ECLI:NL:RBGEL:2017:2905

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 mei 2017
Publicatiedatum
31 mei 2017
Zaaknummer
05/880942-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan internetoplichting met werkstraffen en voorwaardelijke gevangenisstraffen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 26 mei 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan oplichting. De verdachte werd ervan beschuldigd samen met een ander of alleen 12 personen te hebben opgelicht in de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013. De officier van justitie stelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van oplichting, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte slechts een faciliterende rol had gespeeld. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de onbekend gebleven oplichters. De rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte medeplichtig was aan de oplichting, omdat hij zijn bankrekening ter beschikking had gesteld voor de transacties. De rechtbank legde de verdachte een werkstraf van 150 uren op en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week met een proeftijd van 2 jaren. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die schade hadden geleden door de oplichting.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/880942-15
Datum uitspraak : 26 mei 2017
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] , wonende te [adres]
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 januari 2017 (politierechterzitting) en 12 mei 2017.
1. De inhoud van de tenlastelegging [1]
Verdachte wordt het volgende verweten:
Primair
Het samen met een ander, althans alleen oplichten van 12 personen in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013.
Subsidiair
Medeplichtigheid aan voornoemde oplichting.
Meer subsidiair
Opzetheling, dan wel schuldheling van een bedrag van € 3.530,00 op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013.
en/of
Het op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013, opzettelijk uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekken, dan wel uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed voordeel trekken, terwijl hij redelijkerwijs moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Meest subsidiair
Het tezamen met een ander, althans alleen verduisteren van geldbedragen van in totaal ongeveer € 3.280,00 op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013.
en/of
Medeplichtigheid aan voornoemde verduistering.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [2]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Door 10 aangevers werd een mobiele telefoon gekocht via de website [naam 2] .
Hiertoe hebben zij op verschillende momenten geldbedragen gestort op rekeningnummer [rekeningnummer 1] ten name van ‘ [naam 3] ’. De door hen bestelde goederen werden nooit geleverd. Het betreft de volgende aangevers:
- [benadeelde 1] (d.d. 5 juli 2013, € 300,-) [3] ;
- [benadeelde 2] (d.d. 5 juli 2013, € 189,-) [4] ;
- [benadeelde 3] (d.d. 5 juli 2013, € 329,-) [5] ;
- [benadeelde 4] (d.d. 10 juli 2013, € 329,-) [6] ;
- [benadeelde 5] (d.d. 7 juli 2013, € 249,-) [7] ;
- [benadeelde 6] (d.d. 5 juli 2013, € 189,-) [8] ;
- [benadeelde 7] (d.d. 6 juli 2013, € 300,-) [9] ;
- [benadeelde 8] (d.d. 7 juli 2013, € 329,-) [10] ;
- [benadeelde 9] (d.d. 5 juli 2013, € 329,-) [11] ;
- [benadeelde 10] (d.d. 5 juli 2013, € 329,-). [12]
Verdachte was de rekeninghouder van rekeningnummer [rekeningnummer 1] . [13] Tevens was hij de eigenaar van [naam 3] . [14]
Daarnaast hebben 2 aangevers een mobiele telefoon gekocht op de website [naam 4] . Hiertoe hebben zij geldbedragen overgemaakt op rekeningnummer [rekeningnummer 2] ten name van ‘ [naam 5] ’. Ook de door hen bestelde mobiele telefoons zijn nooit geleverd. Het betreft de volgende aangevers:
- [benadeelde 11] (d.d. 9 mei 2013, € 329,-) [15] ;
- [benadeelde 12] (d.d. 8 mei 2013, € 329,-) [16] .
Rekeningnummer [rekeningnummer 2] stond op naam van verdachte. [17]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting. Hiertoe heeft de officier van justitie aangevoerd dat de rekeningnummers eindigend op 315 en 104, waarop door de kopers de bedragen werden overgemaakt, op naam staan van verdachte. De verklaring van verdachte dat hij op verzoek van [naam 1] uit Polen een bedrijf op naam heeft genomen en een bedrijfsrekening heeft geopend en geld heeft gepind, acht de officier van justitie niet aannemelijk. Indien de rechtbank deze verklaring wel aannemelijk acht, kan worden vastgesteld dat verdachte minimaal voorwaardelijk opzet had op de oplichting. Zijn feitelijke bijdrage aan de uitvoering is bovendien van voldoende gewicht, zodat sprake is van een voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking.
Indien de rechtbank van oordeel is dat de handelingen van verdachte niet van voldoende gewicht zijn om van een nauwe en bewuste samenwerking te spreken, kan wel tot een veroordeling voor medeplichtigheid aan de oplichting gekomen worden.
