Op 20 september 2017 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was in een kort geding, stelde dat de rechter, mr. S.A.M. Vrendenbarg, hem niet serieus nam en hem uitlachte vanwege een klacht die hij tegen een notaris had ingediend. Verzoeker voerde aan dat de rechter vooringenomen was en zijn argumenten zonder enige overweging van tafel veegde. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 september 2017 heeft de rechter deze beschuldigingen betwist en verklaard dat zij niets wist van de klacht tegen de notaris. De rechtbank oordeelde dat verzoeker zijn stellingen niet voldoende had onderbouwd en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Aangezien verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangedragen die de vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd maakten, werd het verzoek tot wraking afgewezen. De beschikking werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.