ECLI:NL:RBGEL:2017:5481

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 oktober 2017
Publicatiedatum
23 oktober 2017
Zaaknummer
05/740274-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor poging tot diefstal met inklimming in woning

Op 23 oktober 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot diefstal uit een woning. De zaak vond plaats in Arnhem, waarbij de verdachte samen met een medeverdachte in de nacht van 1 juli 2017 omstreeks 5:45 uur probeerde in te breken in de woning van het slachtoffer in Nijmegen. Het slachtoffer werd wakker en ontdekte twee mannen in zijn slaapkamer, waarna zij zonder buit zijn gevlucht. De verdachte heeft tijdens de rechtszitting bekend dat hij en zijn medeverdachte de woning binnengingen met de intentie om te stelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beschuldiging bewezen is en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de ernst van het feit, het strafblad van de verdachte en de aanbevelingen van de reclassering. Daarnaast is er een schadevergoeding van € 50,- toegewezen aan het slachtoffer voor de schade die is veroorzaakt tijdens de poging tot diefstal. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om deze schadevergoeding te betalen, met de dreiging van hechtenis als hij niet betaalt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/740274-17
Datum uitspraak : 23 oktober 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ,
wonende op de [adres 1]
op dit moment zit verdachte gedetineerd in [adres 2]
raadsvrouwe: mr. S. Striekwold, advocaat in Lent.
De strafzaak tegen [verdachte] is behandeld op de terechtzitting van 9 oktober 2017.
Vandaag doet de rechtbank uitspraak.
1. De beschuldiging [1]
Verdachte wordt ervan beschuldigd dat hij samen met [medeverdachte] in de nacht heeft geprobeerd uit een woning spullen te stelen. Dat heeft hij gedaan door op het balkon te klimmen en de slaapkamer in te lopen.
2. Kan deze beschuldiging worden bewezen? [2]
Het [slachtoffer] heeft bij de politie verteld dat hij en zijn vriendin op 1 juli 2017 in hun bed lagen te slapen toen hij om ongeveer 5:45 uur ’s nachts wakker werd. Er stonden toen twee mannen in zijn slaapkamer. [slachtoffer] is gaan schreeuwen en de mannen zijn weggerend. De mannen hebben geen spullen meegenomen uit de woning. [3] [slachtoffer] heeft de politie gebeld. Kort daarna heeft de politie twee mannen gearresteerd. Verdachte en [medeverdachte] . [4]
Verdachte heeft bekend dat hij en [medeverdachte] in de slaapkamer van het slachtoffer stonden. Hij heeft ook gezegd dat zij geld wilden verdienen en dat zij daarom de woning van het slachtoffer (op het adres: [adres 3] ) in zijn gegaan op zoek naar spullen. Ze zijn samen op het balkon geklommen en zo de slaapkamer ingegaan. [5]
[slachtoffer] heeft aangifte gedaan en verdachte heeft toegeven dat het klopt wat [slachtoffer] zegt. De rechtbank vindt daarom de beschuldiging bewezen.
3. Wat vindt de rechtbank nu precies bewezen en hoe wordt dat in de wet genoemd. [6]
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte op 1 juli 2017 in Nijmegen om ongeveer 5:45 uur samen met een ander, heeft geprobeerd spullen uit de woning van [slachtoffer] mee te nemen door op het balkon te klimmen en de slaapkamer in te lopen.
In de wet heet dat:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming

5.Kan verdachte voor dat feit gestraft worden.

Er zijn geen redenen dat verdachte hiervoor geen straf zou kunnen krijgen.

