ECLI:NL:RBGEL:2017:2160

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
05/780028-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en diefstal met valse sleutel door verdachte met meerdere schadeclaims bij verzekeringsmaatschappij

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 14 april 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere oplichtingen en diefstal met een valse sleutel. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het indienen van valse schadeclaims bij een verzekeringsmaatschappij, waarbij hij zich voordeed als verzekerde of als de broer van een verzekerde. Gedurende de periode van augustus 2015 tot en met januari 2016 heeft hij meerdere keren geprobeerd om geldbedragen te verkrijgen door middel van bedrog. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn handelen financieel nadeel heeft toegebracht aan de slachtoffers, die dachten dat zij te maken hadden met legitieme schadeclaims. De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan diefstal door geldbedragen van een slachtoffer over te maken naar zijn eigen rekening, waarbij hij gebruik maakte van de bankgegevens van het slachtoffer zonder diens toestemming. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 360 dagen, waarvan 224 dagen voorwaardelijk, en heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling bij een forensische instelling. Daarnaast is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/780028-16
Datum uitspraak : 14 april 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1976 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven op het adres [adres 1] ,
feitelijk wonend op het adres [adres 2] .
raadsvrouw: mr. S. Koster, advocaat te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 20 mei 2016 en 31 maart 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 12 augustus 2015 tot en met 9 september 2015 in Ede en/of in Harderwijk en/of in Apeldoorn en/of in Almere, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 4394 euro, althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-(een) telefonische schadeclaim(s) (dossiernummers [nummer 1] , [nummer 2] , [nummer 3] ) ingediend bij [slachtoffer] en/of
-zich bij voorgenoemde telefonische contact(en) met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim(s) bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als mijnheer [naam 2] en/of de broer van verzekerde/polishouder mevrouw [naam 3] en/of
-in de(ze) schadeclaim(s) aangegeven dat er (een) diefstal(len) en/of inbra(a)k(en) had(den) plaatsgevonden waardoor er schade is geleden en/of
-aangegeven bij de politie aangifte te hebben gedaan van diefstal (onder pv-nummer PL407242709)(met betrekking tot dossiernummer [nummer 2] ) waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 12 november 2015 tot en met 14 november 2015, in Ede en/of te Lutten, gemeente Hardenberg, en/of in Apeldoorn en/of in Almere althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-(een) telefonische schadeclaim(s) ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 4] en [nummer 5] ) en/of
- zich bij voorgenoemde telefonische contact(en) met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim(s) bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder [naam 4] en/of
-in de(ze) schadeclaim(s) aangegeven dat er (een) diefstal(len) en/of inbra(a)k(en) hadden plaatsgevonden waardoor er schade is geleden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 6 oktober 2015 tot en met 7 oktober 2015, in Ede en/of te Rockanje en/of in Apeldoorn en/of in Almere, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 2188 euro, althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-(een) telefonische schadeclaim(s) ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummers [nummer 6] en [nummer 7] ) en/of
- zich bij voorgenoemde telefonische contact(en) met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim(s) bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 5] en/of
-in de(ze) schadeclaim(s) aangegeven dat er (een) diefstal(len) en/of inbra(a)k(en) had(den) plaatsgevonden waardoor er schade is geleden waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 29 september 2015 tot en met 2 oktober 2015 in Ede en/of in Apeldoorn en/of in Almere, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 1394 euro, althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-(een) telefonische schadeclaim(s) ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 8] ) en/of
-zich bij voorgenoemde telefonische contact(en) met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim(s) bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 6] en/of
-in de(ze) schadeclaim(s) aangegeven dat er (een) diefstal(len) en/of inbra(a)k(en) had(den) plaatsgevonden waardoor er schade is geleden waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 8 oktober 2015 tot en met 9 oktober 2015 in Ede en/of in Apeldoorn en/of in Almere, althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-(een) telefonische schadeclaim(s) ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 9] ) en/of
