Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
GOEDBEWIND.NL B.V. ,in haar hoedanigheid van bewindvoerder voor
[vader],
1.De procedure
- de dagvaardingen tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening
- het herstelexploot van 22 mei 2017
- de conclusie van antwoord in incident van [gedaagde sub 1] .
2.De vordering en het verweer in het incident
en vader hebben belang bij een spoedige partiële verdeling, waarbij aan ieder der deelgenoten wordt toegedeeld die zaken waarover partijen het eens zijn en waarbij ook het liquide vermogen alvast betaalbaar wordt gesteld.
De door de notaris opgestelde ‘staat van inventarisatie, berekening en verdeling’ was reeds in januari 2017 gereed. Voor zover bekend hebben vader en [gedaagde sub 1] geen inhoudelijke bezwaren tegen de hierin opgenomen partiële verdeling. Blijkens deze staat bedraagt het zuiver saldo van de nalatenschap € 531.911,62. Indien de helft van de WOZ-waarde van de woning die in de nalatenschap valt buiten beschouwing wordt gelaten, bedraagt de nalatenschap € 359.411,62.
De woning is al twee jaar onbewoond. Partijen zijn het erover eens dat de woning verkocht moet worden, maar zijn het niet eens over de wijze waarop. [eiseres] wil de verkoop volledig uit handen geven aan een makelaar. [gedaagde sub 1] wil zich intensief met het verkooptraject bemoeien. Hij wil geen toestemming geven voor partiële verdeling als niet de door hem gewenste verkoopwijze wordt gevolgd. Hierdoor gebeurt er niets. Dit moet doorbroken worden.
Vader is opgenomen in een verpleeginrichting en heeft een spoedeisend belang bij het ter beschikking stellen van de aan hem toe te delen roerende zaken. Er zijn geen redenen om niet alvast aan iedere deelgenoot toe te delen die zaken waarover partijen het eens zijn.
Het afwachten van de einduitspraak in de hoofdzaak duurt te lang. Bij toewijzing van de voorlopige voorzieningen wordt niet op ontoelaatbare wijze vooruitgelopen op de hoofdzaak.
Primair geldt dat de nalatenschap nog niet (partieel) verdeeld kan worden, omdat op grond van artikel 4:222 van het Burgerlijk Wetboek (BW) in verbinding met artikel 3:178 BW eerst de vereffening voltooid behoort te worden.
Subsidiair geldt dat de erfgenamen/vereffenaars gelet op artikel 4:215 lid 4 BW in verbinding met artikel 3:68 BW een (partiële) verdeling niet op eigen houtje kunnen bewerkstelligen, omdat dit zou leiden tot ongeoorloofde Selbsteintritt. Een geldige partiële verdeling is daarom slechts mogelijk met toestemming van de kantonrechter.
Verder ontbreken de gewichtige redenen die op grond van artikel 3:179 lid 1 BW nodig zijn voor een gedeeltelijke verdeling. Er is geen enkele reden waarom de uitkomst van de procedure in de hoofdzaak niet kan worden afgewacht.
Meer subsidiair kan een partiële verdeling pas aan de orde zijn als de woning te koop staat. Pas dan kan worden beoordeeld wat een redelijk bedrag is dat reeds aan de erfgenamen kan worden uitgekeerd.
Partiële verdeling van de inboedelgoederen kan plaatsvinden, althans voor zover het de goederen van vader betreft, nu in het verzorgingstehuis geen persoonlijke spullen aanwezig zijn.
3. De beoordeling
Op de voet van artikel 140 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) wordt tussen alle partijen één vonnis gewezen dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
in het incident
Aangenomen moet worden dat partijen het voor het overige eens zijn over de omvang, waardering en verdeling van de nalatenschap, nu [gedaagde sub 1] de juistheid van de door [eiseres] overgelegde ‘staat van inventarisatie, berekening en verdeling inzake de nalatenschap van mevrouw [erflaatster] ’ niet (gemotiveerd) heeft betwist. Volgens deze staat vertoont de nalatenschap in het geval geabstraheerd wordt van (de WOZ-waarde van) de onverdeelde helft in de woning een positief saldo van € 359.411,62.
Met de in dit incident bij wege van voorlopige voorziening gevorderde partiële verdeling van de nalatenschap wenst [eiseres] te bewerkstelligen dat, vooruitlopend op de in de hoofdzaak gevorderde (wijze van) verdeling, de nalatenschap van moeder met uitzondering van de onverdeelde helft van de woning (gewaardeerd op de WOZ-waarde) reeds thans wordt verdeeld. Het gaat om uitbetaling van het beschikbare liquide vermogen en toedeling van de roerende zaken aan de erfgenamen.
Het voorgaande geldt evenzeer voor de door [eiseres] reeds thans gevorderde verdeling van de roerende zaken, zulks echter met uitzondering van de roerende zaken die volgens de staat aan vader dienen te worden toebedeeld. [gedaagde sub 1] heeft erkend dat vader in het verzorgings/verpleeghuis verstoken is van allerlei persoonlijke bezittingen en noemt het zelfs een schrijnende situatie. Voor dit deel van de vordering is het (spoedeisend) belang bij een voorlopige voorziening voldoende aannemelijk geworden. Gelet op dit (spoedeisend) belang bestaat aanleiding af te wijken van het wettelijk uitgangspunt dat in geval van beneficiaire aanvaarding de vereffening van de nalatenschap behoort te worden voltooid alvorens overgegaan kan worden tot verdeling van de nalatenschap. Hierbij wordt mede in aanmerking genomen dat bij toewijzing van deze vordering niet gevreesd hoeft te worden voor benadeling van schuldeisers (vgl. Hoge Raad 19 mei 2017, ECLI:NL:HR:939).
3.6. Nu partijen in een familierelatie tot elkaar staan en het geschil omtrent de nalatenschap van moeder uit deze familierelatie voortvloeit, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
4.De beslissing
in zoverremet de partiële verdeling instemmen, zodat de notaris deze
in zoverrezal kunnen uitvoeren,
4.2. verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad,