ECLI:NL:RBGEL:2017:300
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van uitkeringsfraude en heling na onvoldoende bewijs van opzet
Op 17 januari 2017 heeft de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 43-jarige man, die werd beschuldigd van het medeplegen van uitkeringsfraude en heling. De zaak kwam voor de rechtbank na meerdere zittingen op 18 juli 2016, 20 december 2016 en 10 januari 2017. De officier van justitie stelde dat de verdachte samen met een medeverdachte, die een bijstandsuitkering ontving, opzettelijk de inlichtingenverplichting had geschonden door belangrijke financiële informatie niet te verstrekken aan de gemeente Apeldoorn. Dit zou hebben geleid tot onterecht voordeel uit de bijstandsuitkering.
De verdediging pleitte voor algehele vrijspraak, stellende dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de onrechtmatigheid van de bijstandsuitkering van de medeverdachte. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verdachte en de medeverdachte een gezamenlijke huishouding voerden, er niet bewezen kon worden dat de verdachte wist dat de medeverdachte in strijd met de inlichtingenverplichting handelde. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor opzet en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. J.B.J. Driessen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. C. Aalders.