- zich bij voorgenoemde telefonische contact(en) met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim(s) bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 6] en/of
-in de(ze) schadeclaim(s) aangegeven dat er (een) diefstal(len) en/of inbra(a)k(en) hadden plaatsgevonden waardoor er schade is geleden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015 in Ede en/of in Apeldoorn en/of in Almere en/of in Puttershoek althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 891 euro, althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-(een) telefonische schadeclaim(s) ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 10] ) en/of
-zich bij voorgenoemde telefonische contact(en) met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim(s) bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 7] en/of
-in de(ze) schadeclaim(s) aangegeven dat er (een) diefstal(len) en/of inbra(a)k(en) had(den) plaatsgevonden waardoor er schade is geleden waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
7.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 12 oktober 2015 tot en met 14 januari 2016 in Ede en/of in Apeldoorn en/of in Almere en/of te Puttershoek, althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-(een) telefonische schadeclaim(s) ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 11] ) en/of
- zich bij voorgenoemde telefonische contact(en) met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim(s) bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 7] en/of
-in de(ze) schadeclaim(s) aangegeven dat er (een) diefstal(len) en/of inbra(a)k(en) hadden plaatsgevonden waardoor er schade is geleden en/of
- aangegeven bij de politie aangifte te hebben gedaan van diefstal (onder PV-nummer PL150621243356766)
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
8.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2015 tot en met 5 november 2015 in Ede en/of in Harderwijk, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, (een) geld(bedrag) van in totaal 2399,58 euro, althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of de/het weg te nemen geld(bedrag(en)) (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van (een) valse sleutel(s), te weten door met - tevoren gestolen dan wel zonder toestemming of instemming van de rechthebbende in gebruik genomen - de gegevens van de bankpas (van de Rabobank op naam van rekeninghouder, voornoemde [naam 3] , rekeningnummer [rekeningnummer 1] ) en bijbehorende (pin)code, (een) overschrijving(en) te verrichten naar zijn, verdachtes, eigen bankrekeningnummer ( [rekeningnummer 2] ) waarna de aldus gedane overschrijving(en) (telkens) ten laste van die [naam 3] is/zijn gekomen.
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 8 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de bewezenverklaring zich beperkt tot de bedragen die met een verhullende omschrijving zijn overgeboekt naar de rekening van verdachte. Dit is volgens de officier van justitie een bedrag van in totaal € 824,58. Van de overige overgeboekte bedragen kan niet worden uitgesloten dat daaraan een rechtsgrond ten grondslag ligt.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7 gesteld dat deze bewezen kunnen worden nu verdachte de feiten heeft bekend. Zij meent dat het dossier voldoende aanwijzingen bevat dat [naam 2] een bijdrage heeft geleverd aan het oplichten van [naam 1] en dat sprake is van medeplegen. Voor feit 8 heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit. Zij heeft hiertoe betoogd dat er meerdere overboekingen hebben plaatsgevonden en dat [naam 2] daaraan haar medewerking heeft verleend. Over de overboekingen bestonden afspraken. Verdachte heeft ook bedragen terugbetaald aan [naam 2] . Mede gezien de tegenstrijdige verklaringen van [naam 2] kan diefstal volgens de raadsvrouw niet worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 7 is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen. De rechtbank grondt de bewezenverklaring op de volgende bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in onderdelen - slechts wordt gebezigd tot bewijs van het feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft:
Feit 1
- de aangifte van [naam 8] namens [slachtoffer] [2] ;
- de aangifte van [naam 3] [3] ;
- informatie van de [naam 9] [4] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd bij de politie [5] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzittingen van 20 mei 2016 en 31 maart 2017 [6] .
Feit 2
- de aangifte van [naam 8] namens [slachtoffer] [7] ;
- de bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] [8] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd bij de politie [9] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 31 maart 2017 [10] .
Feit 3
- de aangifte van [naam 8] namens [slachtoffer] [11] ;
- informatie van de [naam 10] [12] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd bij de politie [13] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 31 maart 2017 [14] .
Feiten 4 en 5
- de aangifte van [naam 8] namens [slachtoffer] [15] ;
- de bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] [16] ;
- informatie van de [naam 10] [17] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd bij de politie [18] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 31 maart 2017 [19] .
Feiten 6 en 7
- de aangifte van [naam 11] , register-Coördinator Fraudebeheersing van [naam 1] [20] ;
- een interne notitie bij de aangifte van [naam 11] naar aanleiding van schademeldingen door een persoon die zich [naam 7] noemde [21] ;
- informatie van de [naam 10] [22] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd bij de politie [23] ;
- de verklaring van verdachte afgelegd op de terechtzitting van 31 maart 2017 [24] .
De rechtbank acht, anders dan de raadsvrouw, niet bewezen dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en [naam 2] . Het dossier biedt daartoe onvoldoende aanknopingspunten. Dat getuige [getuige] verdachte en [naam 2] een keer heeft horen praten over [naam 1] acht de rechtbank onvoldoende nu dit op geen enkele wijze nader is geconcretiseerd. Verder vindt de verklaring van verdachte over de betrokkenheid van [naam 2] geen bevestiging in andere bewijsmiddelen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat ook niet is gebleken dat [naam 2] geld heeft ontvangen van verdachte dat door [naam 1] aan hem was overgemaakt.
Feit 8
Aangeefster [naam 3] , wonend te Harderwijk, heeft verklaard dat verdachte twee keer per week bij haar kwam. Hij heeft haar geholpen met de belastingaangifte in augustus 2015. Hij heeft toen achter haar computer gezeten. Daar lagen ook haar bankpas en pincode. Aangeefster kwam ook tot de ontdekking dat verdachte geld had overgeschreven van haar rekening naar die van hem. [25]
Uit een transactieoverzicht van rekeningnummer 36.39.57.626 ten name van [naam 3] over de periode 1 augustus 2014 tot en met 5 november 2015 blijkt dat van de rekening van [naam 2] de volgende bedragen zijn overgeboekt naar bankrekeningnummer [rekeningnummer 3] , waarbij verdachte niet werd genoemd als tegenrekeninghouder:
  • € 66,00 met als naam van de tegenrekeninghouder: [naam 12] ;
  • € 97,00 met als naam van de tegenrekeninghouder: [naam 13] ;
  • € 105,72 met als naam van de tegenrekeninghouder: [naam 14] ;
  • € 105,72 met als naam van de tegenrekeninghouder: [naam 14] ;
  • € 64,80 met als naam van de tegenrekeninghouder: [naam 15] ;
  • € 83,00 met als naam van de tegenrekeninghouder: [naam 15] ;
  • € 201,56 met als naam van de tegenrekeninghouder: [naam 15] .
Voormelde bedragen zijn op de volgende data bijgeschreven op rekeningnummer [rekeningnummer 3] ten name van verdachte:
  • € 201,56 op 24 augustus 2015;
  • € 83,00 op 25 augustus 2015;
  • € 64,80 op 28 augustus 2015;
  • € 105,72 op 8 september 2015;
  • € 105,72 op 21 september 2015;
  • € 66,00 op 22 september 2015;
  • € 97,00 op 22 september 2015.