Indien de rechtbank niet bewezen acht dat verdachte opzet had op de oplichting, heeft de officier van justitie gestel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling, dan wel verduistering.
Beoordeling door de rechtbank
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden, is of sprake is geweest van oplichting. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Voor oplichting is onder meer vereist dat sprake is van het bezigen van een of meer oplichtingsmiddelen: het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels. Bij het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid gaat het erom dat het handelen van de verdachte ertoe kan leiden dat bij de ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen met betrekking tot de ‘persoon’ van de verdachte, hetzij wat betreft diens naam, hetzij wat betreft diens hoedanigheid, waarbij die onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen teneinde daarvan misbruik te maken.
De enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper, is onvoldoende voor het aannemen van een valse hoedanigheid in het kader van een strafbare oplichting (HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2889).
Verdachte heeft verklaard dat hij in 2013 ene [naam 1] leerde kennen. Deze [naam 1] vertelde hem dat hij spullen in het buitenland kon kopen en die hier wilde gaan verkopen. Hij vroeg aan verdachte of hij dat bedrijf op zijn, verdachtes, naam wilde zetten. Daar is verdachte mee akkoord gegaan. De afspraak was dat verdachte het bedrijf op zijn naam zou inschrijven en [naam 1] de zaken zou regelen. In ruil daarvoor zou verdachte 2.000 euro per maand krijgen. In 2013 heeft verdachte het bedrijf op zijn naam ingeschreven en de rekening geopend. Dit zou de rekening met nummer * [rekeningnummer 1] op naam van “ [naam 3] ” zijn geweest. Verdachte heeft zich bij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KVK) gelegitimeerd met zijn eigen identiteitsbewijs. Verdachte heeft een keer een bedrag van 2.760 euro opgenomen bij het postkantoor. Hiervan heeft hij 2.700 euro aan [naam 1] gegeven en 60 euro mocht hij houden. [18]
Op grond van de bewijsmiddelen in het dossier acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zelf de persoon is geweest die de website heeft opgezet, advertenties heeft geplaatst en overige verkoophandelingen heeft verricht. De rechtbank gunt de verdachte op dit punt het voordeel van de twijfel en volgt hem in zoverre in zijn verklaring dat het dus een ander of andere onbekend gebleven perso(o)n(en) moet(en) zijn geweest die de aangevers door laatstgenoemde handelingen tot betalen op genoemde rekening hebben bewogen. De rechtbank stelt op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen vast dat deze onbekend gebleven persoon of personen dat hebben gedaan door een valse hoedanigheid aan te nemen. Immers, zij hebben zich niet (uitsluitend) voorgedaan als bonafide verkopers, maar hebben daarbij ook gebruik gemaakt van valse (contact)gegevens, namelijk de gegevens van verdachte. De rechtbank kwalificeert op grond van het voorgaande het handelen van de onbekend gebleven persoon of personen als oplichting.
Betrokkenheid verdachte
De vraag die de rechtbank vervolgens dient te beantwoorden, is welke rol verdachte bij deze oplichting heeft gespeeld. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Zoals reeds vastgesteld, heeft verdachte een rekening geopend en een bedrijf ingeschreven en de gegevens hiervan verstrekt aan een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en). Verdachte heeft hiermee zijn bankrekeningnummers [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] ter beschikking gesteld, zodat daarop de aankoopbedragen door de kopers konden worden overgemaakt. Hiervoor zou verdachte maandelijks een paar duizend euro ontvangen.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij het gevoel had dat er iets niet in de haak was met het verhaal van [naam 1] , maar dat hij dacht dat het vooral om een belastingtechnische reden was dat hij het bedrijf op naam zou hebben. [19]
Gelet op het feit dat verdachte slechts een faciliterende rol heeft gespeeld in dit geheel en er van enige verdere samenwerking met de pleger niet is gebleken, is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de onbekend gebleven perso(o)n(en) niet is komen vast te staan. Er is geen sprake van een gezamenlijke uitvoering en de bijdrage van verdachte aan het primair tenlastegelegde is naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht. Daarom zal verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte met zijn gedragingen wel behulpzaam is geweest bij oplichting. Voor medeplichtigheid is vereist dat zijn opzet niet alleen was gericht op de deelneming, maar ook op de oplichting. De rechtbank is van oordeel dat ook dat opzet aanwezig was en overweegt daartoe als volgt.
