Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.Vordering van de benadeelde partij
4.De beslissing
benadeelde partij [naam] niet-ontvankelijkin de vordering.
Rechtbank Gelderland
Op 8 mei 2017 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 31-jarige man, die werd verdacht van brandstichting in een woning in Winterswijk op 17 januari 2016. De officier van justitie had een gevangenisstraf van drie jaar geëist, waarvan één jaar voorwaardelijk. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van opzet en dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was. Tijdens de zitting op 24 april 2017 werd duidelijk dat de tenlastelegging een fout bevatte, aangezien de brand op 17 januari 2017 had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat de pleegdatum cruciaal was en dat het niet mogelijk was om de datum als een kennelijke stelfout te beschouwen. Hierdoor kon de rechtbank niet tot een veroordeling komen. De verdachte werd vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Daarnaast had het [naam] zich als benadeelde partij gevoegd en een schadevergoeding van € 28.780,70 gevorderd, maar deze vordering werd niet-ontvankelijk verklaard vanwege de vrijspraak van de verdachte.