Uitspraak
31 maart 2017 en 7 juli 2017.
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 6 juli 2015 tot en met 24 februari 2016 in de gemeente Zutphen,
althans in Nederland, (telkens
)als ambtenaar, te weten als medior medewerker arbeid werkzaam voor de penitentiaire inrichting Zutphen, locatie Verlengde Ooyerhoekseweg 21,
(telkens
) (een)gift
(en
), te weten een schilderij (met daarop een afbeelding van de overleden hond van verdachte) en/of een horloge (merk Hublot),
althans enige gift(en)heeft aangenomen, terwijl hij, verdachte,
wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat deze gift
(en
)hem werd
(en
)gedaan teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen of na te laten;
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 december 2015 tot en met 24 februari 2016 in de gemeente Zutphen,
(telkens
)enig geheim, waarvan hij wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoedendat hij uit hoofde van ambt,
beroep en/of wettelijk voorschrift, te weten als medior medewerker arbeid werkzaam voor de penitentiaire inrichting Zutphen, locatie Verlengde Ooyerhoekseweg 21, verplicht was te bewaren,
(telkens
)opzettelijk heeft geschonden,
(telkens
)opzettelijk
of omstreeks24 februari 2016 in de gemeente Arnhem een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen (alarmpistool, merk Umarex Browning), en
/ofmunitie van categorie III, te weten 43 knalpatronen, 11 traangaspatronen en
/of2 schietbekers, voorhanden heeft gehad.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.In beslag genomen goederen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
- 10, 14a, 14b, 14c, 27, 36c, 36d, 57, 91, 272 en 363 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
10.De beslissing
onder 3 bewezen verklaardenietstrafbaarvoor zover dit betreft het delen van informatie uit het multidisciplinair overleg en
ontslaatverdachte in zoverre van alle
rechtsvervolging;
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden;
- bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot 5 (vijf) maanden,
- stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven munitie, schietbekers en het vuurwerk.