ECLI:NL:RBGEL:2017:1702

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 maart 2017
Publicatiedatum
29 maart 2017
Zaaknummer
05/051708-16, 05/121146, 05/840852-16, 05/840821-16, 05/841036-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man uit Apeldoorn voor meerdere vermogensdelicten met gevangenisstraf en werkstraf

Op 20 maart 2017 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man uit Apeldoorn, die werd beschuldigd van meerdere vermogensdelicten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en een werkstraf van 240 uren. De man was aangeklaagd voor diefstal en opzetheling van verschillende goederen, waaronder een bromfiets, gereedschappen en een elektrische fiets. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waarbij hij zich toegang tot de plaatsen van misdrijf had verschaft door middel van braak en/of verbreking. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de verdachte, de aangiften van de slachtoffers en het bewijs dat door de politie was verzameld. De verdachte had eerder een drugsverslaving en was in de afgelopen jaren in crimineel gedrag afgegleden. De rechtbank hield rekening met zijn persoonlijke omstandigheden en de impact van zijn daden op de slachtoffers. De opgelegde straf was bedoeld om de verdachte te rehabiliteren en recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/051708-16 en 05/121146-16, 05/840852-16, 05/841196-16, 05/840821-16, 05/841036-16 (gev.ttz.)
Datum uitspraak : 20 maart 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] .
raadsman: mr. V. Wolting, advocaat te Zwolle.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
van 6 maart 2017.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is onder parketnummer
05/051708-16ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 maart 2016, te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, een goed te weten een bromfiets (merk Tomos) heeft verworven, voorhanden
gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten/kunnen vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof; (parketnummer 05/051708-16);
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 oktober 2015 tot en met 6 december 2015, te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal en/althans te Deest, gemeente
Druten, en/althans (elders) in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de/het hierna te noemen goed(eren), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de daarbij/hierna te noemen rechthebbende(n), in elk
geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte
- in/uit een (hobby)schuur, gelegen aan de [straat 1] (nummer [huisnummer 1] ) te Beneden-Leeuwen, 4, althans een of meer, subwoofer(s), 2, althans een, versterker(s), een huishoudtrap, (een of meer) gereedschap(pen) en/of een (auto)luidspreker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , en/of
- in/uit een schuur, gelegen aan de [straat 2] (nummer [huisnummer 2] ) te Deest, een
elektrische fiets (merk Sparta Ion), (een of meer) gereedschap(pen) en/of een
laskap, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3]
en/of aan [slachtoffer 4] , en/of
- in/uit een schuur, gelegen aan de [straat 3] (nummer [huisnummer 3] ) te Deest, een maaimachine (grasmaaier) en/of (een of meer) gereedschap(pen), te weten een grondboor en/of een hamer en/of een moker en/of een pulspomp, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking; (parketnummer 05/051708-16);
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 mei 2015 tot
en met 8 juni 2015, te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (portable) DVD-speler en/of plakband/duck-tape en/of een telefoonhouder en/of meerdere USB-kabels, althans winkelgoederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (parketnummer 05/051708-16);
4.
hij in of omstreeks 4 december 2015 tot en met 6 december 2015 te Deest, gemeente Druten met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een steenknipper, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 2] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte; (parketnummer 05/051708-16);
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 4 december 2015 tot en met 6 december 2015,
te Deest, gemeente Druten, en/althans (elders) in Nederland, een goed te weten een steenknipper heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten/kunnen vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; (parketnummer 05/051708-16);
Onder parketnummer
05/121146-16, is na wijziging van de tenlastelegging op de vordering van de officier van justitie
,aan verdachte ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 9 juni 2016 te Druten, een of meer goederen, te weten een
doorslijper (merk/type: Stihl Ts 420, serienummer: [serienummer 1] ) en/of een
grondboormachine (merk/type: Stihl Bt45, serienummer: [serienummer 2] ) heeft
verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de
verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 23 mei 2016 te Druten, althans in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto heeft weggenomen een rioollasser en/of een doorslijper en/of een motorboormachine en/of een rioollasser, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , althans aan een ander of anderen dan aan verdachte waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak/verbreking (ingooien/inslaan ruit);
artikel 310/311 Wetboek van Strafrecht
Onder parketnummer
05/840852-16, is na wijziging van de tenlastelegging op vordering van de officier van justitie
,aan verdachte ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2016 tot en met 30 mei 2016 te
Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een garage/autobox (aan of nabij de [straat 1] [huisnummer 4] ) heeft weggenomen een hoeveelheid geluid- en/of beeldapparatuur en/of een hoeveelheid bouw/installatiemateriaal en/of een computer en/of een beamer en/of verlichting en/of vier, althans een aantal
luidsprekerstatieven en/of een kabel en/of een portable computer en/of een zwembad en/of een aantal bakken met als inhoud schakelmateriaal en/of stopcontacten en/of een rookmachine en/of drie, althans een aantal verloopstukken (van een hogedrukreiniger) en/of twee, althans een aantal microfoons, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2016 tot en met 29 augustus 2016, te Deest, althans in Nederland, een of meer goed(eren), te weten een hoeveelheid geluid- en/of beeldapparatuur
en/of een hoeveelheid bouw/installatiemateriaal en/of een computer en/of een beamer en/of verlichting en/of vier, althans een aantal luidsprekerstatieven en/of een kabel en/of een portable computer en/of een zwembad en/of een aantal bakken met als inhoud schakelmateriaal en/of stopcontacten en/of een rookmachine en/of drie, althans een aantal verloopstukken (van een
hogedrukreiniger) en/of twee, althans een aantal microfoons, heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed (eren) wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2016 tot en met 29 augustus 2016, te Deest, althans in Nederland, een goed te weten trekkar en/of bolderkar heeft verworven, voorhanden gehad,
en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2016 tot en met 29 augustus 2016 te Desst, althans in Nederland opzettelijk een trekkar/bolderkar, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten nadat verdachte deze goederen (onbeheerd) had aangetroffen/gevonden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks 2 juni 2016, te Puiflijk, gemeente Druten, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanhangwagen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 2 juni 2016 tot en met 29 augustus 2016, te Deest, althans in Nederland, een goed te weten een aanhangwagen heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed
wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
Onder parketnummer
05/841196-16is aan verdachte ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 16 juli 2016 te Epe, een goed te weten een motor (merk Kawasaki) en/of een (motor)kentekenplaat ( [kenteken 1] ) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze
goed(eren) wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof; (artikel 417bis wetboek van strafrecht)
Onder parketnummer
05/840821-16is aan verdachte ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 16 augustus 2016 te Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel heeft weggenomen twee, althans
een of meer draadloze oplader(s) en/of oordopjes en/of een zgn. Google
Chromecast en/of een (externe) harde schijf, in elk geval enig goed, geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte;
2.
hij op of omstreeks 13 augustus 2016 te Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel heeft weggenomen twee, althans
een of meer draadloze oplader(s) en/of een headset/oordopjes en/of een zgn.
Google Chromecast en/of een (externe) harde schijf, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 9] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte;
3.
hij op of omstreeks 16 augustus 2016 te Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel heeft weggenomen een digitale laser-afstandsmeter (Bosch PLR50C) en/of een doppenset (Stanley)
en/of een kniptang, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer 10] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Onder parketnummer
05/841036-16,is na wijziging van de tenlastelegging op vordering van de officier van justitie, aan verdachte ten laste gelegd dat
1.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 24 september 2016 t/m 07
oktober 2016 te Epe, althans in Nederland, een goed te weten een (draadloze)
thermostaatset (merk Danfoss) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist, althans redelijkewijs had moeten vermoeden dat het
een door misdrijf verkregen goed betrof (PL0600-2016485968);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 september
t/m 01 oktober 2016 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een chalet (nr. [huisnummer 5] ) op camping [camping] aan de [straat 4] aldaar
heeft weggenomen een LED-televisie (Samsung) en/of een KPN Digitenne-kastje
en/of een laptop en/of vijf, althans een of meer beveiligingscamera's en/of
een geldbedrag van 300,-- euro en/of een doos met staalboren en/of een
(elektrische) fiets en/of een computer-toetsenbord en/of een digitale
afstandsmeter en/of een (draadloze) thermostaatset (merk Danfoss), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geldbedrag onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 23 september 2016 t/m 08
oktober 2016 te Epe, althans in Nederland, een goed te weten een draagbaar
schrikapparaat ( "weideklok", merk Gallagher B20, kleur rood/oranje) heeft
verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen,terwijl hij ten tijde van de
verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs
had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(PL0600-2016484568)
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 23 t/m 24 september 2016 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanuit een weiland naast de [straat 5] aldaar heeft weggenomen een draagbaar schrikapparaat ( "weideklok", merk Gallagher B20, kleur rood/oranje), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 11] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 oktober
