ECLI:NL:RBGEL:2017:5083
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de Rechtbank Gelderland inzake witwassen door meerdere verdachten
Op 19 september 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie mannen van 23 en 24 jaar uit Arnhem, die verdacht werden van het medeplegen van witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten in de periode van 1 augustus 2016 tot en met 17 oktober 2016 betrokken waren bij het verbergen en verhullen van de werkelijke aard en herkomst van voorwerpen en geldbedragen, die vermoedelijk afkomstig waren uit misdrijf. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd, omdat er onvoldoende wettig bewijs aanwezig was om tot een bewezenverklaring te komen. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit, met de stelling dat er onvoldoende overtuigend bewijs was.
Na beoordeling van de zaak heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachten het ten laste gelegde feit hadden begaan. De rechtbank heeft de verdachten dan ook vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Daarnaast heeft de rechtbank de benadeelde partij, die zich had gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding, niet-ontvankelijk verklaard in de vordering, omdat er aan de verdachte geen straf of maatregel was opgelegd. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.