ECLI:NL:RBGEL:2017:4340

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 augustus 2017
Publicatiedatum
22 augustus 2017
Zaaknummer
05/840115-17, 05/250092-16 en 05/840249-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontoerekeningsvatbaarheid en psychiatrische opname na bedreigingen en vernielingen door verdachte

Op 22 augustus 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meerdere bedreigingen en vernielingen heeft gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1964, zich schuldig heeft gemaakt aan het bedreigen van verschillende personen in Apeldoorn, waarbij zij dreigende uitspraken deed zoals 'jullie gaan allemaal dood' en 'ik schiet de hele [naam 1] dood'. Daarnaast heeft de verdachte diverse eigendommen van de Vereniging van Eigenaren vernield, waaronder een brievenbus, planten en een ingelijst portret van het koningspaar. De rechtbank heeft op basis van psychologisch en psychiatrisch onderzoek geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en de ziekte van Graves, wat haar gedrag heeft beïnvloed. Gezien haar volledige ontoerekeningsvatbaarheid heeft de rechtbank besloten om de verdachte van alle rechtsvervolging te ontslaan en haar voor de duur van één jaar te plaatsen in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank heeft daarbij de ernst van de bedreigingen en vernielingen meegewogen, evenals de impact op de slachtoffers en de noodzaak van behandeling voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers : 05/840115-17, 05/250092-16 en 05/840249-17
Datum uitspraak : 22 augustus 2017
Tegenspraak (279 Sv)
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende bij [instelling] , [adres] [plaats] .
Raadsman: mr. R.A. Bruinsma, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
8 augustus 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is onder parketnummer
05/840115-17ten laste gelegd dat
1.
zij op of omstreeks 30 januari 2017 te Apeldoorn [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :"jullie gaan allemaal dood" en/of "jij gaat dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
zij op of omstreeks 31 januari 2017 te Apeldoorn [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"ik schiet de hele [naam 1] dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
zij op of omstreeks 20 januari 2017, te Apeldoorn, opzettelijk en wederrechtelijk een goed, te weten een brievenbus, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 1] , heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
zij op of omstreeks 24 januari 2017, te Apeldoorn, een persoon genaamd [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd: "I kill you, I kill you all", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
zij op of omstreeks 24 januari 2017, in de gemeente Apeldoorn, een persoon genaamd
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de
woorden toegevoegd: "We jews. We will kill you all" en/of "We kill you", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of (daarbij/vervolgens) met (een van) haar handen een gebaar heeft gemaakt als zij een pistool tegen haar hoofd zette en haalde zij de trekker van dat pistool over.
Onder parketnummer
05/250092-16is aan verdachte ten laste gelegd dat
zij op één of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 juli 2016 tot en met 19 augustus 2016 te Apeldoorn (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk
- een (klap)stoel en/of
- een of meerdere planten en/of
- een portret en/of een (bijbehorende) lijst (van het koningspaar Willem-Alexander en Maxima)en/of glaswerk en/of
- een muur (in de toegangshal),
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan Vve [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Ten slotte is onder parketnummer
05/840249-17aan verdachte ten laste gelegd dat
zij op of omstreeks 21 november 2016, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk en wederrechtelijk een goed, te weten een (of meer)schuifdeur(en), dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan " [naam 1] " heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Aanleiding onderzoek/vaststaande feiten
Verdachte heeft enige tijd gewoond in ‘ [naam 1] ’ in [woonplaats] [1] . Er zijn door medebewoners en namens de Vereniging van Eigenaren aangiftes tegen haar gedaan.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle ten laste gelegde feiten, met uitzondering van de vernieling van de planten en het portret van Willem-Alexander en Maxima.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de vernieling van de planten, het portret van het koningspaar en de muur. Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05/840115-17 [2]
Feit 1
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat verdachte op 30 januari 2017 op een zeer dreigende manier in haar richting liep. Verdachte riep daarbij: “Jullie gaan allemaal dood, jij gaat dood”. Aangeefster was ervan overtuigd dat verdachte haar zou aanvallen. Verdachte wees namelijk in haar richting, liep in haar richting en keek aangeefster aan terwijl ze de bedreigingen uitte. Aangeefster heeft veel last van de doodsbedreigingen en is bang dat verdachte haar bedreiging daadwerkelijk zal uitvoeren. [3]
[getuige 1] heeft verklaard dat zij op 30 januari 2017 hoorde dat verdachte zeer agressief was in de richting van [slachtoffer 1] . Verdachte riep: “Ik maak jullie allemaal dood, jullie gaan allemaal dood. En jij helemaal [slachtoffer 1] ”. Verdachte wees hierbij in de richting van [slachtoffer 1] . Ze wilde ook in de richting van [slachtoffer 1] lopen. Verdachte was helemaal op [slachtoffer 1] gericht, aldus [getuige 1] . [4]
Feit 2
[slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan en daarbij verklaard dat verdachte op 31 januari 2017 in de hal van [naam 1] tegen hem heeft geschreeuwd: “Ik schiet de hele [naam 1] dood”. Zij herhaalde deze bedreiging vervolgens nog een keer. [slachtoffer 2] voelde zich echt bedreigd. [5]
[slachtoffer 1] heeft verklaard dat ze op 31 januari 2017 zag dat verdachte een woordenwisseling had met [slachtoffer 2] . Zij hoorde dat verdachte schreeuwde: “Ik schiet heel [naam 1] dood”. [6]
Feit 3
Namens ‘ [naam 1] ’ is aangifte gedaan van vernieling van een brievenbus in de hal van het gebouw. Op de camerabeelden van 20 januari 2017 was te zien dat verdachte twee keer tegen de brievenbus schopte. Dit ging behoorlijk hard. [7]
Feit 4
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van bedreiging door verdachte. Op 24 januari 2017 heeft verdachte in de richting van aangeefster gewezen en daarbij gezegd: “I kill you, I kill you all”.
