ECLI:NL:RBGEL:2017:2803

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 mei 2017
Publicatiedatum
22 mei 2017
Zaaknummer
C/05/319734/KG RK 17-435
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek van een rechter wegens mogelijke partijdigheid

Op 18 mei 2017 heeft de Rechtbank Gelderland, in de persoon van de meervoudige verschoningskamer, een beschikking gegeven op het verzoek van mr. J.R. Veerman om zich te mogen verschonen in een lopende rechtszaak. Dit verzoek werd ingediend omdat de echtgenote van verzoeker recentelijk een dienstverband is aangegaan met Stichting Wageningen Research, een partij in de aanhangige zaak. De rechtbank oordeelde dat deze situatie de schijn van partijdigheid kan oproepen, wat een gegronde reden is voor verschoning. De procedure omvatte een brief van verzoeker aan de partijen, schriftelijke reacties van deze partijen, en het officiële verschoningsverzoek. De rechtbank benadrukte dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, maar dat uitzonderlijke omstandigheden, zoals de huidige, kunnen leiden tot een gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning toegewezen, waarmee mr. J.R. Veerman niet langer als rechter in de betreffende zaak kan optreden. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Verschoningskamer
zaaknummer: C/05/319734 / KG RK 17-435
Beschikking van 18 mei 2017
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. J.R. Veerman
hierna te noemen: verzoeker,
in zijn hoedanigheid van rechter in de zaak met nr. 15/437 287286 tussen Stichting Wageningen Research (voorheen Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek) en [naam] .

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • een brief namens verzoeker gericht aan partijen van 14 maart 2017.
  • de schriftelijke reacties van partijen van 20 maart 2017 en 30 maart 2017.
  • het schriftelijke verschoningsverzoek van 2 mei 2017.

2.Het verschoningsverzoek

Verzoeker heeft verzocht om zich te mogen verschonen in zijn hoedanigheid van rechter in bovengenoemde zaak, omdat zijn echtgenote recentelijk met Stichting Wageningen Research, althans een daaraan verbonden rechtspersoon, een dienstbetrekking is aangegaan. Hierdoor kan de rechterlijke onpartijdigheid schade leiden, althans kan daardoor een schijn van partijdigheid ontstaan.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verzoek als het onderhavige dient uitgangspunt te zijn dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een rechtzoekende een vooringenomenheid zou kunnen koesteren, althans dat de bij een rechtzoekende dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd zou kunnen zijn.
3.3.
Van een gebrek aan onpartijdigheid kan, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, sprake zijn indien bepaalde feiten of omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter aan onpartijdigheid ontbreekt. In dat geval dient de rechter zich van een behandeling van een zaak te onthouden, want rechtzoekenden moeten in het rechterlijk apparaat vertrouwen kunnen stellen. Bij de beoordeling van een verzoek om verschoning moet ook rekening worden gehouden met feiten of omstandigheden die de schijn van partijdigheid kunnen opwekken.
3.4.
Het door verzoeker aangevoerde feit dat zijn echtgenote een dienstverband is aangegaan met één van de partijen in een aanhangig rechtsgeding, althans een daaraan verbonden rechtspersoon, in een zaak waarin verzoeker als rechter optreedt, kan de schijn van partijdigheid van verzoeker als behandelend rechter in het leven roepen. Daarom is dat een omstandigheid die verschoning rechtvaardigt. Daarom zal de verschoningskamer het onderhavige verzoek toewijzen.

4.De beslissing

De rechtbank
wijst het verzoek tot verschoning van mr. J.R. Veerman toe.
Deze beschikking is gegeven door de mrs. H.P.M. Kester-Bik, M.J. van Lee en A. Tegelaar, in tegenwoordigheid van de griffier [naam griffier] .
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.