De rechtbank overweegt dat niet wordt betwist dat bedragen van de rekening van [naam 2] zijn overgeboekt naar de rekening van verdachte. Volgens de raadsvrouw waren daar echter afspraken met [naam 2] over gemaakt. De rechtbank volgt dit niet voor zover het voormelde bedragen betreft. Uit het transactieoverzicht blijkt dat in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 5 november 2015 ook bedragen van de rekening van [naam 2] zijn overgemaakt, waarbij verdachtes naam is ingevuld als tegenrekeninghouder. Op vragen van de rechtbank waarom verdachte bij andere overboekingen in die periode als tegenrekeninghouder “ [naam 12] ”, “ [naam 13] ”, [naam 14] ” en [naam 15] ” heeft ingevuld, heeft verdachte zich beroepen op zijn zwijgrecht. De rechtbank is van oordeel dat, nu verdachte geen verklaring hiervoor heeft willen geven, het ervoor moet worden gehouden dat hij heeft willen verhullen dat hij de bedragen zonder medeweten van [naam 2] naar zichzelf overmaakte. Nu niet blijkt dat [naam 2] verdachte toestemming had gegeven haar bankrekening te beheren en deze bedragen naar zichzelf over te maken, acht de rechtbank diefstal van deze gelden bewezen. Ten aanzien van de overige bedragen die van de rekening van [naam 2] zijn overgeboekt naar de rekening van verdachte, acht de rechtbank diefstal echter niet bewezen nu niet duidelijk is of er afspraken waren gemaakt tussen verdachte en [naam 2] en zoja wat deze afspraken precies inhielden.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een of meerderetijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van 12 augustus 2015 tot en met 9 september 2015 in Ede en/of in Harderwijk en/of
in Apeldoorn en/ofin Almere, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid
en/of door een of meer listige kunstgrepenen
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 4394 euro,
althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-
(een)telefonische schadeclaim
(s
)(dossiernummers [nummer 1] , [nummer 2] , [nummer 3] ) ingediend bij [slachtoffer] en
/of
- zich bij voorgenoemde telefonische contact
(en
)met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim
(s
)bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als mijnheer [naam 2] en
/ofde broer van verzekerde/polishouder mevrouw [naam 3] en
/of
- in de(ze) schadeclaim
(s
)aangegeven dat er
(een)diefstal
(len
)en/of inbra
(a)k
(en
)had
(den
)plaatsgevonden waardoor er schade is geleden en
/of
- aangegeven bij de politie aangifte te hebben gedaan van diefstal (onder pv-nummer PL407242709)
(met betrekking tot dossiernummer [nummer 2]
)waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op
een of meerderetijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van 12 november 2015 tot en met 14 november 2015, in Ede
en/of te Lutten, gemeente Hardenberg, en/of in Apeldoornen/of in Almere, althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
immers heeft hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-
(een)telefonische schadeclaim
(s
)ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 4] en [nummer 5] ) en
/of
- zich bij voorgenoemde telefonische contact
(en
)met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim
(s
)bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder [naam 4] en
/of
- in de(ze) schadeclaim
(s
)aangegeven dat er
(een)diefstal
(len
)en/of een inbra
(a
)k
(en)hadden plaatsgevonden waardoor er schade is geleden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op
een of meerderetijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van 6 oktober 2015 tot en met 7 oktober 2015, in Ede
en/of te Rockanje en/of in Apeldoornen/of in Almere, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 2188 euro,
althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-
(een)telefonische schadeclaim
(s
)ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummers [nummer 6] en [nummer 7] ) en
/of
- zich bij voorgenoemde telefonische contact
(en
)met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim
(s
)bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer Man In 't Veld en
/of
- in de(ze) schadeclaim
(s
)aangegeven dat er
(een)diefstal
(len
)en/of een inbra
(a
)k
(en)had(den) plaatsgevonden waardoor er schade is geleden waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij op
een of meerderetijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van 29 september 2015 tot en met 2 oktober 2015 in Ede
en/of in Apeldoornen/of in Almere, althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 1394 euro,
althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-
(een
)telefonische schadeclaim
(s)ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer P173831930) en
/of
- zich bij
voorgenoemdetelefonische contact
(en
)met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim
(s)bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 6] en
/of
- in de(ze) schadeclaim
(s)aangegeven dat er
(een
)diefstal
(len) en/of inbra(a)k(en)had
(den)plaatsgevonden waardoor er schade is geleden waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij op een
of meerderetijdstip
(pen)gelegen in
of omstreeksde periode van 8 oktober 2015 tot en met 9 oktober 2015 in Ede
en/of in Apeldoornen/of in Almere, althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid
en/of door een of meer listige kunstgrepenen
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
immers heeft hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-
(een
)telefonische schadeclaim
(s)ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 9] ) en
/of
- zich bij voorgenoemd
etelefonische contact
(en)met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim
(s)bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 6] en
/of
- in de(ze) schadeclaim
(s)aangegeven dat er
(een
)diefstal
(len) en/of inbra(a)k(en)had
denplaatsgevonden waardoor er schade is geleden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
6.