Aangeefster voelt zich door de uitspraken van verdachte ernstig bedreigd omdat ze weet dat verdachte, als ze in een dergelijke gemoedstoestand verkeert, in staat is tot een daad als waarmee ze aangeefster bedreigde. [8]
Feit 5
[slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van bedreiging. Op 24 januari 2017 vloog verdachte met een noodgang het kantoor van [slachtoffer 1] in ‘ [naam 1] ’ binnen. Ze schreeuwde: “We Jews!! We will kill you all!!”. Verdachte keek [slachtoffer 1] recht aan en zei: “We will kill you!”. [slachtoffer 1] zag dat verdachte hierbij met haar hand een gebaar maakte van een pistool dat ze tegen het hoofd zette en de trekker overhaalde. Bij [slachtoffer 1] bestond de angst dat verdachte haar fysiek iets zou aandoen. [9]
Feit 4 en feit 5
[getuige 2] heeft verklaard dat ze op 24 januari 2017 hoorde dat verdachte tegen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] zei: “I kill you, ik schiet een kogel door je kop”. Dit is een paar keer herhaald. [10]
Conclusie rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de haar ten laste gelegde feiten.
Parketnummer 05/250092-16 [11]
Namens de VvE [naam 1] heeft [aangever] aangifte gedaan van vernieling van eigendommen van de VvE.
Op 20 juli 2016 hoorde [aangever] dat een klapstoeltje in de kelder bij de liften was vernield. De stoel, die in de muur was bevestigd met scharnieren, was ontzet. De schroeven waren afgebroken. [aangever] heeft de camerabeelden bekeken en gezien dat verdachte meermalen met kracht de stoel in- en uitklapte en deze vernielde.
Op 14 augustus 2016 lagen er in de toegangshal meerdere planten op de grond. Op de vloerbedekking lag een spoor van zand en grind. Deze planten stonden in plantenbakken in de hal en de planten lagen nu buiten bij de ingang. Op de camerabeelden was te zien dat verdachte de planten uit de plantenbakken trok.
Op 17 augustus 2016 is geconstateerd dat het ingelijste portret van het koningspaar was vernield. Dit portret hing in de toegangshal op de begane grond. Op de beelden was te zien dat verdachte het portret van de muur haalde en ermee weg liep. Even later kwam ze terug en zette ze het portret op de grond onder de plek waar het portret eerder hing. [aangever] was een paar minuten later in de hal en zag dat het glas vernield was.
Op 19 augustus 2016 heeft verdachte, zo was te zien op camerabeelden, een dartbord opgehangen op de plek waar eerder het portret van het koningspaar hing. Vervolgens ging ze pijltjes gooien, maar omdat ze het bord miste, is schade ontstaan aan de muur. Er zaten gaten en scheurtjes in de muur. [12]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft de camerabeelden bekeken. Hij heeft het volgende beschreven:
- 20 juli 2016, camera hal liften: te zien is dat een vrouw met kracht een klapstoeltje, dat naast de ingang van de lift hangt, naar beneden slaat. Als er iets van gezegd wordt, neemt de vrouw een agressieve houding aan en slaat ze het stoeltje nog een aantal keren met kracht naar beneden.
