ECLI:NL:RBGEL:2017:4809

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 september 2017
Publicatiedatum
19 september 2017
Zaaknummer
05/740128-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man wegens verleiding en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal

Op 18 september 2017 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 42-jarige man uit Nijmegen. De man werd veroordeeld voor het verleiding en gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit houden van kinderpornografische foto’s en video’s. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op van zes maanden met een proeftijd van drie jaren, alsook een werkstraf van 200 uren. Bij de voorwaardelijke gevangenisstraf zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht, behandelverplichting en een locatieverbod voor sportverenigingen en speeltuinen. Tevens moet de man schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

De zaak kwam aan het licht na een aangifte en een digitaal onderzoek door de politie. De verdachte had zich op internet voorgedaan als een jongeman en had contact gelegd met minderjarige jongens, waaronder het slachtoffer. Hij had hen verleid tot ontuchtige handelingen voor de webcam, waarbij hij beelden maakte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan ernstige feiten die een inbreuk op de psychische integriteit van de slachtoffers vormden. De rechtbank hield rekening met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte, zoals vastgesteld in een psychologisch rapport.

De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen tot een bedrag van € 1.137,84, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank heeft de verdachte ook verplicht om de kosten van het geding te vergoeden. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/740128-16
Datum uitspraak : 18 september 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum 1] 1975 te [geboorteplaats] , wonende te [adres]
raadsman: mr. F.G.W.M. Huijbers, advocaat te Nijmegen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 04 september 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen of omstreeks de periode van de maand januari 2016 tot en met 2 maart 2016 te Nijmegen en/of Kerkdriel, in elk geval in Nederland, (telkens) door giften of beloften van geld of goed of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding, te weten door het verstrekken en/of beloven van (virtueel) geld of goed(eren) (geld in microserver en/of real life server) en/of door het zichzelf voor te doen als een jonge jongen en/of door vertrouwen te wekken, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, van wie verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd
van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen van verdachte, te weten het voor de webcam, en aldus voor verdachte zichtbaar, tonen van zijn penis en/of te masturberen;
2.
hij op één of meer tijdstippen gelegen
in of omstreeks de periode van de maand januari 2016 tot en met 15 maart 2016 te Nijmegen en/of Kerkdriel, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
telkens
afbeeldingen (totaal 515), te weten foto's (482) en/of films/videos (33), - en/of gegevensdragers (2), te weten een iPad 4 en/of een iPhone 6 - bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid,
aangeboden,
openlijk tentoongesteld,
vervaardigd (van ondermeer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004),
ingevoerd,
doorgevoerd,
uitgevoerd,
verworven,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft (tot ondermeer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004),
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam 1] (afbeelding 1 fotomap) en [bestandsnaam 2] (afbeelding 2 fotomap)) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding en/of (waarbij) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het
(ontblote) geslachtsdeel van deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam 1] (afbeelding 3 en 4 toonmap))
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] namens [slachtoffer] , p. 29 e.v.;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 34 e.v.;
- het proces-verbaal digitaal onderzoek Skype, p. 104 e.v.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2017.
Ten aanzien van feit 2:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografische materiaal, p. 417 e.v.;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 september 2017.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van de maand januari 2016 tot en met 2 maart 2016 te Nijmegen en/of Kerkdriel,
in elk geval in Nederland,(telkens) door giften of beloften van geld of goed
of misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwichtof door misleiding, te weten door het verstrekken en/of beloven van (virtueel) geld of goed(eren) (geld in microserver en/of real life server) en/of door het zichzelf voor te doen als een jonge jongen en/of door vertrouwen te wekken, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004, van wie verdachte wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen tot het plegen
en/of duldenvan ontuchtige handelingen
van verdachte, te weten het voor de webcam, en aldus voor verdachte zichtbaar, tonen van zijn penis en/of te masturberen;
2.
hij op
één ofmeer tijdstippen gelegen
in
of omstreeksde periode van de maand januari 2016 tot en met 15 maart 2016 te Nijmegen en/of Kerkdriel,
in elk geval in Nederland,
meermalen,
althans eenmaal
telkens
afbeeldingen (totaal 515), te weten foto's (482) en/of films/videos (33), - en/of gegevensdragers (2), te weten een iPad 4 en/of een iPhone 6 - bevattende afbeeldingen,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid,
aangeboden,
openlijk tentoongesteld,
