Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 juni 2017
[verzoekster] , te [plaats] , verzoekster
Procesverloop
Overwegingen
5 april 2012 maatschappelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in de vorm van een pgb voor huishoudelijke hulp gedurende 7 uur en 45 minuten per week voor zwaar huishoudelijk werk, licht huishoudelijk werk, wasverzorging, boodschappen en maaltijdbereiding. Deze liep tot en met 11 januari 2016.
28 februari 2017. In de tussentijd zou een nader onderzoek de benodigde inzet moeten uitwijzen. Met verzoekster zijn een groot aantal gesprekken gevoerd. Tussentijds speelden zaken als ziekenhuisopname, de zoektocht naar een eigen geschikte huurwoning en inmenging van de politie een rol. Dat laatste was nodig omdat verzoekster zich fysiek bedreigd voelde. Er waren perioden waarin verzoekster geen onderzoek kon verdragen en perioden waarin verzoekster zich expliciet tegen het wijkteam keerde.
- begeleiding bij afspraken met ziekenhuis en artsen: 1 uur per week
- begeleiding ten behoeve van stabilisering van verzoeksters situatie 4 uur per week.
Beslissing
- schorst het primaire besluit tot zes weken na verzending van de beslissing op bezwaar met betrekking tot de herziening van het aantal uren huishoudelijke hulp en de omzetting van de ondersteuning van pgb naar ZIN;
- bepaalt dat aan verzoekster met ingang van 2 mei 2017 in de vorm van een PGB huishoudelijke hulp wordt toegekend voor 7 uur en 45 minuten in de vorm van een pgb tot en met zes weken na verzending van het te nemen besluit op bezwaar;
- gelast dat verweerder het door verzoekster betaalde griffierecht van € 46, - aan haar vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekster ten bedrage van € 990, -.