- 17 augustus 2016, camera hal: te zien is dat de vrouw een fotolijst van de muur haalt en deze meeneemt. Ongeveer 2,5 uur later is te zien dat de vrouw terug komt lopen de hal in en de foto neerzet op de grond, onder de plek waar deze eerst hing.
- 19 augustus 2016, camera hal: de vrouw komt de hal in lopen met een dartbord. Ze gaat staan darten in de gang. Hierbij komen er af en toe pijltjes in de muur terecht. [13]
Wijkagent [wijkagent] heeft verklaard dat zij verdachte heeft herkend op de haar getoonde foto’s van vernielingen in [naam 1] . [wijkagent] heeft een aantal weken daarvoor een gesprek gevoerd met verdachte. Zij zag toen dat verdachte een grote zonnebril droeg en eenzelfde hond bij zich had als op de foto’s. Verder herkende zij verdachte aan haar postuur en het half lange haar. [wijkagent] heeft verklaard dat zij de vrouw op de foto’s voor 100% herkent als zijnde verdachte. [14]
De rechtbank overweegt met betrekking tot de foto(lijst) dat verdachte op de camerabeelden is te zien als ze wegloopt met de lijst en als ze weer in de hal terugkomt met de lijst. Kort daarna is geconstateerd dat het glas van de lijst kapot was. Verdachte heeft enkel verklaard het portret niet te hebben vernield, maar ze heeft deze verklaring verder geen handen en voeten gegeven. Wie, anders dan verdachte, dan verantwoordelijk zou zijn voor de schade aan de lijst, is niet duidelijk geworden. Omdat uit de camerabeelden volgt dat de lijst door verdachte is meegenomen uit de hal en mét schade door haar is teruggebracht, acht de rechtbank bewezen dat verdachte (het glas van) de lijst heeft vernield.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het uit bakken trekken van planten worden beschouwd als beschadiging, omdat de planten daardoor worden aangetast.
De rechtbank bestempelt het gooien van dartpijltjes in een muur, waardoor gaatjes in die muur ontstaan, als beschadiging, nu de muur weliswaar is aangetast, maar door reparatie weer in de oude staat kan worden hersteld.
Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte eigendommen van de Vereniging van Eigenaren heeft vernield (de stoel en het ingelijste portret van Willem-Alexander en Maxima) en beschadigd (de planten en de muur).
Parketnummer 05/840249-17 [15]
Verdachte is een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van de aangifte namens [naam 1] , p. 8-9;
- de verklaring van verdachte, p. 29.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer
05/840115-17:
1.
zij op
of omstreeks30 januari 2017 te Apeldoorn [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd :"jullie gaan allemaal dood" en/of "jij gaat dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
zij op
of omstreeks31 januari 2017 te Apeldoorn [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"ik schiet de hele [naam 1] dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
zij op
of omstreeks20 januari 2017, te Apeldoorn, opzettelijk en wederrechtelijk een goed, te weten een brievenbus, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam 1] , heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
zij op
of omstreeks24 januari 2017, te Apeldoorn, een persoon genaamd [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd: "I kill you, I kill you all", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
zij op
of omstreeks24 januari 2017, in de gemeente Apeldoorn, een persoon genaamd
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling,immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de
woorden toegevoegd: "We jews. We will kill you all" en/of "We kill you", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en
/of(daarbij/vervolgens) met (een van) haar handen een gebaar heeft gemaakt als zij een pistool tegen haar hoofd zette en haalde zij de trekker van dat pistool over.
Parketnummer
05/250092-16:
zij op
één of meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 20 juli 2016 tot en met 19 augustus 2016 te Apeldoorn
(telkens
)opzettelijk en wederrechtelijk
- een (klap)stoel en
/of
- een of meerdere planten en
/of
- een portret en/of een (bijbehorende) lijst (van het koningspaar Willem-Alexander en Maxima) en/of glaswerk en
/of
- een muur (in de toegangshal),
in elk geval enig(e) goed(eren),geheel of ten dele toebehorende aan Vve [naam 1] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,heeft vernield
en/of beschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt.
Parketnummer
05/840249-17:
zij op
of omstreeks21 november 2016, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk en wederrechtelijk
een goed, te weten een (of meer)schuifdeur
(en
),die geheel of ten dele aan een ander toebehoorden, te weten aan " [naam 1] " heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/840115-17
feit 1, feit 2, feit 4 en feit 5, telkens:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
feit 3: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
parketnummer 05/250092-16
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen of beschadigen, meermalen gepleegd;
parketnummer 05/840249-17
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van verdachte

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is als het gaat om de zaken onder de parketnummers 05/250092-16 en 05/840249-17. Dat zijn oudere feiten en de ziekte van Graves, die in de rapporten van de deskundigen wordt vermeld, was toen nog niet doorontwikkeld. Voor de zaken onder parketnummer 05/840115-17 is verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar, aldus de officier van justitie.