2016 t/m 17 oktober 2016 te Epe, althans in Nederland, een of meer goed(eren), te weten een (zwarte) damesfiets en/of zes, althans een of meer accu's (merk Trojan) en/of een wielklem (kleur oranje/rood) en/of een partytent en/of drie, althans een of meer gereedschapkist(en) (merk
Stanley) met inhoud (onderdelen e/of gereedschap) en/of een hoeveelheid
schoonmaakmiddelen en/of een emmer en/of een plastic slang met kan en/of
twee, althans een of meer wandlampen en/of een steekwagen (merk Overtoom)
en/of drie, althans een of meer afstandsbediening(en) en/of een wielsteun
(kleur grijs) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs ha dmoeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; (PL0600-2016507106)
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 12 t/m 13 oktober 2016 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op [park]
aann de [adres 2] aldaar heeft weggenomen een of meer accu('s) (DeWalt) en/of een bitset (Wera) en/of een borenset (HHS)
en/of een ventilator (Nefit) en/of vier, althans een of meer gloeiplug(gen)
en/of een Iso-pen (Nefit) en/of een gootsteenontstopper en/of een raamhendel
en/of drie, althans een of meer uitzetijzer(s) en/of twaalf, althans een of
meer LED-lamp(en) en/of drie, althans een of meer spotlamp(en) en/of een
inbusset en/of twee, althans een of meer uitloopkra(a)n(en) en/of twee,
althans een of meer sleutel(s) (lopers) en/of twee, althans een of meer
rooster(s)(Nedec) en/of een douchekop met slang en glijstang en/of een sleutel
(golfcar) en/of een fietsaanhanger (kleur geel) en/of een golfcar (Club Car,
kleur groen) en/of een (zwarte) damesfiets en/of zes, althans een of meer
accu('s)(merk Trojan) en/of een wielklem (kleur oranje/rood) en/of een
partytent en/of drie, althans een of meer gereedschapkist(en) (merk Stanley)
met inhoud (onderdelen e/of gereedschap) en/of een hoeveelheid
schoonmaakmiddelen en/of een emmer en/of een plastic slang met kan en/of twee,
althans een of meer wandlamp(en) en/of een steekwagen (merk Overtoom) en/of
drie, althans een of meer afstandsbediening(en) en/of een wielsteun (kleur
grijs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 12 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Epe, althans in Nederland opzettelijk drie, althans één of meer afstandsbediening(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten nadat verdachte deze goederen onbeheerd op de grond had aangetroffen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 14 augustus 2016 t/m 15
oktober 2016 te Epe, althans in Nederland, een goed te weten een
schrikapparaat ( "weideklok", kleur blauw/zwart) heeft verworven, voorhanden
gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; (PL0600-2016516403)
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 14 augustus 2016 te Epe met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening uit een weiland aan de Woesterbergweg aldaar heeft weggenomen een schrikapparaat ( "weideklok", kleur blauw/zwart), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 12] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
hij op of omstreeks 15 oktober 2016 te Epe een wapen van categorie I onder 7, te weten een gasdrukpistool, zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen, te weten een Walther P99, voorhanden heeft gehad;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is opgegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Art 13 lid 1 Wet wapens en munitie
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Parketnummer 05/051708-16
Ten aanzien van feit 1
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 7 maart 2016 is een bromfiets, merk Tomos, gekentekend [kenteken 2] , bij verdachte aangetroffen in Beneden-Leeuwen [2] . Deze bromfiets behoorde toe aan [naam 4] en is tussen 14 en 15 januari 2016 weggenomen [3] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde opzetheling.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat zijn scooter was weggemaakt door een vriend en hij deze vriend min of meer de opdracht had gegeven om voor vervanging van de scooter te zorgen. Op het moment dat de vriend met de bromfiets aankwam, heeft verdachte zonder zich ervan te vergewissen waar de bromfiets vandaan kwam, de bromfiets van deze vriend aangenomen. Verdachte heeft tevens verklaard dat hij eigenlijk wel had moeten weten dat het geen zuivere koffie was. [4]
Gelet op hetgeen verdachte heeft verklaard, is de rechtbank van oordeel dat verdachte op het moment van het voorhanden krijgen van de bromfiets, wist dat deze door misdrijf was verkregen.
Ten aanzien van feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde diefstallen heeft begaan.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van de diefstal van de onder het derde gedachtestreepje vermelde goederen. Ten aanzien van de, onder het eerste en tweede gedachtestreepje, vermelde goederen heeft de verdediging aangegeven dat de diefstal van de laskap bewezen kan worden en dat de verdediging zich voor het overige refereert aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de diefstal van de goederen, zoals ten laste gelegd onder het derde gedachtestreepje, heeft begaan. Bij de verdachte is in zijn paardentrailer een grasmaaier aangetroffen. De rechtbank heeft geen aanwijzingen dat verdachte bij de diefstal van die grasmaaier betrokken is geweest. Dat geldt eveneens voor de in de aangifte vermelde grondboor, hamer en moker. Over de tenlastegelegde pulspomp merkt de rechtbank op dat aangever hiervan geen melding heeft gemaakt in zijn aangifte.
Ten aanzien van de diefstal zoals ten laste gelegd onder het eerste gedachtestreepje overweegt de rechtbank als volgt.
[slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van diefstal vanuit een loods gelegen aan de [straat 1] [huisnummer 1] te Beneden-Leeuwen, gepleegd tussen 15 en 16 oktober 2015. [5] Aangever heeft verklaard dat hij voetafdrukken heeft geconstateerd op de motorkap van de in de loods aanwezige auto. Aangever heeft ook gezien dat de houten plaat die als scheidingswand dient, anders is bevestigd dan voorheen en dat de spijkers krom waren. Op beveiligingscamera’s was niet te zien dat er van buitenaf was ingebroken. [6]
Verbalisanten hebben een onderzoek ingesteld in de loods die onderverdeeld was in (afsluitbare) hobbyruimtes. Zowel aangever als verdachte huurden een van deze hobbyruimtes. In de hobbyruimte van aangever, die naast de hobbyruimte van verdachte ligt, constateerden zij rode laksporen op de tussenwand, kromme spijkers in de tussenwand en fragmenten van voetsporen op een auto en op een schap. [7] De hobbyruimte van verdachte kon door de verhuurder van de hobbyruimte niet meer met de sleutel worden geopend, omdat een ander slot op de deur van deze hobbyruimte was gezet. De hobbyruimte van verdachte is toen met gereedschap geopend. In deze hobbyruimte troffen de verbalisanten een paar schoenen aan waarvan het profiel van de zolen leek op de aangetroffen sporen op de motorkap en op het schap in de hobbyruimte van aangever. [8] Verbalisanten hebben geconstateerd dat het profiel van de in de hobbyruimte van verdachte aangetroffen schoenen leek op de aangetroffen sporen op de motorkap van de auto van aangever.
Verdachte heeft verklaard dat het mogelijk is dat de in zijn hobbyruimte aangetroffen goederen van [slachtoffer 1] zijn. [9]
Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank geen aannemelijke verklaring gegeven over hoe deze goederen, die bij [slachtoffer 1] zijn weggenomen, in zijn hobbyruimte zijn terechtgekomen. De hobbyruimte van verdachte in de loods grenst aan de hobbyruimte van [slachtoffer 1] . Op de beveiligingscamera’s was niet te zien dat er een inbraak van buiten af plaats heeft gevonden. Verdachte is de enige met een passende sleutel van zijn hobbyruimte. In de ruimte van [slachtoffer 1] is een schoenafdruk aangetroffen waarvan het profiel past bij schoenen die bij verdachte zijn aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank is hiermee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de diefstal heeft gepleegd.
Ten aanzien van het tweede gedachtestreepje overweegt de rechtbank als volgt.
[slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan van diefstal van een elektrische fiets, merk Ion, gereedschappen en een laskap die toebehoort aan Franken, uit een schuur aan de [straat 2] [huisnummer 2] te Deest tussen 3 en 4 december 2015. [10] Op 10 december 2016 troffen verbalisanten in de tuin en de schuurtjes behorende bij de woning waar verdachte verblijft onder meer een elektrische fiets, merk Ion, gereedschappen en een laskap aan. De door aangever beschreven laskap komt overeen met de aangetroffen laskap. [11]
Verdachte heeft ter zitting over de aangetroffen goederen verklaard dat hij lasapparatuur en gereedschap heeft weggenomen. [12] Over de aangetroffen fiets heeft verdachte verklaard dat hij deze op de markt in Tiel heeft gekocht voor een bedrag van € 200,-.
Gelet op deze omstandigheid is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte een laskap en gereedschap heeft weggenomen. De rechtbank kan niet vaststellen dat verdachte ook de elektrische fiets heeft weggenomen. Verdachte dient voor dat deel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde feit heeft begaan.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat het onder feit 3 ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard.
De beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 36- [huisnummer 1] ;
- het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 55-57;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Ten aanzien van feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte het onder feit 4 primair ten laste gelegde feit heeft begaan.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gewezen op het feit dat verdachte is gezien met steenknipper in zijn hand en dat getuigen de steenknipper hebben zien staan. De raadsman vraagt zich af of dit heling oplevert en laat het beantwoorden van die vraag over aan de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
Aangever De Klein heeft verklaard dat tussen 4 en 6 december 2015 een steenknipper is weggenomen die stond op het adres Kweldam 4 te Deest. [13] Aangever had de steenknipper geleend van Ariens. [14]
Getuige De Heus heeft verklaard dat zij verdachte op zaterdag 5 december 2015 in Deest zag lopen met een steenknipper. Nadat verdachte haar was gepasseerd, zag zij vervolgens een paardentrailer staan. Getuige heeft verklaard dat deze paardentrailer door verdachte wordt gebruikt. Bij deze paardentrailer stond nu de steenknipper die zij zojuist bij verdachte had gezien. [15]
Getuige Keijser heeft verklaard dat hij verdachte heeft benaderd met de vraag of deze goederen had om te verkopen. Via WhatsApp heeft verdachte Keijser benaderd en bericht dat hij naar hier (hier is bij de paardentrailer) kon komen en dat getuige kon roepen wat hij nodig had. Toen getuige naast de paardentrailer stond, heeft hij gevraagd om een bandenzaag, een steenknipmachine en een stenentriller. Verdachte gaf aan dat hij geen steenknipmachine had, maar dat hij wel aan een steenknipmachine zou kunnen komen. Kort daarop heeft verdachte aan getuige een foto gestuurd van een steenknipper die bij de paardentrailer stond. Keijser herkende deze steenknipper als zijnde die van Ariens. [16]
Verdachte heeft verklaard dat hij de steenknipper heeft zien staan bij zijn paardentrailer. Hij heeft de steenknipper verplaatst, maar weet niet hoe dit apparaat bij zijn trailer terecht is gekomen.