hij op een
of meerderetijdstip
(pen)gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 5 oktober 2015 in Ede
en/of in Apeldoornen/of in Almere
en/of in Puttershoekalthans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 891 euro,
althans tot afgifte van enig geldbedrag,
immers heeft hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-
(een
)telefonische schadeclaim
(s)ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 10] ) en
/of
- zich bij voorgenoemd
etelefonische contact
(en)met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim
(s)bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 7] en
/of
- in de(ze) schadeclaim
(s)aangegeven dat er
(een
)diefstal
(len) en/of inbra(a)k(en)had
(den)plaatsgevonden waardoor er schade is geleden waardoor voornoemde [slachtoffer] . werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
7.
hij op een
of meerderetijdstip
(pen)gelegen in
of omstreeksde periode van 12 oktober 2015 tot en met 14 januari 2016 in Ede
en/of in Apeldoornen/of in Almere
en/of te Puttershoek, althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,met het oogmerk om zich
en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid en
/of door een of meer listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] (h.o.d.n. [naam 1] ) te bewegen tot de afgifte van een hoeveelheid geld,
immers heeft hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)met vorenomschreven oogmerk, -zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
-
(een
)telefonische schadeclaim
(s)ingediend bij [slachtoffer] (dossiernummer [nummer 11] ) en
/of
- zich bij voorgenoemd
etelefonische contact
(en)met en/of ten behoeve van het indienen van de schadeclaim
(s)bij de verzekeringsmaatschappij voorgedaan als en/of bekend gemaakt als verzekerde/polishouder mijnheer [naam 7] en
/of
- in de(ze) schadeclaim
(s)aangegeven dat er
(een
)diefstal
(len) en/of inbra(a)k(en)had
denplaatsgevonden waardoor er schade is geleden en
/of
- aangegeven bij de politie aangifte te hebben gedaan van diefstal (onder PV-nummer PL150621243356766)
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8.
hij op
één of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 augustus 2015 tot en met 5 november 2015 in Ede en/of in Harderwijk,
althans in Nederland, (telkens
)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
(een) geld(bedrag) van in totaal 2399,58 euro, althansenig geldbedrag,
geheel of ten deletoebehorende aan [naam 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte
zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofde
/hetweg te nemen geld
(bedrag
(en
)) (telkens
)onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
(een
)valse sleutel
(s), te weten door met de gegevens van de -
tevoren gestolen dan welzonder toestemming of instemming van de rechthebbende in gebruik genomen - bankpas (van de Rabobank op naam van rekeninghouder, voornoemde [naam 3] , rekeningnummer [rekeningnummer 1] ) en bijbehorende (pin)code,
(een)overschrijving
(en
)te verrichten naar zijn, verdachtes, eigen bankrekeningnummer ( [rekeningnummer 2] ) waarna de aldus gedane overschrijving
(en
) (telkens
)ten laste van die [naam 3]
is/zijn gekomen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Feiten 1 en 3 telkens:
Oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 2:
Poging tot oplichting, meermalen gepleegd;
Feiten 4 en 6 telkens:
Oplichting;
Feiten 5 en 7 telkens:
Poging tot oplichting;
Feit 8:
Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 240 dagen waarvan 104 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en het voortzetten van de behandeling bij Kairos. De officier van justitie heeft tevens de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat eerdere pogingen van verdachte om zijn leven te beteren steeds zijn gestrand. Verdachte heeft na schorsing van zijn voorlopige hechtenis moeite gedaan aan het werk te komen en heeft nu een goed lopend bedrijf. Hij is acht maanden aan het werk en niet gerecidiveerd. De raadsvrouw kan zich vinden in de eis van de officier van justitie.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting en pogingen daartoe. Hij heeft zich meerdere keren telefonisch gewend tot [naam 1] , waarbij hij zich voordeed als verzekerde dan wel als de broer van een verzekerde. Hij gebruikte daarbij valse namen en bediende zich van telefoonnummers en emailadressen die niet van hem waren. Hij claimde steeds schade in verband met bij hem gepleegde diefstallen en/of inbraken. Soms meldde verdachte meerdere claims per dag. In een aantal gevallen is [naam 1] door toedoen van verdachte bewogen tot betaling van de door hem geclaimde bedragen, dan wel tot betaling van een deel van de geclaimde bedragen. Verdachte heeft door zijn handelen, dat slechts gericht was op financieel gewin voor zichzelf, [naam 1] financieel benadeeld en gezorgd voor overlast nu [naam 1] nader onderzoek heeft moeten doen naar de door verdachte geclaimde schades. Daarbij is gebleken dat verdachte op internet zocht naar thuiswerkers via het niet bestaande bedrijf [naam 16] . Als mensen reageerden, vroeg hij niet alleen persoonlijke gegevens van de geïnteresseerden, maar ook of ze een inboedelverzekering hadden, in verband met apparatuur die bij hen thuis zou worden geplaatst. Op die manier heeft verdachte de verzekeringsgegevens van de in de tenlastelegging genoemde personen verkregen. De rechtbank vindt dit bijzonder laakbaar gedrag. Onschuldige mensen, die dachten thuiswerk te krijgen, zijn het slachtoffer geworden van verdachtes handelen. Hun gegevens werden door verdachte misbruikt met het doel er zelf beter van te worden. Door het onderzoek van [naam 1] zijn zij erachter gekomen dat hun gegevens ten onrechte zijn gebruikt. Ook bij deze mensen heeft verdachte gezorgd voor overlast. Hij heeft het vertrouwen dat zij hadden in het thuiswerkbedrijf beschaamd.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan diefstal. Hij kwam regelmatig bij het slachtoffer thuis en hielp haar met haar financiële administratie. Hij heeft daarbij een aantal overboekingen gedaan naar zijn eigen rekening, waarbij hij bij de tenaamstelling deed voorkomen alsof de bedragen werden overgemaakt aan de [naam 13] dan wel instellingen in de gezondheidszorg. Door de werkelijke naam van de tegenrekeninghouder, te weten zijn eigen naam, niet te vermelden, heeft verdachte voor het slachtoffer willen verhullen dat de gelden naar zijn rekening werden overgeboekt. Verdachte heeft het slachtoffer daardoor financieel benadeeld en het vertrouwen dat zij in hem had ernstig beschaamd.
De rechtbank is van oordeel dat dit ernstige feiten zijn, die verdachte zwaar zijn aan te rekenen en ook aan hem zijn toe te rekenen, te meer nu uit de justitiële documentatie van verdachte van 21 februari 2017 blijkt dat hij meerdere keren is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten. Deze veroordelingen hebben hem er kennelijk niet van kunnen weerhouden opnieuw vermogensdelicten, en dan met name oplichtingen dan wel pogingen daartoe, te plegen.
De rechtbank heeft kennis genomen van het reclasseringsrapport van 17 mei 2016 en het voortgangsverslag toezicht van 27 maart 2017. Uit het reclasseringsrapport komt naar voren dat over verdachte verdiepingsdiagnostiek is gevraagd bij GGZ Friesland Polikliniek Forensische Psychiatrie. Uit informatie van deze instelling komt naar voren dat verdachte vermoedelijk zwakbegaafd is en dat hij zichzelf beschrijft als een beïnvloedbare man die te snel van vertrouwen is. Er is sprake van externalisatie en er zijn antisociale trekken bij hem geobserveerd. Volgens zijn vader begint verdachte in zijn eigen leugens te geloven. De deskundigen menen dat verdachte daarbij de impact en gevolgen van zijn daden niet lijkt te overzien en dat hij hier pas bij confrontatie met de slachtoffers meer bij stil lijkt te staan. Onderliggend lijkt sprake te zijn van gevoelens van minderwaardigheid. Verder lijkt sprake te zijn van sociaal wenselijk gedrag.
De reclassering meent dat sprake is van hardnekkige recidive en schat het recidiverisico in als hoog.
Uit het voortgangsverslag toezicht komt naar voren dat verdachte als gevolg van een lange wachtlijst pas recent is gestart met een behandeling voor zijn problematiek bij Kairos. Hij heeft een relatie en is medio 2016 vader geworden. Hij komt afspraken trouw na en lijkt thans oprecht gemotiveerd om zijn leven te beteren. Uit het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat verdachte in 2016 met toestemming van de reclassering de werkzaamheden in zijn schoonmaakbedrijf weer heeft opgepakt en heeft uitgebreid. Hij lost af op schulden en geeft openheid van zaken aan de reclassering.
De rechtbank acht, gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, een gevangenisstraf van 360 dagen passend. De rechtbank zal een deel daarvan, te weten 224 dagen, in voorwaardelijke vorm opleggen. Deze straf is hoger dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat de rechtbank in de door de officier van justitie gevorderde straf onvoldoende de forse justitiële documentatie en de berekenende wijze waarop verdachte anderen bij de gepleegde delicten betrekt, vindt meegewogen. Naar het oordeel van de rechtbank kan alleen een groot voorwaardelijk strafdeel bijdragen aan een goede resocialisatie van verdachte. De rechtbank zal daaraan een proeftijd van drie jaren verbinden. De rechtbank zal verder na te melden bijzondere voorwaarden opleggen en de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan bevelen.

8. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde
[slachtoffer]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de onder 1 tot en met 7 ten laste gelegde feiten. Gevorderd wordt een bedrag van € 12.517,64. Dat bedrag is als volgt opgebouwd:
- inbraak diverse goederen € 1.496,- (feit 1)
- Babboe + krat bier € 959,- (feit 1)
- Macbook Pro 13” € 1.939,- (feit 1)
- Babboe curve bakfiets € 1.199,- (feit 3)
- Toshiba Satalite P50C124 € 989,- (feit 3)
- Gazelle Orange C7 hybride man € 1.394,- (feit 4)
- Babboe bakfiets € 891,- (feit 6)
- Onderzoekskosten € 3.650,64
De benadeelde
[naam 3]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 8 ten laste gelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 3.936,-, waarvan € 2.936,- voor materiële schade en € 1.000,- voor immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer] vermeerderd met de wettelijke rente volledig toewijsbaar is. Wat betreft de vordering van [naam 3] acht hij een bedrag van € 824,58 vermeerderd met de wettelijke rente toewijsbaar. Ten aanzien van beide vorderingen dient de schadevergoedingsmaatregel te worden toegepast.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer] kan worden toegewezen voor zover de bedragen zijn uitgekeerd aan verdachte, te weten een bedrag van € 8.867,- . Ten aanzien van de onderzoekskosten meent zij dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard nu niet gespecificeerd is hoe de kosten zijn opgebouwd. De behandeling van dit deel van de vordering vormt volgens haar een onevenredige belasting van het strafgeding.