vervaardigd (van onder meer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004),
ingevoerd,
doorgevoerd,
uitgevoerd,
verworven,
in bezit gehad en
/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft (tot onder meer [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2004),
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam 1] (afbeelding 1 fotomap) en [bestandsnaam 2] (afbeelding 2 fotomap)) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een erotisch getinte houding en/of (waarbij) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het
(ontblote) geslachtsdeel van deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ( [bestandsnaam 1] (afbeelding 3 en 4 toonmap))
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
Door giften of beloften van geld of goed of misleiding, een persoon waarvan de dader weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 2:
Een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, vervaardigen, in bezit hebben of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen,
terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 362 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en voorts tot het verrichten van 200 uren werkstraf, te vervangen door 100 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft naar voren gebracht dat het ten aanzien van feit 1 gaat om een korte periode, te weten één maand. Daarnaast heeft verdachte, ten aanzien van feit 2, er geen gewoonte van gemaakt. Ook dient bij de beoordeling van de strafmaat te worden betrokken dat verdachte geen justitiële documentatie heeft en dat verdachte, volgens de psycholoog, verminderd toerekeningsvatbaar is. De persoonlijke omstandigheden van verdachte waren niet gunstig, maar door het ingrijpen van de reclassering gaat het een stuk beter met verdachte. Verdachte heeft nu een dagbesteding en wordt begeleid door de reclassering en door Kairos. Hierdoor is het recidiverisico van hoog naar matig gegaan. Voor wat betreft de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden vraagt de raadsman van verdachte deze voorwaarden nauwkeurig te omschrijven.
De geëiste gevangenisstraf is te hoog, onder andere omdat verdachte zich al een jaar aan vergelijkbare voorwaarden heeft gehouden.
Tegen de dadelijk uitvoerbaarheid van de voorwaarden heeft de raadsman van verdachte zich niet verzet.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 19 juli 2017;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 28 juni 2016;
- een voorlichtingsrapportage van Reclassering Nederland, gedateerd 14 augustus 2017;
- een Pro Justitia rapportage van A.H. Bouwman, GZ-psycholoog, gedateerd 23 juni 2016.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verleiding en gewoonte maken van kinderpornografische foto’s en video’s te vervaardigen en in bezit te houden. Verdachte heeft zich op internet voorgedaan als een jongeman of een jonge vrouw en als zodanig, contact gelegd met zijn jonge slachtoffers, waaronder met [slachtoffer] . Verdachte heeft het vertrouwen van [slachtoffer] gewonnen. Hierdoor en door virtueel geld of goederen te beloven en te verstrekken, heeft verdachte [slachtoffer] vatbaar gemaakt voor het plegen van ontuchtige handelingen. Zo heeft verdachte tot tweemaal toe [slachtoffer] ertoe aangezet om zich voor de webcam af te trekken. Hier heeft verdachte foto’s en video’s gemaakt.
Daarnaast heeft verdachte door deze wijze van handelen meerdere minderjarige jongens zover gekregen dat zij aan hun piemel zaten dan wel dat zij zich aftrokken voor de webcam. Ook hiervan heeft verdachte foto’s en video’s gemaakt.
De raadsman van verdachte heeft naar voren gebracht dat de ten laste gelegde periode ten aanzien van feit 1 dient te worden ingekort. De rechtbank oordeelt dat dit geen invloed heeft op de strafmaat, nu verdachte bekent dat hij [slachtoffer] tot twee maal toe voor de webcam ontuchtige handelingen heeft laten plegen. Deze handelingen hebben plaatsgevonden in de ten laste gelegde periode.
Door de wetgever is de geestelijke en lichamelijke integriteit van jeugdigen uitdrukkelijk beschermd, onder meer op de grond dat zij op seksueel gebied nog niet volgroeid zijn en worden geacht niet zelfstandig de emotionele gevolgen van seksueel contact voldoende te kunnen overzien.
Door zijn handelen heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de psychische integriteit van de slachtoffers hetgeen naar de ervaring leert, kan leiden tot blijvende psychische schade.
Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank op geen enkele wijze rekening gehouden met de mogelijke nadelige gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. Hij heeft uitsluitend oog gehad voor zijn eigen belang en de bevrediging van zijn eigen behoeften.
Over verdachte is een psychologische rapportage opgemaakt, gedateerd 23 juni 2016, door psycholoog A.H. Bouwman. Deze rapporteert dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogen. Deze gebrekkige ontwikkeling komt onder meer tot uiting in een sociaal emotionele en communicatieve beperking, waarbij het verdachte niet lukt zijn eigen emoties en gedachten en die van anderen te onderkennen en te herkennen. Onderdeel van de gebrekkige ontwikkeling is de ongedifferentieerde seksuele voorkeur bij verdachte en zijn gebrek aan zelfregulerende vaardigheden. Hier was ook sprake van ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Er wordt dan ook geadviseerd om verdachte ten aanzien van de door hem gepleegde delicten verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Geadviseerd wordt om de reeds in gang gezette behandeling bij Kairos te continueren. De rechtbank neemt de conclusie van de verminderende toerekeningsvatbaarheid over.
