ECLI:NL:RBGEL:2017:2840
Rechtbank Gelderland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Waardering onroerende zaak voor kinderdagverblijf en de toepassing van de Wet WOZ
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de waardering van een onroerende zaak, een voormalig schoolgebouw dat in gebruik is als kinderdagverblijf. De eiseres, [X] B.V., had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen vastgestelde waarde van het object, die was vastgesteld op € 316.000 voor het kalenderjaar 2016. Eiseres betwistte deze waarde en stelde dat de waarde van het object op € 234.000 moest worden vastgesteld, onder verwijzing naar de slechte marktsituatie in de kinderopvangsector en de lage bezettingsgraad van het object.
De rechtbank oordeelde dat de taxateur van verweerder de levensduur van de oorspronkelijke bouw en de gerenoveerde delen had verlengd, wat in overeenstemming was met de taxatiewijzer. De rechtbank volgde de taxatie en oordeelde dat er geen aanleiding was voor afschrijving op grond van economische veroudering. De rechtbank stelde vast dat de waarde van het object op de waardepeildatum 1 januari 2015 moest worden bepaald op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde, waarbij rekening werd gehouden met de aard en bestemming van de zaak en de technische en functionele veroudering.
De rechtbank concludeerde dat de waarde van het object en de daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelastingen niet te hoog waren vastgesteld. Eiseres had onvoldoende gemotiveerd dat de taxatie onjuist was en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.