De rechtbank overweegt als volgt.
In het rapport van psychologisch onderzoek van 15 juni 2017 heeft [GZ-psycholoog] (GZ-psycholoog) geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van schizofrenie van het paranoïde type. Daarnaast heeft verdachte de ziekte van Graves. Verdachte heeft wanen ten aanzien van gebeurtenissen en personen in haar directe omgeving. In haar beleving benadelen anderen haar, wordt ze onheus bejegend en wordt ze beschuldigd van dingen die ze niet heeft gedaan. Verdachte heeft geen ziektebesef, maar heeft wel zicht op de enorme impact die een psychose kan hebben op haar en haar leven. De indruk is dat verdachte in staat is om haar psychotische binnenwereld in eerste instantie uit het contact met anderen te houden, maar dat dit een laagje aan de buitenkant is dat snel kan vervliegen als de spanning toeneemt. De spanning lijkt het afgelopen jaar steeds verder te zijn opgelopen. Mogelijk heeft verdachte zich steeds meer in het nauw gedrukt gevoeld. Haar gedrag werd volledig beïnvloed en gestuurd door de psychotische symptomatologie vanuit de schizofrenie. Verdachte kan volledig ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.
In het rapport van psychiatrisch onderzoek van 18 juni 2017 hebben [naam 2] (arts in opleiding tot psychiater) en [naam 3] (psychiater/psychoanalyticus) geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis, te weten schizofrenie. Verder heeft verdachte de ziekte van Graves, een schildklierziekte. Gelet op de chroniciteit van de schizofrenie is het waarschijnlijk dat deze ook aanwezig was ten tijde van de tenlastegelegde feiten. De ontregelde schildklier heeft mogelijk een extra rol gespeeld. Verdachte leefde een geïsoleerd bestaan en werd onvoldoende gecorrigeerd op het vlak van haar psychotische binnenwereld. Er was sprake van een psychotische ontregeling. De psychose had een zodanige doorwerking in de feiten dat verdachte als ontoerekeningsvatbaar beschouwd kan worden.
De rechtbank neemt de conclusies van beide rapporten – dat verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar is – over en volgt de officier van justitie niet. Schizofrenie is een chronische aandoening en uit de rapporten volgt dat die bij verdachte op de voorgrond staat. In het rapport van psychiatrisch onderzoek (pagina 24-25) wordt beschreven dat onduidelijk is in hoeverre sprake was van beïnvloeding van het gedrag van verdachte door de ontregelde schildklier (de ziekte van Graves). Ook gelet op de bevindingen uit het rapport van psychologisch onderzoek zoals die hierboven zijn vermeld, ziet de rechtbank geen reden om een ‘knip’ te maken en verdachte alleen voor de feiten van parketnummer 05/840115-17 volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren.
Verdachte is niet strafbaar en daarom ontslaat de rechtbank verdachte van alle rechtsvervolging.

7.Overwegingen ten aanzien van een maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft oplegging van de maatregel als bedoeld in artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht gevorderd voor de zaken onder parketnummer 05/840115-17. Hij heeft verder geëist dat verdachte voor de zaken onder de parketnummers 05/250092-16 en 05/840249-17 een voorwaardelijke gevangenisstraf krijgt opgelegd voor de duur van twee weken, met een proeftijd van twee jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat oplegging van de artikel 37-maatregel verdachte goed zou doen. Ze ziet in dat ze op dit moment psychisch niet geëquipeerd is om zich staande te houden in de maatschappij. De behandeling in [instelling] doet haar goed en ze wil die graag voortzetten.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vernielingen en ernstige bedreigingen. Zij heeft haar medebewoners veel angst aangejaagd. Meerdere aangevers/getuigen hebben verklaard bang voor verdachte te zijn geweest. Bovendien heeft verdachte schade toegebracht aan eigendommen van de Vereniging van Eigenaren.
Gelet op de overwegingen van de rechtbank over de ontoerekeningsvatbaarheid van verdachte kan aan haar geen straf, maar alleen een maatregel worden opgelegd.