7.De straf en uitleg waarom de rechtbank tot die straf komt

Wat vindt de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevraagd verdachte 15 maanden naar de gevangenis te sturen. Van die 15 maanden zou verdachte drie maanden niet hoeven uitzitten. Daar zit wel een voorwaarde aan vast. Namelijk dat verdachte zich laat behandelen voor zijn alcoholverslaving. Dat moet dan door behandeling in een kliniek en als dat nodig is ook buiten de kliniek.
Wat vindt de advocaat van verdachte
De advocaat vindt het belangrijk dat verdachte zo snel mogelijk wordt behandeld voor zijn alcoholverslaving. Om die reden vraagt de advocaat om een gevangenisstraf die niet langer duurt dan de tijd die verdachte nu al vast zit. Dan kan meteen begonnen worden
met de behandeling.
Wat vindt de rechtbank
Bij de vraag welke straf verdachte moet krijgen, kijkt de rechtbank naar verschillende dingen. In de eerste plaats hoe ernstig het is wat verdachte heeft gedaan. De rechtbank kijkt ook naar wat nog meer een rol heeft gespeeld bij het plegen van de diefstal.
Ook kijkt de rechtbank naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Belangrijk is of verdachte een strafblad heeft en wat daar op staat. Er is een rapport door de reclassering uitgebracht. Ook daar kijkt de rechtbank naar.
Inklimmen in de slaapkamer van een woning waar een man en een vrouw ’s nachts liggen te slapen is een heel erg feit. Dat de beide verdachten niets mee hebben genomen, maakt niet eens zo heel veel verschil. Het idee dat je ’s nachts wakker wordt van lawaai in je slaapkamer en er blijken twee mannen in je slaapkamer te staan is voor veel mensen een nachtmerrie. Je eigen huis en zeker je slaapkamer, waar je op dat moment ligt te slapen is een plek waar je je veilig moet voelen.
Verdachten zijn de woning in gegaan om geld te zoeken om meer alcohol en drugs te kopen. Daar waar een deur op de eerste verdieping open stond, zijn zij naar binnen geklommen. Het gemak waarmee verdachte voorbij gaat aan de angst die zijn gedrag veroorzaakt bij de slachtoffers neemt de rechtbank hem zeer kwalijk. Omdat het zo’n ernstig feit is, is dat al reden om verdachte een gevangenisstraf op te leggen.
Wat het voor verdachte nog erger maakt is zijn strafblad. . Verdachte is al vaker veroordeeld voor diefstallen. Bij een van die diefstallen heeft verdachte zelfs een keer geweld gebruikt. Daarvoor heeft verdachte meerdere keren in de gevangenis gezeten. 12 mei 2012 is hem een maatregel opgelegd van 2 jaar. Op 19 feb 2016 is hij veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf. Verdachte mocht bijna 4 maanden eerder naar huis. Maar wel met de waarschuwing dat hij geen misdrijven meer moesten plegen. Ondanks dat is verdachte weer de fout in gegaan..
De reclassering heeft met verdachte gesproken en daarvan een verslag gemaakt. Daarin staat dat hij veel problemen heeft. Hij is beperkt intelligent, Verdachte kan niet praten over zijn emoties en als de emoties hoog oplopen, gaat verdachte alcohol drinken. Dan is de kans ook groot dat hij misdrijven pleegt. Hij drinkt zo veel, dat er sprake is van een ernstige alcoholverslaving.
De reclassering vindt dat verdachte korte tijd in een kliniek moet worden behandeld. Daarna moet hij verder behandeld en begeleid worden. Dit om herhaling van misdrijven te voorkomen,.
Gelet op wat hiervoor is genoemd: de ernst van de poging diefstal, het strafblad van verdachte en het rapport van de reclassering komt de rechtbank tot een gevangenisstraf van 12 maanden. De kans is groot dat verdachte weer in de fout zal gaan. Daarom wordt van die 12 maanden 4 maanden opgelegd als waarschuwing. Pleegt verdachte tijdens de proeftijd van 3 jaren weer een diefstal, dan loopt hij het risico dat die vier maanden ook moeten worden uitgezeten in de gevangenis.
De rechtbank ziet af van de voorwaarde dat verdachte zich in een kliniek laat behandelen.
De rechtbank vindt wel dat verdachte behandeld moet worden voor zijn alcoholverslaving. Maar verdachte is al meerdere keren hulp geboden. Hij heeft zelfs al twee jaar in een instelling gezeten waarbij hij behandeld kon worden. Verdachte is daarna weer de fout in gegaan en hij heeft daarvoor 18 maanden gevangenisstraf gekregen. Hij is toen na 14 maanden in vrijheid gesteld. Weer met de verplichting om zich te laten behandelen. Zelfs met de dreiging boven zijn hoofd van de ongeveer 4 maanden nog resterende gevangenisstraf, lukte het verdachte niet van de alcohol af te blijven.
De rechtbank vindt dat verdachte voldoende hulp geboden is om zijn problemen aan te pakken. Steeds heeft verdachte deze kans niet gegrepen.
Als verdachte echt gemotiveerd is om van zijn alcoholverslaving af te komen, zal hij dat nu moeten laten zien door zelf actie te ondernemen.
7a. Schadevergoeding
Het slachtoffer [slachtoffer] heeft een schadevergoeding van € 50,- gevraagd, omdat een aantal potten en planten is vernield.
Omdat verdachte met [medeverdachte] die schade heeft veroorzaakt en verdachte dat bedrag ook wil betalen, zal de rechtbank die € 50,- ook toewijzen aan [slachtoffer] . Met rente.
Om ervoor te zorgen dat het bedrag wordt betaald, zal ook de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd. Die houdt in dat als verdachte niet betaalt aan [slachtoffer] , de Staat zich er mee gaat bezig houden dat verdachte dit bedrag betaalt. Dit onder de dreiging van 1 dag hechtenis als verdachte niet betaalt.

