Op 26 juli 2017 heeft de rechtbank Gelderland, in de persoon van de meervoudige wrakingskamer, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van twee verzoekers tegen mr. R.J.B. Boonekamp, de rechter in een kort geding. Het wrakingsverzoek werd afgewezen. De verzoekers stelden dat de rechter vooringenomen was, omdat hij een verzoek om aanhouding had afgewezen zonder voldoende motivering. Dit verzoek was ingediend vanwege de korte voorbereidingstijd die de verzoekers hadden gehad door de verkorte dagvaardingstermijn. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het aanhoudingsverzoek niet zodanig onbegrijpelijk was dat daaruit de schijn van vooringenomenheid kon worden afgeleid. De wrakingskamer benadrukte dat wraking alleen mogelijk is op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De rechtbank concludeerde dat de verzoekers hun bezwaren tegen de ontruiming bij de inhoudelijke behandeling van de kort gedingzaak konden aanvoeren. Tevens werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling zal worden genomen als het enkel is gebaseerd op een afgewezen aanhoudingsverzoek, om misbruik van procesrecht te voorkomen.