Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.Bewezenverklaring
en/of één of meer onbekend gebleven personenop één of meerdere tijdstip
(pen
)in of omstreeks de periode van 13 november 2015 tot en met 15 januari 2016 te Wezep,
met elkaar, althans een van hen,opzettelijk heeft
/hebbengeteeld en
/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres 2]
)een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 789 hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel
(te weten 789 hennepplanten
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan), tot en/of bij het plegen van welk
(e)misdrijf
/misdrijvenverdachte in of omstreeks de periode van 13 november 2015 tot en met 15 januari 2016 te Wezep,
in elk geval in Nederland,meermalen,
althans eenmaal (telkens
)opzettelijk gelegenheid
en/of middelen en/of inlichtingenheeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest,door aan [medeverdachte]
en/of de onbekend gebleven persoon/personenvoornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
werkstrafgedurende
120 (honderdtwintig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (een) maand;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van de voorwaarde dat de veroordeelde zich niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit voor het einde van de proeftijd die op twee jaren wordt bepaald;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde]van € 4.375,68 (vierduizend driehonderdvijfenzeventig euro en achtenzestig eurocent), vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil;
benadeelde partij [benadeelde] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering;
Fout! De documentvariabele ontbreekt.