Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
“ Hebben ruzie gehad.. (..) Behoorlijk uit de klauwen gelopen (..) [verdachte] en ik hadden ruzie met een jongen en die heeft kennelijk ernstig letsel opgelopen… (..) Iemand anders heeft een glas op die jongen zijn hoofd gegooid wrs” [18]
“Wat moet ik zeggen? Je weet hoe ik me voel”
3.Bewezenverklaring
of omstreeks28 februari 2016 in de gemeente Nijkerk
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] , (met kracht) meermalen,
althans eenmaal,met een glas
en/of en glasscherf,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,in/op/tegen de borst en
/of(rechter)hals en
/of(rechter)nek en
/of(rechter)kaak,
althans het lichaam en/of het gezicht,heeft
/hebbengeslagen
en/of gestompt en/of gesneden en/of gestoken,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeks28 februari 2016 in de gemeente Nijkerk openlijk, te weten op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, Café [naam 1] , gevestigd aan het [adres 2] , in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer] , welk geweld bestond uit
althans eenmaalslaan en/of stompen op/tegen het gezicht,
althans het hoofdvan die [slachtoffer] en
/ofop/tegen het lichaam van die [slachtoffer] , waardoor die [slachtoffer] ten val is gekomen en
/of
meermalen, althanseenmaal
,trappen
en/of schoppen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer] , terwijl die [slachtoffer]
al dan nietop de grond lag en
/ofprobeerde op te staan.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
6 (zes) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van hier onder te vermelden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd, die op twee jaren wordt bepaald;
teruggavevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, indien de strafzaak onherroepelijk is geëindigd, te weten:
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 3.943,59(drieduizend negenhonderddrieënveertig euro en negenenvijftig eurocent);
benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering;
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag
te betalen van € 3.943,59(drieduizend negenhonderddrieënveertig euro en negenenvijftig eurocent), met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 49 (negenenveertig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;