ECLI:NL:RBGEL:2017:2665
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen boete voor parkeren op gehandicaptenplaats met toestemming van gemeenteambtenaar en agenten
In deze zaak gaat het om een beroep tegen een boete van € 379,00 die mevrouw [betrokkene] kreeg voor het parkeren op een voor gehandicapten gereserveerde plek bij het gemeentehuis in Didam op 24 maart 2016. Mevrouw [betrokkene] had geen andere parkeerplaats kunnen vinden en kreeg toestemming van een gemeenteambtenaar en twee agenten om haar auto tijdelijk op de gehandicaptenplaats te parkeren. Ondanks deze toestemming werd zij bekeurd door een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA).
De kantonrechter oordeelt dat de BOA onvoldoende heeft gereageerd op de stelling van mevrouw [betrokkene] dat zij toestemming had gekregen om daar te parkeren. De rechter concludeert dat, hoewel de agenten formeel geen toestemming kunnen geven voor het begaan van een verkeersovertreding, mevrouw [betrokkene] op hun woord mocht vertrouwen. De rechter vindt het niet redelijk dat mevrouw [betrokkene] de standaardboete moet betalen en besluit de boete te verlagen naar € 0,00.
De officier van justitie heeft zes weken de tijd om in hoger beroep te gaan. Als er geen hoger beroep wordt ingesteld, kan mevrouw [betrokkene] het betaalde bedrag van € 379,00 terugkrijgen. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 10 mei 2017 en de griffier heeft een afschrift van de uitspraak aan de betrokken partijen verzonden.