Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
één of meertijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van de maand juli 2016 tot en met 14 december 2016 te Maasbommel, gemeente West Maas en Waal,
(telkens
)met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] , die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het brengen van zijn, verdachtes, vinger
(s
)tegen en/of in de anus van die [slachtoffer] en/of met zijn, verdachtes, billen/anus zitten/bewegen op/over de penis van die [slachtoffer] en/of in zijn, verdachtes, mond nemen van de penis van die [slachtoffer] en/of het vastpakken/betasten van de penis van die [slachtoffer] en/of het laten vastpakken/betasten van zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer] ;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:
- verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
- legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 4.011,36 (vierduizendelf euro en zesendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juli 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 50 (vijftig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;