Ten aanzien van de vordering van [naam 3] heeft de raadsvrouw zich met betrekking tot de materiële schade op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Volgens de raadsvrouw is behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding, nu de kosten niet in relatie staan tot het ten laste gelegde feit, er sprake is van afspraken tussen verdachte en de benadeelde partij en verdachte terugbetalingen aan de benadeelde partij heeft gedaan. De raadsvrouw meent dat de vordering betreffende de immateriële schade dient te worden afgewezen, omdat de schade niet is onderbouwd en een dergelijke schade in geval van vermogensdelicten niet voor de hand ligt.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [slachtoffer] is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1, 3, 4 en 6 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van € 8.867,-. De rechtbank acht daarnaast het gevorderde bedrag voor kosten van onderzoek van de feiten 1 tot en met 7 niet onredelijk. De vordering zal daarom volledig worden toegewezen. Verdachte is daarvoor naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering van [naam 3] is gebleken, is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 8 bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden. De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte zich wederrechtelijk heeft toegeëigend een bedrag van € 723,80. Uit de bankafschriften van verdachte blijkt dat hij de bedragen € 64,80, € 97,00 en € 83,00 heeft terugbetaald aan de benadeelde partij (p. 341-342). Een en ander betekent dat de vordering kan worden toegewezen tot een bedrag van € 479,00, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De rechtbank merkt hierbij ten aanzien van de gevorderde immateriële schade op dat deze niet is onderbouwd.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van de toe te wijzen bedragen ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 27, 36f, 45, 57, 310, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
360 (driehonderdzestig) dagen;
  • bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot 224 (tweehonderdvierentwintig) dagen,
  • legt op als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 legt op als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich binnen drie (werk)dagen na het uitspreken van dit vonnis zal melden bij de Reclassering Nederland op het adres: Nieuwe Oeverstraat 65 te Arnhem, en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich onder behandeling zal stellen van de forensische polikliniek Kairos of soortgelijke ambulante forensische zorg, een en ander ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar en/of de reclassering zullen worden gegeven;
  • medewerking zal verlenen aan contacten met een nader te bepalen instelling voor maatschappelijk werk, teneinde hem te ondersteunen op praktisch gebied;
  • toestemming zal verlenen aan de reclassering referentencontact te hebben met werkgevers/personen die betrokken zijn bij zijn bedrijf/adviseurs/behandelaars;
  • zich niet buiten Nederland zal begeven, zolang de reclassering dit nodig acht;
  • geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • beveelt dat de op grond van artikel 14c gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
  • beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4, 5, 6, en 7 tot betaling van
  • veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 8 tot betaling van
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • legt aan veroordeelde de
 bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;

heft ophet geschorste bevel tot
voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.L.F. Prisse (voorzitter), mr. C.E.W. van de Sande en mr. J.H.D. van Onna, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 april 2017.
Mr. Van Onna is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummers PL0600-2015601614 en PL0600-2015546625, gesloten op 23 maart 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte door [naam 8] namens [slachtoffer] , p. 59-60.
3.Proces-verbaal van aangifte door [naam 3] , p. 39-40.
4.Informatie van de [naam 9] over transacties, p. 324, 330, 332.
5.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 8 april 2016, blad 2-4.
6.Proces-verbaal van de terechtzitting van 20 mei 2016 en verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 31 maart 2017.
7.Proces-verbaal van aangifte door [naam 8] namens [slachtoffer] , p. 61.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 297.
9.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 8 april 2016, blad 5-6.
10.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 31 maart 2017.
11.Proces-verbaal van aangifte door [naam 8] namens [slachtoffer] , p. 62.
12.Informatie van de [naam 10] over transacties, p. 306-307.
13.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 8 april 2016, blad 5-6.
14.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 31 maart 2017.
15.Proces-verbaal van aangifte door [naam 8] namens [slachtoffer] , p. 63-64.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 297.
17.Informatie van de [naam 10] over transacties, p. 313-314.
18.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 8 april 2016, blad 5-6.
19.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 31 maart 2017.
20.Proces-verbaal van aangifte door [naam 11] , register-Coördinator Fraudebeheersing van [naam 1] , p. 221-222.
21.Productie 1 bij de aangifte van [naam 11] , p. 225-231.
22.Informatie van de [naam 10] over transacties, p. 384-385.
23.Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 8 april 2016, blad 5-6.
24.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting van 31 maart 2017.
25.Proces-verbaal van aangifte door [naam 3] , p. 40.
26.Transactieoverzicht, p. 42.
27.Rekeningafschrift van rekeningnummer [rekeningnummer 3] , p. 325-326, 346-347, 353.