolgd en/of
- tegen die [naam 2] (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en/of "Waar is het grote geld?" en/of (daarbij) een of meer pisto(o)l(en) , althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerpen op die [naam 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden, en/of in de richting van die [naam 2] gehouden en/of die [naam 2] daarmee gebaard (wederom) op de grond te gaan liggen;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte] en/of een of meer mededader(s) op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 2] en/of [naam 1] en/of [naam 3] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van twee/een geldcassette(s) en/of geld ((ongeveer) 6.600,-(zesduizendzeshonderd) Euro en/of (ongeveer) 12.340,- (twaalfduizenddriehonderdveertig) Euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte] en/of een of meer van zijn mededader(s);
- een raam van (de kantoorruimte van) voornoemd pand met een moker/hamer, althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen en/of ingegooid en/of
- tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
- via het aldus ontstane gat met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht, althans met gezichtsverhullende kleding en/of
- met een of meer pisto(o)l(en), althans met (een) vuurwapen(s), althans met een of meer op vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) dat pand heeft/hebben betreden en/of
- dat/die pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) tegen die [naam 2] en/of op/tegen [naam 1] en/of op/tegen [naam 3] en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/of
- op korte afstand (terwijl die [naam 2] op de grond ligt) een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen/het gezicht van die [naam 2] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of
- ( zakelijk weergegeven) tegen die [naam 2] - heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en/of "Meekomen" en/of
- die [naam 2] heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor, althans heeft/hebben gedwongen naar het kantoor te lopen en/of die [naam 2] op korte afstand is/hebben gevolgd en/of
- tegen die [naam 2] (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en/of "Waar is het grote geld?" en/of (daarbij) een of meer pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerpen op die [naam 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden, en/of in de richting van die [naam 2] gehouden en/of die [naam 2] daarmee gebaard (wederom) op de grond te gaan liggen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- zijn -verdachtes- auto (een [merk auto] , kleur zwart) voor het vervoer naar en/of vanaf de plaats delict ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of
- die [medeverdachte] en/of een of meer mededader(s) met voornoemd voertuig naar de (nabije omgeving van de) plaats delict te vervoeren en/of
- bij de plaats delict, althans in de nabije omgeving van de plaats delict, in voornoemde auto te wachten op die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s), teneinde onmiddellijk weg te kunnen rijden met die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of
- ( zodoende) die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) de vlucht te (kunnen) vergemakkelijken en/of
- die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) te (kunnen) vervoeren tijdens de vlucht;
en/of
[medeverdachte] en/of een of meer mededader(s) op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen twee/een geldcassette(s) en/of geld ((ongeveer) 6.600,- (zesduizendzeshonderd) Euro en/of (ongeveer) 12.340,- (twaalfduizenddriehonderdveertig) Euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam winkel] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte] en/of zijn mededaders en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam 2] en/of [naam 1] en/of [naam 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat
- een raam van (de kantoorruimte van) voornoemd pand met een moker/ hamer, althans met een daarop gelijkend (hard) voorwerp heeft/hebben ingeslagen en/of ingegooid en/of
- tegen dat raam heeft/hebben geschopt/getrapt en/of
- via het aldus ontstane gat met (een) bivakmuts(en) over het gezicht en/of (een) muts(en) en/of sjaal(s) over het hoofd/gezicht, althans met gezichtsverhullende kleding en/of
- met een of meer pisto(o)l(en) , althans met (een) vuurwapen(s), althans met een of meer op vuurwapen(s) gelijkende voorwerp(en) dat pand heeft/hebben betreden en/of
- dat/die pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerp(en) tegen die [naam 2] en/of op/tegen [naam 1] en/of op/tegen [naam 3] en/of op/tegen een of meer andere aanwezige personeelsleden heeft/hebben gericht en/of gericht heeft/hebben gehouden en/of heeft/hebben geroepen: "Liggen, op de grond." en/of
- op korte afstand (terwijl die [naam 2] op de grond ligt) een pistool, althans een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de ogen/het gezicht van die [naam 2] heeft gericht en/of gericht heeft gehouden en/of
- ( zakelijk weergegeven)tegen die [naam 2] - heeft/hebben geroepen/gezegd "Meenemen, naar kantoor" en/of "Meekomen" en/of
- die [naam 2] heeft/hebben meegetrokken naar het kantoor , althans heeft/hebben gedwongen naar het kantoor te lopen en/of die [naam 2] op korte afstand is/hebben gevolgd en/of
- tegen die [naam 2] (op dwingende/gebiedende toon) heeft/hebben geroepen (zakelijk weergegeven): "Kluis open, kluis open" en/of "Waar is het grote geld?" en/of (daarbij) een of meer pisto(o)l(en), althans vuurwapen(s), althans daarop gelijkende voorwerpen op die [naam 2] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden, en/of in de richting van die [naam 2] gehouden en/of die [naam 2] daarmee gebaard (wederom) op de grond te gaan liggen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 25 september 2015 te Tiel in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- zijn -verdachtes- auto (een [merk auto] , kleur zwart) voor het vervoer naar en/of vanaf de plaats delict ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of
- die [medeverdachte] en/of een of meer mededader(s) met voornoemd voertuig naar de (nabije omgeving van de) plaats delict te vervoeren en/of
- bij de plaats delict, althans in de nabije omgeving van de plaats delict, in voornoemde auto te wachten op die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s), teneinde onmiddellijk weg te kunnen rijden met die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) en/of
- ( zodoende) die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) de vlucht te (kunnen) vergemakkelijken en/of
- die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) te (kunnen) vervoeren tijdens de vlucht.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is in bijlage I opgenomen.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost-Nederland, districtsrecherche Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek [nummer] , [nummer] , gesloten op 27 maart 2017, aanvullend procesdossier inzake verdachte [nummer] , gesloten op 15 mei 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van aangifte [naam 2] , p. 37 e.v. en het proces-verbaal verhoor [naam 9] , p. 375 e.v.
4.Het proces-verbaal van aangifte [naam 2] , p. 37 e.v.
5.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 1] , p. 322 e.v.
6.Het proces-verbaal van aangifte [naam 2] , p. 37 e.v.
7.Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 3] , p. 331 e.v.
8.Het proces-verbaal beelden [naam winkel] , p. 92 e.v.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 27 e.v. en het verhoor van [verbalisant] bij de rechter-commissaris, p. 2.
10.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 392.
11.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 396.
12.Het proces-verbaal van aangifte van [naam 10] namens de benadeelde [naam 11] , p. 74.
13.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 oktober 2017.
14.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1870.
15.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 oktober 2017.
16.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 1870.
17.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 262 e.v. van het aanvullend procesdossier van verdachte [nummer] .