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij (internet)oplichting veelal gebruik wordt gemaakt van valse gegevens, dan wel gegevens van anderen om de werkelijke identiteit van de oplichter te verhullen. Verdachte wist volgens zijn eigen verklaring dat hij zou delen in de opbrengst die zou worden gegenereerd door het gebruik van de door hem ter beschikking gestelde gegevens. Het kan niet anders of verdachte wist ook, of heeft willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard, dat deze gegevens zouden worden gebruikt voor het plegen van de oplichting.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan oplichting.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan, te weten dat:
een of meer onbekende(n) op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013
in de gemeente Arnhem en/althans (elders)in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens
)met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
(telkens
)door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid
en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels een of meerperso
(o)n
(en
), te weten:
  • [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van euro 300,00,
  • [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van euro 189,00,
  • [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00,
  • [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00,
  • [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van euro 249,00,
  • [benadeelde 6] heeft bewogen tot de afgifte van euro 189,00,
  • [benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte van euro 300,00,
  • [benadeelde 8] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00,
  • [benadeelde 9] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00,
  • [benadeelde 10] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00,
  • [benadeelde 11] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00,
  • [benadeelde 12] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00,
hebbende die onbekende(n)
en/of zijn/haar/hun mededader(s)toen aldaar
(telkens
)met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
(telkens
)een advertentie op een internetsite ( [naam 2]
/ [naam 2]en/of [naam 4] geplaatst waarin Iphones/mobiele telefoons werden aangeboden/verkocht en
/ofdat betaling via overschrijving/overboeking van het aankoopbedrag naar (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 1] en/of
[rekeningnummer 2] dient te gebeuren en
/ofdat na ontvangst van het aankoopbedrag het gekochte product (Iphone/mobiele telefoon) geleverd wordt/wordt verzonden, waardoor voornoemde perso
(o)n
(en
) (telkens
)werd
(en
)bewogen tot bovenomschreven afgifte,
bij
en/of tothet plegen van welk
(e)misdrijf
/misdrijvenverdachte in
of omstreeksde periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013
in de gemeente Arnhem en/althans (elders)in Nederland
(telkens
)opzettelijk behulpzaam is geweest en
/of (telkens
) gelegenheid,middelen
en/of inlichtingenheeft verschaft door
(telkens
)zijn, verdachtes (bank)rekeningnummer en/of het
(bank)rekeningnummer van zijn verdachtes bedrijf [naam 3] , te weten
[rekeningnummer 1] en/of [rekeningnummer 2] voor het storten en/of overboeken van die
/dataankoopbedrag
(en
)ter beschikking van die onbekende(n) te stellen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder subsidiair tenlastegelegde feit:
Medeplichtigheid aan oplichting, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder primair tenlastegelegde feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, alsmede tot een werkstraf voor de duur van 200 uren. Hierbij heeft de officier van justitie rekening gehouden met de ouderdom van de zaak en het feit dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) van toepassing is.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 30 maart 2017.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid aan oplichting. Hij heeft een bedrijf ingeschreven en bankrekeningnummers ter beschikking gesteld aan een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en). Deze perso(o)n(en) heeft/hebben met behulp van die gegevens vervolgens een groot aantal mensen opgelicht door de schijn te wekken mobiele telefoons te verkopen en deze vervolgens na betaling niet te leveren. Hiermee zijn duizenden euro’s ten onrechte overgemaakt op de rekeningnummers van verdachte. Het grootste deel van die geldbedragen is vervolgens van die rekeningen afgehaald, waardoor het geld buiten het bereik van aangevers is gebracht.
Door aldus te handelen heeft verdachte er niet alleen aan bijgedragen dat de gedupeerden financieel benadeeld werden en hun vertrouwen misbruikt werd, maar ook schade berokkend aan het vertrouwen van diegenen die via internet te goeder trouw aankopen willen doen.
Verdachte heeft verklaard dat hij in die periode krap bij kas zat en het wel een mooie deal vond. Hij heeft zich dus puur laten leiden door zijn eigen financieel gewin en het liet hem kennelijk koud dat op grote schaal en op een doortrapte manier mensen geld is afgetroggeld, waarvoor in de regel eerlijk en soms hard moet worden gewerkt. Dit neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk.
In het voordeel van verdachte neemt de rechtbank mee dat verdachte niet eerder wegens soortgelijke feiten met justitie in aanraking is geweest. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat artikel 63 Sr van toepassing is en ook met het zeer grote tijdsverloop in deze zaak.