Gelet op de verklaringen van De Heus en Keijser acht de rechtbank de door verdachte afgelegde verklaring niet aannemelijk. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de steenknipper heeft weggenomen.
De rechtbank acht het primair ten laste gelegde bewezen.
Parketnummer 05/121146-16
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [17]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde. Het subsidiair ten laste gelegde kan bewezen worden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft voor vrijspraak van het primair ten laste gelegde gepleit. Het subsidiair ten laste gelegde kan wel bewezen worden verklaard.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde, nu verdachte ter zitting heeft verklaard dat hij de goederen zelf heeft weggenomen. Het subsidiair ten laste gelegde acht de rechtbank bewezen.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 7 t/m 9 (genummerd door de griffier) en de bijlage goederen, pagina [huisnummer 3] (genummerd door de griffier);
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Parketnummer 05/840852-16
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [18]
Ten aanzien van feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven dat het primair ten laste gelegde bewezen kan worden.
De beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van Arissen, p. 15 tot en met 20;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Ten aanzien van feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van de bolderkar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verwezen naar de bekennende verklaring van verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
Op 5 juli 2016 is namens de zorginstelling ’s Heerenloo aangifte gedaan van diefstal van een blauwe trekkar. De trekkar stond na 25 mei 2016 niet meer op zijn vaste plek op het terrein bij het dagbestedingscentrum. [19] Op 17 juni 2016 heeft een verbalisant een blauwe kar in beslag genomen bij de firma Van Sommeren. De blauwe kar was door deze firma ingekocht van een persoon die opgaf te zijn “Van Breugel”. [20] Tijdens de terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij de kar zag staan. Hij beschouwde die kar als “gevonden” en hij heeft de kar meegenomen. Verdachte wist niet dat de kar van een stichting was. Gelet hierop acht de rechtbank de subsidiair ten laste gelegde verduistering wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangegeven dat het primair ten laste gelegde bewezen kan worden.
De beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het primair ten laste gelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van Janssen, p. 157 tot en met 159 en de bijlagen, p. 160 tot en met 164;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Parketnummer 05/841196-16
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [21]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling met betrekking tot de ten laste gelegde kentekenplaat. Opzetheling van de motor kan niet wettig en overtuigend bewezen worden en daarvoor dient partiële vrijspraak te volgen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit.
De beoordeling door de rechtbank
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 16 juli 2016 troffen verbalisanten verdachte in Epe aan op een motor met kenteken [kenteken 1] . [22] Aangeefster heeft verklaard dat haar kentekenplaat, [kenteken 1] , tussen 5 en 8 juli 2016 van haar motor is gestolen. [23]
De verdachte heeft verklaard dat hij niet degene is geweest die de kentekenplaat op de motor heeft gezet. Verdachte weet ook niet hoe de kentekenplaat op de motor is terechtgekomen. Een kentekenbewijs zou bij zijn vader liggen. Verdachte heeft dit kentekenbewijs niet overgelegd.
De rechtbank overweegt als volgt. De verklaring van verdachte komt erop neer dat een ander, een gestolen kentekenplaat op de motor van verdachte zou moeten hebben geschroefd. De rechtbank acht die lezing die ook niet nader wordt onderbouwd ongeloofwaardig. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de kentekenplaat door misdrijf verkregen was en acht bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Met betrekking tot de motor overweegt de rechtbank als volgt. De motor bestond uit onderdelen, afkomstig van verschillende motoren. De status van de gehele motor is daardoor niet vast te stellen. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte wist dat de motor van misdrijf afkomstig was en dient verdachte van dat deel van de tenlastelegging te worden vrijgesproken.
Parketnummer 05/840821-16
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [24]
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten 1, 2 en 3.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat alle ten laste gelegde feiten door verdachte zijn erkend en bewezen kunnen worden.
De beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte, pagina 8;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Bewijsmiddelen feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 12 en 13;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Bewijsmiddelen feit 3:
- het proces-verbaal van aangifte, pagina’s 18 en 19;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Parketnummer 05/841036-16
Overwegingen ten aanzien van het bewijs [25]
Ten aanzien van feit 1
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van een thermostaat. Opzetheling van de overige ten laste gelegde goederen acht de officier van justitie niet wettig en overtuigend bewezen. Het subsidiair ten laste gelegde kan niet worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot het ten laste gelegde feit.
De beoordeling door de rechtbank.
Aangever [naam 3] heeft verklaard dat tussen 24 september 2016 en 1 oktober 2016 te Epe meerdere goederen, waaronder een draadloze thermostaat van het merk Danfoss, uit zijn chalet zijn gestolen. [26] Getuige [naam 3] heeft vervolgens verklaard dat verdachte hem op 7 oktober 2016 in Epe een sporttas vol goederen ter overname aanbood waaronder een draadloze thermostaat van het merk Danfoss. Aangever herkent zijn thermostaat aan de specifieke gele verkleuring. [27]
Verdachte heeft hierover verschillende verklaringen afgelegd. Verdachte heeft verklaard dat hij de aangetroffen thermostaat had gekregen. Hij heeft ook verklaard dat hij de thermostaat voor zijn vader had gekocht.
De rechtbank overweegt als volgt.
Verdachte heeft een tas vol met goederen voor verkoop aangeboden aan aangever. De door aangever in de tas aangetroffen thermostaat herkende hij aan de gele verkleuring als zijnde zijn thermostaat. De rechtbank overweegt dat in zijn algemeenheid kan worden gesteld dat een thermostaat van kunststof materiaal is en dat daarom iedere thermostaat na verloop van tijd enigszins zal verkleuren. Nu dat het enige punt van herkenning van aangever is, staat voor de rechtbank niet vast dat de door aangever aangetroffen thermostaat zijn thermostaat is. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde.
Ten aanzien van feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde. Het subsidiair ten laste gelegde feit is wel wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor vrijspraak van het primair ten laste gelegde. Het subsidiair ten laste gelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden.
De beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor van aangeefster, pagina’s 117 en 118;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair en subsidiair ten laste gelegde. Het meer subsidiair ten laste gelegde acht zij wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het primair en subsidiair ten laste gelegde. Het meer subsidiair ten laste gelegde kan bewezen worden.
De beoordeling door de rechtbank.
Namens [park] te Epe aan de [adres 2] is is aangifte gedaan dat tussen 12 oktober 2016 en 13 oktober 2016 was ingebroken in de loods aldaar waarbij werd weggenomen: een zwarte damesfiets, zes accu’s van het merk Trojan, een wielklem (kleur oranje/rood), een partytent, drie gereedschapskisten (merk Stanley) met inhoud waaronder onderdelen en gereedschap), een hoeveelheid schoonmaakmiddelen, een emmer, een plastic slang met kan, twee wandlampen, een steekwagen, merk Overtoom, drie afstandsbedieningen en een wielsteun (kleur grijs). [28] Op 17 oktober 2016 troffen verbalisanten de goederen aan bij het chalet en in de auto van verdachte. Aangever herkent de goederen die toebehoren aan Bospark de Boskooi. [29]
Verdachte heeft verklaard dat hij niets kan verklaren over de wielklem, de drie gereedschapskisten, een emmer, schoonmaakmiddelen, twee wandlampjes, een steekwagen en 6 accu’s. Verdachte heeft verklaard dat de plastic slang met kan aan zijn vader toebehoort en dat de fiets aan zijn ex-vriendin toebehoort. De afstandsbedieningen heeft verdachte gevonden.
De rechtbank overweegt als volgt.
Tussen 12 en 13 oktober 2016 is er bij een inbraak in de loods van Bospark de Boskooi een groot aantal goederen weggenomen. Deze goederen zijn aangetroffen bij verdachte op 17 oktober 2016. Aangever heeft een groot aantal goederen herkend die bij verdachte zijn aangetroffen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders zijn dan dat verdachte wist dat deze goederen van een misdrijf afkomstig waren. Het gaat hier om een groot aantal goederen die allemaal afkomstig zijn van [park] . Verdachte geeft slechts een enkele verklaring over het aantreffen van de fiets, de plastic slang met kan en de wielsteun. Dat deze goederen toebehoren aan respectievelijk zijn vader en vriendin vindt echter geen enkele steun in het procesdossier. Verdachte heeft al deze goederen voorhanden gehad binnen een relatief korte tijd na de inbraak. Naar het oordeel van de rechtbank kan het daarom niet anders zijn dan dat verdachte wist dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren.
Ten aanzien van feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. Het subsidiair ten laste gelegde feit is wel wettig en overtuigend bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit voor vrijspraak van het primair ten laste gelegde. Het subsidiair ten laste gelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden.
De beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 170;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 maart 2017.
Ten aanzien van feit 5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
De beoordeling door de rechtbank
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van onderzoek wapen, pagina’s 58 tot en met 60;
- het proces-verbaal van bevindingen, pagina 144 en 145.
- de verklaring van verdachte, pagina 67.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer
05/051708-16ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks7 maart 2016, te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, een goed te weten een bromfiets (merk Tomos) heeft
verworven,voorhanden
gehad,
en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van
het verwerven ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten/kunnen vermoedendat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
(parketnummer 05/051708-16);
2.
hij in
of omstreeksde periode van 15 oktober 2015 tot en met 6 december 2015, te Beneden-Leeuwen,
gemeente West Maas en Waalen
/althanste Deest,
gemeente Druten, en/althans (elders) in Nederland, (telkens
)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen de
/hethierna te noemen goed
(eren
), in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan de
daarbij/hierna te noemen rechthebbende
(n
), in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte- in/uit een (hobby)schuur, gelegen aan de [straat 1] (nummer [huisnummer 1] ) te Beneden-Leeuwen, 4,
althans een of meer, subwoofer
(s
), 2,
althans een,versterker
(s
),een huishoudtrap,
(een of meer)gereedschap
(pen
)en
/ofeen (auto)luidspreker,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] , en
/of
- in/uit een schuur, gelegen aan de [straat 2] (nummer [huisnummer 2] ) te Deest,
een elektrische fiets (merk Sparta Ion), (een of meer)gereedschap
(pen
)en
/ofeen laskap,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 3] en/of aan [slachtoffer 4] ,
en/of
- in/uit een schuur, gelegen aan de [straat 3] (nummer [huisnummer 3] ) te Deest, een maaimachine (grasmaaier) en/of (een of meer) gereedschap(pen), te weten
een grondboor en/of een hamer en/of een moker en/of een pulspomp, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 1] , waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
en/of verbreking; (parketnummer 05/051708-16);
3.
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 23 mei 2015 tot
en met 8 juni 2015, te Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal
(telkens
)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (portable) DVD-speler en
/ofplakband/duck-tape en/of een telefoonhouder en/of meerdere USB-kabels
, althanswinkelgoederen,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 5]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; (parketnummer 05/051708-16);
4.
hij
in ofomstreeks 4 december 2015 tot en met 6 december 2015 te Deest,
gemeente Drutenmet het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een steenknipper,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[naam 2] , in elk geval aaneen ander
of anderendan aan verdachte;
(parketnummer 05/051708-16);
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 4 december 2015 tot en met 6 december 2015,
te Deest, gemeente Druten, en/althans (elders) in Nederland, een goed te weten een steenknipper heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dit goed
wist, althans redelijkerwijs had moeten/kunnen vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof; (parketnummer 05/051708-16);
Parketnummer
05/121146-16:
hij op of omstreeks 9 juni 2016 te Druten, een of meer goederen, te weten een
doorslijper (merk/type: Stihl Ts 420, serienummer: [serienummer 1] ) en/of een
grondboormachine (merk/type: Stihl Bt45, serienummer: [serienummer 2] ) heeft
verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de
verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed/deze goederen
redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed
betrof;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij op
of omstreeks23 mei 2016 te Druten,
althans in Nederlandmet het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een auto heeft weggenomen een rioollaser en
/ofeen doorslijper en
/ofeen motorboormachine en
/ofeen rioollaser,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 6] ,
althans aan een ander of anderen dan aan verdachtewaarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
/verbreking(ingooien/inslaan ruit);
artikel 310/311 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer
05/840852-16:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 21 mei 2016 tot en met 30 mei 2016 te
Beneden-Leeuwen, gemeente West Maas en Waal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een garage/autobox (aan of nabij de [straat 1] [huisnummer 4] ) heeft weggenomen een hoeveelheid geluid- en/of beeldapparatuur en
/ofeen hoeveelheid bouw/installatiemateriaal en
/ofeen computer en
/ofeen beamer en
/ofverlichting en
/ofvier,
althans een aantal
luidsprekerstatieven en
/ofeen kabel en
/ofeen portable computer en
/ofeen zwembad en
/ofeen aantal bakken met als inhoud schakelmateriaal en
/ofstopcontacten en
/ofeen rookmachine en
/ofdrie,
althans een aantalverloopstukken (van een hogedrukreiniger) en
/oftwee
, althans een aantalmicrofoons
, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 7]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft
en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebrachtdoor middel van braak
en/of verbreking;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 21 mei 2016 tot en met 29 augustus 2016, te Deest, althans in Nederland, een of meer goed(eren), te weten een hoeveelheid geluid- en/of beeldapparatuur
en/of een hoeveelheid bouw/installatiemateriaal en/of een computer en/of een beamer en/of verlichting en/of vier, althans een aantal luidsprekerstatieven en/of een kabel en/of een portable computer en/of een zwembad en/of een aantal bakken met als inhoud schakelmateriaal en/of stopcontacten en/of een rookmachine en/of drie, althans een aantal verloopstukken (van een
hogedrukreiniger) en/of twee, althans een aantal microfoons, heeft verworven,
voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed (eren) wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2016 tot en met 29 augustus 2016, te Deest, althans in Nederland, een goed te weten trekkar en/of bolderkar heeft verworven, voorhanden gehad,
en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij in
of omstreeksde periode van 25 mei 2016 tot en met 29 augustus 2016 te Deest,
althans in Nederland opzettelijkeen trekkar/bolderkar,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk
(e)goed
(eren)verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten nadat verdachte deze goederen (onbeheerd) had aangetroffen/gevonden, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
3.
