3.3.beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
I. Kunt u op basis van uw onderzoek vaststellen of de door Lunteren van [eiser] ontvangen biggen ten tijde van de levering onvoldoende resistent waren tegen het circovirus?
II. Zo ja, kunt u vaststellen welke entingsprocedure door [eiser] op de bij aanvang van de leveringen geleverde biggen is toegepast? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag kenbaar bespreken binnen hoeveel weken na de enting tegen het circovirus antistoffen in het bloed van een big waarneembaar zijn?
III. Kan de entingsprocedure van invloed zijn geweest op de resistentie van de biggen tegen het circovirus? Wilt u bij de beantwoording van deze vraag kenbaar bespreken of een enting tegen het circovirus op een leeftijd van twee weken per definitie oplevert dat een big geen antistoffen aanmaakt tegen dit virus?
IV. Aan welke voorwaarden dient een deugdelijke enting van jonge biggen te voldoen, teneinde de gebruikelijke resistentie als gevolg van vaccinatie te bewerkstelligen?
V. Is naar uw mening bij de geleverde biggen aan deze voorwaarden voldaan?
VI. Welk ziektebeeld meent u op basis van uw onderzoek te herkennen?
VII. Indien sprake is van een ziektebeeld, om welke ziekte gaat het dan?
VIII. Welke oorzaak kan voor dat ziektebeeld worden aangewezen?
Wilt u bij de beantwoording van deze vraag in ieder geval ook kenbaar bespreken:
- of een matige kwaliteit voer en een onjuiste hoeveelheid startvoer bij de opleg van de biggen de oorzaak kunnen zijn van dunne mest en of dit invloed heeft op de weerstand van een big waardoor een big behept kan raken met dierziekten?
- of uit het beschikbare feitenmateriaal blijkt dat de biggen van de mesters behept waren met PIA, PRRS, wormen, colidiarree en/of vibrio, wat de oorzaak is van deze aandoeningen, in hoeverre voeding en (hygiënische en klimatologische) stalomstandigheden een rol spelen bij het ontstaan ervan, of PIA, PRRS, wormen, colidiarree en vibrio besmettelijk zijn en of deze aandoeningen invloed hebben op de voederconversie?
- of een worminfectie de oorzaak kan zijn van white-spots in de lever van een big, wat hiervan de gevolgen zijn voor de ontwikkeling van een big en of een dergelijke worminfectie bestreden kan worden met een goed ontwormingsbeleid?
- of het risico bestaat dat de ziektedruk bij biggen wordt verhoogd indien in stallen biggen worden opgelegd van verschillende fokkers (3-5 verschillende fokkers), en zo ja, wilt u dan tevens aangeven op welke wijze dienen de stallen in dat geval dienen te worden gereinigd en gedesinfecteerd om verhoging van de ziektedruk en een verhoging van het sterftecijfer te voorkomen?
IX. Welke oorzaak kan, in het licht van de tijdens het onderzoek beschikbaar komende feiten, als meest waarschijnlijke veroorzaker van ziekteverschijnselen worden aangemerkt?
X. Heeft u verder nog opmerkingen op uw vakgebied die u voor de beoordeling van deze zaak van belang acht?