Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
[naam 1] d.d. 22 maart 2017) dat bij het aanraken van goederen door de betreffende persoon in het geheel geen dactysporen worden achtergelaten.
3.Bewezenverklaring
of omstreeks04 mei 2015 te Arnhem
(gelegen aan het [adres]
)een hoeveelheid geld
(te weten euro
),
in elk geval enig goed,
in elk
voorafgegaan,vergezeld en
/ofgevolgd van geweld
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,
voor te bereiden,gemakkelijk te maken
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te
/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond dat
/voorgehoudenen
/of
en/of de nekvan die [slachtoffer] heeft geduwd gedrukt
(gehouden
)en
/of
althans eenmaal,heeft gezegd/geroepen:
/of"kluis" en
/of
(vervolgens
)die [slachtoffer] naar de woonkamer heeft geduwd
(terwijl die
)en
/of
meermalen, althans eenmaal,naar/tegen de grond heeft
(daarbij
) meermalen, althans eenmaal, heeft gezegd dat die
/of
meermalen, althans eenmaal,tegen die [slachtoffer] heeft gezegd/geroepen:
(vervolgens
)de handen van die [slachtoffer] met ducttape heeft geboeid
/ofde enkels van die [slachtoffer] (eveneens met ducttape) heeft geboeid en
/ofde
/of
(toen die [slachtoffer] toch nog kon praten en vroeg waarom verdachte dit deed
)tegen
(nadat verdachte het geld uit de kluis(geldkist) en
/ofuit een naast die
)
gezegd/gevraagd: "Ben ik niet netjes geweest?"
(bij het verlaten van de woning
)tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "geen
en/of "ik kom wel uit de buurt";
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
15 maart 2017.
8.De toegepaste wettelijke bepalingen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) maanden;
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van
€ 4.800,- (zegge: vierduizend achthonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
- verklaart de
- legt aan veroordeelde de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.L. Miedema en A. Ok, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 april 2017.