Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
29 september 2017 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiseres(gemachtigde: [gemachtigde] ),
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
Overwegingen
14 september 2015 een operatie (Refractive Lens Exchange) ondergaan, waarbij haar ooglenzen zijn vervangen door multifocale torische lenzen (hierna: implantatie van de lenzen). De kosten van deze behandeling bedragen € 5.900 en zijn niet vergoed door haar ziektekostenverzekering.
a. genees- en heelkundige hulp, met uitzondering van ooglaserbehandelingen ter vervanging van bril of contactlenzen;
(…)
2 Als ander hulpmiddel als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, worden in ieder geval niet aangemerkt:
Uitgaven voor brillen, contactlenzen en overige hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen zijn uitgezonderd. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt in afwijkingsgraad van de ogen en daarmee in sterkte van bril of contactlenzen, omdat vanwege uitvoeringstechnische redenen een dergelijke afbakening niet mogelijk is.
De reden van uitsluiting van voornoemde hulpmiddelen is, dat het dragen van een bril of contactlenzen een zo veel voorkomend verschijnsel in onze samenleving is dat de kosten die met de aanschaf en het gebruik hiervan samenhangen niet als voldoende specifiek en naar hun aard als meerkosten in vergelijking met doorgaans gezonde personen beoordeeld zijn, om voor aftrek in aanmerking te komen. Omdat een ooglaserbehandeling ter vervanging of voorkoming van bril of contactlenzen nauw verbonden is met het dragen van een bril of contactlenzen, zijn de uitgaven voor een dergelijke behandeling eveneens uitgesloten van aftrek. Onder overige hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen wordt bijvoorbeeld contactlensvloeistof verstaan.
Hulpmiddelen voor blinde personen vallen hier niet onder. Hulpmiddelen voor deze groep zien niet zozeer op ondersteuning van het gezichtsvermogen, maar op vervanging van het gezichtsvermogen. Visuele hulpmiddelen voor deze groep komen dus wel voor aftrek in aanmerking, uiteraard voor zover sprake is van drukkende uitgaven. Over het algemeen zullen deze kosten (deels) worden vergoed.” Kamerstukken II, 2008-2009, 31 706, nr. 3, p. 47.
S. Lensink MSc, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
29 september 2017.