In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 23 oktober 2017, zijn eisers sub 1 en sub 2 in beroep gegaan tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Wageningen, die op 27 januari 2016 een vergunning had verleend aan een horecagelegenheid om op donder-, vrij- en zaterdagen tot 1.30 uur geopend te zijn. De eisers betogen dat deze vergunning leidt tot onevenredige aantasting van hun woongenot door geluidshinder. De rechtbank heeft de beroepen, geregistreerd onder de zaaknummers AWB 16/3604 en 16/3610, ongegrond verklaard.
De rechtbank overweegt dat de burgemeester bij het verlenen van de vergunning beleidsvrijheid heeft en dat de belangen van de horecagelegenheid niet zonder meer ondergeschikt zijn aan de belangen van de omwonenden. De rechtbank concludeert dat de burgemeester niet gehouden was om het primaire besluit te herroepen, ondanks de bezwaren van de eisers. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eisers geen recht hebben op vergoeding van de proceskosten die zij tijdens de bezwaarfase hebben gemaakt, omdat het bestreden besluit niet is herroepen wegens onrechtmatigheid.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.