De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie en zal om die reden een lagere straf opleggen dan geëist. Alles afwegend acht de rechtbank hier (nog) niet een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, maar wel een forse werkstraf voor de duur van 150 uren passend en geboden. Daarnaast zal zij een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 week opleggen met een proeftijd van 2 jaren, om te voorkomen dat verdachte – als hij ooit weer financiële problemen zou hebben – vervalt in het plegen van strafbare feiten.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
In totaal hebben 4 personen zich gevoegd als benadeelde partij ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde feit.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen allen toe te wijzen, waarbij telkens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd en de wettelijke rente wordt toegewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen als gevolg van het hiervoor bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vorderingen zullen dan ook worden toegewezen. Dit betreft telkens de materiële schade als gevolg van gekochte, maar niet geleverde, producten.
Het betreft de schade van:
  • [benadeelde 5] , te weten een bedrag van € 249,- (tweehonderdnegenenveertig euro),
  • [benadeelde 6] , te weten een bedrag van € 189,- (honderdnegenentachtig euro),
  • [benadeelde 7] , te weten een bedrag van € 300,- (driehonderd euro),
  • [benadeelde 11] , te weten een bedrag van € 329,- (driehonderdnegenentwintig euro).
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij(en).
Tevens wordt de door de benadeelde partijen gevorderde wettelijke rente toegewezen vanaf de datum waarop hun schade is ontstaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 24c, 36f, 48, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week;
  • bepaalt, dat deze gevangenisstraf
  • dat de veroordeelde zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
 een
werkstrafgedurende
150 (honderdvijftig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 (vijfenzeventig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de werkstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5]
 veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder subsidiair tenlastegelegde feit tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 5], van een bedrag van
€ 249,00(tweehonderdnegenenveertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 5] , een bedrag
te betalen van € 249,00(tweehonderdnegenenveertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6]
 veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder subsidiair tenlastegelegde feit tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 6], van een bedrag van
€ 189,00(honderdnegenentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 6] , een bedrag
te betalen van € 189,00(honderdnegenentachtig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juli 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 3 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7]
 veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder subsidiair tenlastegelegde feit tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 7], van een bedrag van
€ 300,00(driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 7] , een bedrag
te betalen van € 300,00(driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juli 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 6 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 11]

 veroordeelt verdachte ten aanzien van het onder subsidiair tenlastegelegde feit tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde 11], van een bedrag van
€ 329,00(driehonderdnegenentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
 legt aan veroordeelde de
verplichtingop
om aan de Staat, ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde 11] , een bedrag
te betalen van € 329,00(driehonderdnegenentwintig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 6 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Leemreize (voorzitter), mr. A. Tegelaar en mr. J.M. Hamaker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.I. Warringa, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 mei 2017.
mr. H.C. Leemreize en mr. A. Tegelaar zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE 1
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013 in de gemeente Arnhem en/althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels een of meer perso(o)n(en), te weten:
  • [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van euro 300,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 35), en/of
  • [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van euro 189,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 43), en/of
  • [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 48), en/of
  • [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 56), en/of
  • [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van euro 249,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 63), en/of
  • [benadeelde 6] heeft bewogen tot de afgifte van euro 189,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 70), en/of
  • [benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte van euro 300,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 79), en/of
  • [benadeelde 8] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 91), en/of
  • [benadeelde 9] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 100), en/of
  • [benadeelde 10] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 105), en/of
  • [benadeelde 11] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 113), en/of
  • [benadeelde 12] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 118),
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens) een advertentie op een internetsite ( [naam 2] / [naam 2] en/of [naam 4] geplaatst waarin Iphones/mobiele telefoons werden aangeboden/verkocht en/of dat betaling via overschrijving/overboeking van het aankoopbedrag naar (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 1] en/of [rekeningnummer 2] dient te
gebeuren en/of dat na ontvangst van het aankoopbedrag het gekochte product (Iphone/mobiele telefoon) geleverd wordt/wordt verzonden, waardoor voornoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
een of meer onbekende(n) op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013 in de gemeente Arnhem en/althans (elders) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels een of meer perso(o)n(en), te weten:
  • [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van euro 300,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 35), en/of
  • [benadeelde 2] heeft bewogen tot de afgifte van euro 189,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 43), en/of
  • [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 48), en/of
  • [benadeelde 4] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 56), en/of
  • [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van euro 249,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 63), en/of
  • [benadeelde 6] heeft bewogen tot de afgifte van euro 189,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 70), en/of
  • [benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte van euro 300,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 79), en/of
  • [benadeelde 8] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 91), en/of
  • [benadeelde 9] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 100), en/of
  • [benadeelde 10] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 105), en/of
  • [benadeelde 11] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 113), en/of
  • [benadeelde 12] heeft bewogen tot de afgifte van euro 329,00, in elk geval van enig geldbedrag (aangifte pag. 118),
hebbende die onbekende(n) en/of zijn/haar/hun mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens) een advertentie op een internetsite ( [naam 2] / [naam 2] en/of [naam 4] geplaatst waarin Iphones/mobiele telefoons werden aangeboden/verkocht en/of dat betaling via overschrijving/overboeking van het aankoopbedrag naar (bank)rekeningnummer [rekeningnummer 1] en/of
[rekeningnummer 2] dient te gebeuren en/of dat na ontvangst van het aankoopbedrag het gekochte product (Iphone/mobiele telefoon) geleverd wordt/wordt verzonden, waardoor voornoemde perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte,
bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 8 mei 2013 tot en met 11 juli 2013 in de gemeente Arnhem en/althans (elders) in Nederland (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of (telkens) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (telkens) zijn, verdachtes (bank)rekeningnummer en/of het
(bank)rekeningnummer van zijn verdachtes bedrijf [naam 3] , te weten
[rekeningnummer 1] en/of [rekeningnummer 2] voor het storten en/of overboeken van die/dat aankoopbedrag(en) ter beschikking van die onbekende(n) te stellen;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
Meer subsidiair
A.
Hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 08 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013, te Arnhem en/of (elders) in Nederland, (telkens) een of meer geldbedragen van in totaal 3530,00 euro heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen daarvan (telkens) wist althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een of meer door misdrijf
verkregen geldbedragen betrof;
en/of
B.
Hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 08 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013, te Arnhem en/of (elders) in Nederland, (telkens) opzettelijk uit de opbrengst van enig door een of meer misdrijven verkregen goed(eren), te weten een of meer geldbedragen, voordeel heeft getrokken, immers heeft hij, verdachte opzettelijk een of meer geldbedragen van in totaal 580,00 euro ontvangen dat/die afkomstig was/waren uit een of meer van die misdrijven;
althans
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 08 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013, te Arnhem en/of (elders) in Nederland, (telkens) uit de opbrengst van enig door een of meer misdrijven verkregen goed(eren), te weten een of meer geldbedragen, voordeel heeft getrokken, immers heeft hij, verdachte een of meer geldbedragen van in totaal 580,00 euro ontvangen dat/die afkomstig was/waren uit een of meer van die misdrijven, terwijl
hij redelijkerwijs moest vermoeden dat dit/die bedrag(en) (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen);
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
Meest subsidiair
Hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 08 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013, te Arnhem en/of.{elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een of meer goederen, namelijk een of meer geldbedragen van in totaal ongeveer 3280,00 euro, welke goederen/geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoorden aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] en/of [benadeelde 12] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, (namelijk naar aanleiding van door die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] en/of [benadeelde 12] aangegane koopovereenkomsten) onder zich had(den),
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
en/of
een of meer onbekende(n) op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 08 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013, te Arnhem en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een of meer goederen, namelijk een of meer geldbedragen van in totaal ongeveer 250,00 euro, welke goederen/geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehoorden aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] en/of [benadeelde 12] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf (namelijk naar aanleiding van door die die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 3] en/of [benadeelde 13] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of [benadeelde 8] en/of [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] en/of [benadeelde 12] aangegane koopovereenkomsten) onder zich had(den),
wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;
bij en/of tot het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meer momenten in of omstreeks de periode van 08 mei 2013 tot en met 11 juli 2013, althans in 2013,
te Arnhem en/of (elders) in Nederland,
(telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of (telkens) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door zijn, verdachtes, bankrekening(en) ( [rekeningnummer 1] en/of [rekeningnummer 2] ) en daarbij behorende bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of toegangsgegevens voor internetbankieren
en/of (andere) bij die bankrekening(en) behorende bescheiden en/of gegevens ter beschikking te stellen.

Voetnoten

1.De volledige tenlastelegging is als bijlage 1 aan het vonnis gehecht.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost Nederland, districtsrecherche Gelderland-Midden
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 35-42; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 43-47; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
5.Proces-verbaal van aangifte, p. 48-55; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
6.Proces-verbaal van aangifte, p. 56-62; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
7.Proces-verbaal van aangifte, p. 63-69; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
8.Proces-verbaal van aangifte, p. 70-78; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
9.Proces-verbaal van aangifte, p. 79-90; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
10.Proces-verbaal van aangifte, p. 91-99; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
11.Proces-verbaal van aangifte, p. 100-104; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
12.Proces-verbaal van aangifte, p. 105-112; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 126-132.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 144.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 145-148.
15.Proces-verbaal van aangifte, p. 113-117; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 133-137.
16.Proces-verbaal van aangifte, p. 118-123; proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 133-137.
17.Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 133-135.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 169, 174-177.
19.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 169.