In het rapport van psychologisch onderzoek is geconcludeerd dat de kans dat verdachte wederom verbaal agressief wordt en dreigende uitspraken doet naar haar omgeving als hoog wordt ingeschat als zij niet wordt behandeld. Het advies is om verdachte eerst te stabiliseren met medicatie en behandeling van de ziekte van Graves. Daarna moet de resocialisatie van verdachte voortvarend worden opgepakt. Gelet op het vermoedelijk al langdurig bestaan van de waan moet rekening worden gehouden met een beperkt en langzaam herstel. Maar de inschatting is dat verdachte op termijn weer kan terugkeren in de maatschappij, als zij goed is ingebed in een hulpverleningsnetwerk. Dit zal in eerste instantie een meer dwingend karakter moeten hebben vanwege de ambivalente behandelmotivatie van verdachte. Wanneer ze eenmaal ingebed is, zal verdachte zich vermoedelijk wel laten begeleiden mits ze voldoende autonomie blijft ervaren om haar leven vorm te geven. Een vrijwillig kader is op dit moment te vrijblijvend. Omdat het toestandsbeeld nog erg op de voorgrond staat en verdachte ambivalent tegenover medicatie staat, is ambulante behandeling niet geïndiceerd. Gelet hierop is het advies om het behandeltraject vorm te geven binnen het kader van een artikel 37-maatregel. Tbs met voorwaarden wordt nadrukkelijk niet als een gewenste maatregel gezien. Er zijn voldoende juridische alternatieven voorhanden om verdachte in zorg te houden en het is belangrijk dat verdachte, na stabilisatie, zo snel mogelijk weer gaat resocialiseren.
In het rapport van psychiatrisch onderzoek is beschreven dat het recidiverisico zonder psychiatrische ondersteuning en behandeling op korte termijn matig tot hoog is en op (middel)lange termijn hoog. De belangrijkste risicofactor is het paranoïde denken, dat het intermenselijk contact in negatieve zin beïnvloedt. Daarnaast is het sociale isolement een belangrijke risicofactor. Op dit moment staat het psychiatrisch ziektebeeld nog erg op de voorgrond. Een ambulante behandeling is niet geïndiceerd omdat de kans dan groot is dat verdachte snel verder zal ontregelen. Een tbs-maatregel is niet aan de orde. Verdachte heeft zich na een eerdere tbs-maatregel een aantal jaren staande kunnen houden en heeft ook zelf aan de bel getrokken bij problemen. Rapporteurs adviseren om verdachte te laten opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis in het kader van artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht. Vanuit de opname kan worden toegewerkt naar resocialisatie. Indien mocht blijken dat een langere opname nodig is, kan worden bekeken of, als verdachte niet vrijwillig wil blijven, opname via een BOPZ-maatregel kan worden verlengd.
De rechtbank zal - alles overwegende - deze adviezen volgen en de plaatsing van de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar gelasten, nu het strafbare feit wegens een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van haar geestvermogens niet aan verdachte kan worden toegerekend. Daarnaast is verdachte een gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen. Uit voorgaande overwegingen blijkt dat verdachte psychiatrische hulp nodig heeft. De rechtbank overweegt dat verdachte nu ook gemotiveerd lijkt om behandeling te ondergaan. De rechtbank acht de door de officier van justitie gevorderde zogenaamde artikel 37- plaatsing dan ook noodzakelijk. Na de periode van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis zijn er civielrechtelijke maatregelen om indien nodig (verdere) gedwongen behandeling van verdachte te waarborgen. Gelet op de omstandigheid dat verdachte nu verblijft bij [instelling] in [plaats] en zij een e-mail heeft gestuurd waarin staat dat ze daar zou willen blijven, geniet plaatsing van verdachte bij [instelling] de voorkeur.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 37, 57, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte niet strafbaar en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
 gelast dat verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis, bij voorkeur bij [instelling] in [plaats] , zal worden geplaatst voor een termijn van één (1) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.F. Gielissen (voorzitter), mr. C. van Linschoten en
mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 augustus 2017.
mr. Van Linschoten is buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 56 (parketnummer 05/840115-17)
2.Het bewijs inzake parketnummer 05/840115-17 is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door hoofdagent [verbalisant 2] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Nederland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2017038871, gesloten op 1 februari 2017 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van de doorgenummerde dossiers, tenzij anders vermeld.
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 53-54.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 59-60.
5.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 56-57.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] , p. 63.
7.Proces-verbaal van aangifte, p. 24-25.
8.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , p. 33-34.
9.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 30-32.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 43.
11.Het bewijs inzake parketnummer 05/250092-16 is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door surveillant [verbalisant 3] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016428099 gesloten op 9 november 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van de doorgenummerde dossiers, tenzij anders vermeld.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 3-5.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 12-13.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7.
15.Het bewijs inzake parketnummer 05/840249-17 is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door hoofdagent [verbalisant 4] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam Apeldoorn, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016571196, gesloten op 29 november 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van de doorgenummerde dossiers, tenzij anders vermeld.