8.De toegepaste wetsartikelen

De rechtbank heeft bij het nemen van de beslissing gekeken naar de volgende wetsartikelen: artikel 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 27, 47, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart de gezamenlijke poging diefstal met inklimming bewezen;
 Spreekt verdachte vrij van de onderdelen van de tenlastelegging die de rechtbank niet bewezen vindt;
 verstaat dat wat de rechtbank bewezen vindt het feit oplevert zoals in dit vonnis genoemd onder punt 4.;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden.
Bepaalt dat van deze 4 (vier) maanden) niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Beveelt dat de tijd in voorarrest doorgebracht van de gevangenisstraf wordt afgetrokken op het moment dat verdachte de gevangenis in moet.
De beslissing op de schadevergoeding voor [slachtoffer] .
Wijst de schadevergoeding toe.
- Veroordeelt de veroordeelde – als [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor heeft betaald - aan [slachtoffer] , te betalen € 50,- (vijftig euro) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2017 tot de dag dat het hele bedrag is betaald.
- Veroordeelt de veroordeelde ook in de kosten door [slachtoffer] gemaakt, tot vandaag begroot op nul en in de kosten die [slachtoffer] mogelijk nog moet maken om zijn 50 euro betaald te krijgen.
Maatregel van schadevergoeding
- legt aan veroordeelde - als [medeverdachte] betaalt ook veroordeelde daardoor heeft betaald- de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 50 –, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2017 en met bepaling dat als die 50 euro niet wordt betaald 1 dag hechtenis kan worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- Bepaalt daarbij dat met de betaling aan [slachtoffer] de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.P.M. Kester-Bik (voorzitter), mr. J. Barrau en mr. C.E.W. van de Sande, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.G.A. Luijckx, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 oktober 2017.
BIJLAGE I – de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 1 juli 2017 te Nijmegen, gemeente Nijmegen, omstreeks
05:45 uur, althans gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan de [adres 3] ) weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, (met dat opzet) (via een muur en/of poort) op het balkon van voornoemde woning is geklommen en/of (vervolgens) via de balkondeur zich toegang heeft verschaft tot voornoemde woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
BIJLAGE 2 – de bewezenverklaring
hij, op
of omstreeks1 juli 2017 te Nijmegen, gemeente Nijmegen, omstreeks
05:45 uur,
althans gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een
of meerander
althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen
aan de [adres 3] ) weg te nemen geld en/of goederen van
zijn/hun gading,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] , i
n elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededadersen zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen
en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn/hun bereik te brengendoor middel van
braak, verbreking en/ofinklimming, (met dat opzet) (via een muur
en/of poort) op het balkon van voornoemde woning is geklommen en
/of(vervolgens) via de balkondeur zich toegang heeft verschaft tot voornoemde woning, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging (de beschuldiging) is opgenomen in bijlage I.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [naam] van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PLPL0600-2017302642, gesloten op 11 augustus 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 10-11.
4.Het proces-verbaal van aanhouding, p. 48.
5.Verklaring verdachte tijdens de zitting van 9 oktober 2017.
6.De volledige bewezenverklaring is als bijlage 2 aan het vonnis gehecht.