Op 4 januari 2017 heeft eiser, een inwoner van het Verenigd Koninkrijk, verzocht om teruggave van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) over het jaar 2012. De inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, heeft dit verzoek op 14 februari 2017 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de termijn, maar heeft wel een teruggave verleend van € 1.020. Eiser heeft hiertegen op 26 maart 2017 beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslissing op het verzoek om teruggaaf niet voor bezwaar vatbaar is, en dat eiser in dit geval een civiele procedure zou moeten starten voor een hogere vergoeding of wettelijke rente.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van eiser als bezwaar is behandeld, maar dat dit bezwaar te laat was ingediend. De rechtbank heeft de rechtsbescherming van eiser in overweging genomen, maar heeft geconcludeerd dat de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar was. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat verweerder de zaken nodeloos ingewikkeld heeft gemaakt door het teruggaafverzoek als bezwaarschrift te behandelen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, maar verweerder opgedragen het griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden.