Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde sub 1]
[gedaagde sub 2],
1.de vennootschap onder firma [gedaagde in vrijwaring sub 1] ,
[gedaagde in vrijwaring sub 2],
[gedaagde in vrijwaring sub 3],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een letselschadeclaim als gevolg van een ongeval waarbij de eiser door een paard is getrapt. De rechtbank heeft op 2 augustus 2017 een vonnis gewezen waarin de procedure en de verdere beoordeling van de zaak worden uiteengezet. De rechtbank heeft eerder op 15 maart 2017 een tussenvonnis uitgesproken waarin partijen de gelegenheid kregen om zich uit te laten over rapporten van deskundigen. De eiser heeft aangegeven dat hij de rapporten van de betrokken artsen als uitgangspunt wil nemen, terwijl de gedaagden de voorkeur geven aan de benoeming van een verzekeringsgeneeskundige om de kosten te beperken. De rechtbank heeft besloten dat de benoeming van een verzekeringsarts noodzakelijk is, gezien de klachten van de eiser die als ongevalsgevolg worden aangemerkt. De rechtbank heeft M.M.F. Timmerhuis benoemd als deskundige om het onderzoek uit te voeren en heeft specifieke vragen geformuleerd die de deskundige moet beantwoorden. De kosten van het onderzoek zijn vastgesteld op € 4.840,00, die door de gedaagden moeten worden gedeponeerd. De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundige binnen twee weken na betaling van het voorschot een afspraak moet maken voor het onderzoek. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen.