2.3.In de samenvatting van zijn bevindingen schrijft Edixhoven:
De heer [Gedaagde] is nu 60. Dit expertiseonderzoek dient om een antwoord te geven op de vraag of sprake is van een oorzakelijk verband tussen een ongeval van augustus 2002 en
linker- en
rechterknieklachten, bij vastgestelde ernstige artrose in beide knieën.
In de voorgeschiedenis, medische informatie, worden rechterknieklachten beschreven in 1993, en rond de jaarwisseling 1998/1999 is een kijkoperatie gedaan in de rechterknie waarbij 3 losliggende botfragmenten uit deze knie zijn verwijderd. Bij die gelegenheid is ook bij röntgenonderzoek vastgesteld dat sprake was van enige mate van artrose in de rechterknie.
Anamnestisch heeft betrokkene nadien lange jaren nooit meer klachten gehad over een of beide knieën.
Bij een ongeval in augustus 2002, onderwerp van dit rapport, heeft betrokkene een trauma opgelopen in de rechterschouder. In het huisartsjournaal wordt bij de consulten na dit ongeval in de jaren 2003, 2004 en 2005 op mijn vakgebied uitsluitend gesproken over pijnklachten rechterschouder, later ook over de linkerschouder, en vervolgens komt in maart 2012 voor eerst het botspierstelsel weer aan de orde als geklaagd wordt over de nek. Vervolgens in maart 2013 worden klachten over de linkerknie genoteerd, “zomaar ontstaan” de ochtend van het consult in maart 2013, betrokkene kon toen amper lopen, artrose werd vastgesteld in de linkerknie en kort daarna ook van de rechterknie. Gesproken werd over protheses voor beide knieën om reden van ernstige slijtage.
Betrokkene vertelt mij hiervan dat hij na het ongeval van augustus 2002 om zijn werk en bedrijf door te kunnen zetten de zware kliksloten van de wisselcontainers, die hij normaal met zijn rechter- en linkerarm vast- en losmaakte, nu met de rechtervoet moest lostrappen, en dat hij daarbij in de loop van de jaren na het ongeval in toenemende mate klachten kreeg over de rechterknie, vervolgens ook klachten over de linkerknie omdat hij daarmee de rechterknie moest ontzien.
Bij de anamnese vandaag alhier hoor ik ook van hem dat hij denkt dat zijn knieklachten mede zijn ontstaan doordat hij zo scheef is gaan lopen als gevolg van de schouderprobleem als ongevalsgevolg van het trauma van de schouders in augustus 2002.
In de loop van de tijd zijn de klachten over de knieën anamnestisch steeds toegenomen, steeds erger geworden.
Bij
onderzoekzijn in de knieën beiderzijds duidelijk tekenen van forse slijtage aanwezig met forse botwoekeringen, vocht in de knieën, een strekbeperking, varusstand (0-beenstand), een buigbeperking. Reproduceerbaar pijnaangifte bij provocatie van de binnen-gewrichtsspleten.
De
beeldvormende diagnostiektoont in de knieën artrose aan de binnenzijde, thans benig contact, het kraakbeen is daar weg, forse osteofyten, botwoekeringen ook langs de knieschijven.
Bij het eerste röntgenonderzoek van de rechterknie, december 1998, is reeds enige artrose zichtbaar, bij een aantal losse boonvormige botfragmenten in het kniegewricht. In de loop van de jaren neemt de artrose in de rechterknie, vooral aan de mediale zijde, aan de binnenzijde steeds toe. In de linkerknie is er eind 2013 ernstige artrose gedocumenteerd, vooral mediaal (binnenkant).
In de conclusie schrijft Edixhoven:
VI. OVERWEGING EN CONCLUSIE
Betrokkene geeft aan dat zijn knieklachten zijn begonnen na het ongeval van augustus 2002. Mogelijk door scheef lopen als gevolg van de schouderproblematiek beiderzijds, maar mogelijk ook omdat hij zware kliksloten veelvuldig moest open trappen met het rechterbeen.
Hierover enkele opmerkingen:
Rechterknieklachtenzijn al gedocumenteerd in de ‘90-jaren, en in januari 1999 zijn 3 grote losse botfragmenten uit de rechterknie verwijderd en in de rechterknie, was reeds in december 1998 hij röntgenonderzoek artrose zichtbaar. In 2003 was er opnieuw sprake van gedocumenteerde heftige rechterknieklachten gedurende enige tijd.
Artrose ontstaat niet door enige tijd scheef lopen, daarbij moet ook worden opgemerkt dat scheef lopen met de knieën geen gevolg is van schouderproblematiek. De stellingname van betrokkene dat het langere tijd met kracht uitoefenen van een trappende beweging (kliksloten lostrappen) artrose veroorzaakt, en dan nog wel beiderzijds, kan ik niet volgen.