Uit het rapport van de reclassering komt naar voren dat er als bijzondere voorwaarde voor de schorsing uit voorlopige hechtenis, een gedegen reclasseringstoezicht is opgezet. Verdachte wordt frequent gezien door de reclassering en krijgt behandeling van Kairos. Verdachte is trouw aan de opgezette begeleiding en hulpverlening. Binnen Kairos neemt verdachte deel aan de zedengroep “Anders denken anders doen’, waaraan verdachte actief deelneemt en waar hij veel aan zegt te hebben. Merkbaar aan verdachte is een afname aan egoïsme en een toename aan inlevingsvermogen, al is dat laatste vooral verstandelijk en maar zeer beperkt gevoelsmatig. Het kader rondom verdachte is duidelijk in beeld binnen het reclasseringstoezicht. Er is vanuit de reclassering contact met de hulpverleningsinstanties, met de wijkagent, de vader van verdachte en met de voetbalvereniging waar verdachte vrijwilligerswerk verrichtte.
Deze aanpak lijkt afdoende om te komen tot vermindering van het recidiverisico. Het recidiverisico wordt ingeschat als matig.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie geëiste werkstraf passend en geboden is. Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijk gevangenisstraf opleggen. De rechtbank acht dit nodig om de ernst van de feiten uit te drukken en om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Om de kans op herhaling te voorkomen acht de rechtbank het noodzakelijk daaraan de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te koppelen. Gelet op de verminderende toerekeningsvatbaarheid komt de rechtbank tot een lagere voorwaardelijke gevangenisstraf dan de eis van de officier van justitie.
Gezien het voorgaande, houdt de rechtbank er ernstig rekening mee dat verdachte, zonder adequate behandeling, wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank zal daarom bepalen dat de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
Ten aanzien van het beslag:
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen Iphone en Apple I Ipad worden onttrokken aan het verkeer. De in beslag genomen computer (Asus personal) dient te worden verbeurdverklaard.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten een Iphone en een Apple I Ipad, met behulp waarvan de bewezenverklaarde feiten zijn begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
Het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een computer (Asus personal) volgens opgave van verdachte aan verdachte toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het een voorwerp betreft met betrekking tot welke het bewezenverklaarde is begaan.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 137,84 aan materiële schade en een bedrag van € 2.000,- aan immateriële schade. Het totaal gevorderde bedrag bedraagt € 2.137,84.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] tot betaling van het bedrag van € 2.137,84 toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 31 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevoerde ‘verplaatste kosten moeder’ niet toewijsbaar zijn. De moeder van [slachtoffer] heeft de verplichting om haar schade te beperken. Dit heeft zij naar mening van de raadsman van verdachte niet gedaan.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 1 bewezen verklaarde handelen tot het gevorderde bedrag aan materiële schade te weten € 137,84 schade heeft geleden. De rechtbank heeft het gevorderde bedrag aan immateriële schade gematigd tot een bedrag van € 1000,-. Verdachte is voor deze bedragen naar burgerlijk recht aansprakelijk. De vordering dient tot een bedrag van € 1.137,84 te worden toegewezen.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 2 maart 2016.

8. De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 14e, 22c, 22d, 24, 24c, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 36f, 57, 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
 bepaalt, dat deze gevangenisstraf,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
 stelt de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 stelt de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij de Reclassering Nederland, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht en zich zal houden aan de aanwijzingen die Reclassering Nederland hem geeft;
- diagnostiek zal laten verrichten en zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van forensische polikliniek Kairos of soortgelijke ambulante (forensische) zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling/behandelaar aan te geven, waarbij hij zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd niet zal bevinden op het terrein van voetbalvereniging [naam 2] en/of sportverenigingen en/of op schoolpleinen en/of in speeltuinen en/of in zwembaden te Nijmegen, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
- beveelt dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 een
werkstrafgedurende
200 (tweehonderd) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 (honderd) dagen;

Het beslag
 de rechtbank beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een Ipone en een Apple I Ipad;

verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: een computer (Asus personal);

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De rechtbank:
veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer] , van een bedrag van € 1.137,84 (duizend honderdzevenendertig euro en vierentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.W. van de Sande (voorzitter), mr. C. Kleinrensink en
mr. J.B.J. Driessen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 september 2017.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, team Digitale Opsporing, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600 2016106430, gesloten op 20 februari 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.