De artrose in de linkerknie is vrijwel volledig conform de artrose in de rechterknie qua vorm en intensiteit. Het gaat hier om een mate van artrose zoals die geregeld voorkomt, meestal dubbelzijdig, dat heet dan idiopathische artrose, dat wil zeggen dat geen medische oorzaak daarvan bekend is. Bij betrokkene is in meerdere gewrichten sprake van een dergelijke omstandigheid, zoals ook in de ellenbogen. Ook daar zijn corpora libera verwijderd, en is er röntgenologisch artrose.
Het is niet aannemelijk dat er bij het ongeval van augustus 2002, het onderwerp van dit rapport sprake is geweest van een traumatisering van één of beide knieën. Argument: in de stukken, bij de zeer vele consulten bij de huisarts, waarvan tamelijk nauwkeurig inhoudelijke meldingen zijn gedaan in het huisartsendossier, worden klachten over de rechterknie in dit tamelijk nauwkeurig bijgehouden klachtendossier voor het eerst eenmalig in april 2003 genoemd. Eerst in april 2013 wordt een consult gemeld om reden van linkerknieklachten, en werd artrose vastgesteld in de linkerknie. Ook in de specialistendocumentatie worden rechterknieklachten of linkerknieklachten na november 2001 tot april 2013 in het geheel niet genoemd.
Om reden van bovengenoemde bevindingen kan en mag ik niet stellen dat er een medisch oorzakelijk verband mag worden aangenomen tussen het ongeval van augustus 2002 en de artrose in een of beide knieën, en dientengevolge ook niet tussen de anamnestische klachten en beperkingen van betrokkene over de beide knieën.
De hierna geciteerde vragen van de rechtbank heeft Edixhoven als volgt beantwoord:
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie
die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar
voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
d. Er is naar mijn mening niet sprake van een onderlinge samenhang: er is namelijk naar mijn mening niet sprake van een medisch oorzakelijk verband tussen het ongeval van augustus 2002 en de feitelijke omstandigheden in de rechter- en linkerknie. Ook kan ik niet stellen dat er zo’n medisch oorzakelijk verband kan worden aangenomen tussen de anamnestische klachten en beperkingen van betrokkene met betrekking tot zijn beide knieën en het genoemde ongeval. Zie
voor de argumenten de overweging.
f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaal diagnostische overweging geven?
[…] Met betrekking tot de rechter- of linkerknie: geen traumatisch omstandigheid bij dit ongeval. Voor de genoemde ongevalsdatum was er bij betrokkene sprake van een mate van artrose, zowel in de rechter- als in de linkerknie, die geheel los staat van dit ongeval.
g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voorvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?
Deze vraag behoeft naar mijn mening uitsluitend een antwoord waar het gaat om de beperkingen bij betrokkene als gevolg van de omstandigheden in de beide knieën, ongeacht of die beperkingen voortkomen uit het ongeval. De beperkingen naar mijn mening zijn de beperkingen die behoren bij een forse mate van artrose in beide knieën, zelfs benig contact aan de mediale zijde van de knieën (binnenzijde) en ook slijtage achter de knieschijven, met enige bewegingsbeperking.
Voor ADL:
- de zelfverzorging is niet beperkt.
In termen van deelaspecten van belasting:
- zitten niet beperkt.
- staan flink beperkt.
- lopen op effen terrein fors beperkt.
- lopen op oneffen terrein niet goed mogelijk. Ook niet te adviseren.
- knielen, kruipen en hurken fors beperkt.
- duwen, trekken, tillen en dragen fors beperkt.
- traplopen matig tot flink beperkt.
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval
a. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
Betreffende de knieën: voor het ongeval waren er bij betrokkene ook klachten met betrekking tot de rechterknie en was er een afwijking in de zin van een mate van artrose in de rechterknie, die echter thans in een veel ernstiger mate aanwezig is, zoals dat doorgaans verloopt bij voortschrijdende idiopathische artrose. De artrose in de rechterknie is geen ongevalsgevolg van augustus 2002. Aangezien het beeld in de linkerknie overeenkomt met dat in de rechterknie moet ik hetzelfde stellen met betrekking tot de linkerknie.
b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen voor het ongeval uit deze klachten en af wijkingen voortvloeiden en thans nog steeds uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?
Zonder het ongeval van augustus 2002 zouden de afwijkingen in de linker- en rechterknie hetzelfde zijn geweest als deze omstandigheden thans zijn. Dat geldt ook voor de genoemde beperkingen als gevolg van de knieproblematiek
c. Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn ge
weest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte
niet was overkomen?
Er is ook nog wel enige problematiek met betrekking tot de linkerenkel, ook daar is sprake van een mate van artrose, dat geldt ook voor de ellenbogen, ook daar is een mate van artrose vastgesteld, maar daar zijn weinig beperkingen aanwezig, zoals betrokkene ook stelt. Die omstandigheden in de linkerenkel en de beide ellenbogen zouden zonder ongeval thans ook aanwezig zijn.