hij
in ofomstreeks 2 juni 2016, te Puiflijk, gemeente Druten, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een aanhangwagen,
in elk geval enig goed,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 8] ,
in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 2 juni 2016 tot en met 29 augustus 2016, te Deest, althans in Nederland, een goed te weten een aanhangwagen heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed
wist, althans redelijkerwijs kon vermoeden dat het een door misdrijf verkregen
goed betrof;
Parketnummer
05/841196-16:
hij op
of omstreeks16 juli 2016 te Epe, een goed te weten
een motor (merk Kawasaki) en/ofeen
(motor
)kentekenplaat ( [kenteken 1] ) heeft
verworven,voorhanden gehad,
en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit
/deze
goed
(eren) wist, althansredelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
(artikel 417bis wetboek van strafrecht)
Parketnummer
05/840821-16:
1.
hij op
of omstreeks16 augustus 2016 te Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een winkel heeft weggenomen twee,
althans
een of meerdraadloze oplader
(s
)en
/ofoordopjes en
/ofeen zgn. Google
Chromecast en
/ofeen (externe) harde schijf,
in elk geval enig goed, geheel of
ten deletoebehorende aan [slachtoffer 9] ,
in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte;
2.
hij op
of omstreeks13 augustus 2016 te Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een winkel heeft weggenomen twee,
althans
een of meerdraadloze oplader
(s
)en
/ofeen headset/oordopjes en
/ofeen zgn.
Google Chromecast en
/ofeen (externe) harde schijf,
in elk geval enig goed,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 9]
, in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte;
3.
hij op
of omstreeks16 augustus 2016 te Apeldoorn met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een winkel heeft weggenomen een digitale laser-afstandsmeter (Bosch PLR50C) en
/ofeen doppenset (Stanley)
en
/ofeen kniptang,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende
aan [slachtoffer 10]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Parketnummer
05/841036-16:
1.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 24 september 2016 t/m 07
oktober 2016 te Epe, althans in Nederland, een goed te weten een (draadloze)
thermostaatset (merk Danfoss) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of
overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden
krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het
een door misdrijf verkregen goed betrof (PL0600-2016485968);
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 24 september
t/m 01 oktober 2016 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een chalet (nr. [huisnummer 5] ) op camping [camping] aan de [straat 4] aldaar
heeft weggenomen een LED-televisie (Samsung) en/of een KPN Digitenne-kastje
en/of een laptop en/of vijf, althans een of meer beveiligingscamera's en/of
een geldbedrag van 300,-- euro en/of een doos met staalboren en/of een
(elektrische) fiets en/of een computer-toetsenbord en/of een digitale
afstandsmeter en/of een (draadloze) thermostaatset (merk Danfoss), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geldbedrag onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
2.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 23 september 2016 t/m 08
oktober 2016 te Epe, althans in Nederland, een goed te weten een draagbaar
schrikapparaat ( "weideklok", merk Gallagher B20, kleur rood/oranje) heeft
verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen,terwijl hij ten tijde van de
verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs
had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
(PL0600-2016484568)
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt:
hij in
of omstreeksde periode van 23 t/m 24 september 2016 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening vanuit een weiland naast de [straat 5] aldaar heeft weggenomen een draagbaar schrikapparaat ( "weideklok", merk Gallagher B20, kleur rood/oranje),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 11] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 12 oktober
2016 t/m 17 oktober 2016 te Epe,
althans in Nederland, een of meergoed
(eren
), te weten een (zwarte) damesfiets en
/ofzes
, althans een of meeraccu's (merk Trojan) en
/ofeen wielklem (kleur oranje/rood) en
/ofeen partytent en
/ofdrie
, althans een of meergereedschapskist(en) (merk Stanley) met inhoud (onderdelen en/of gereedschap) en
/ofeen hoeveelheid
schoonmaakmiddelen en
/ofeen emmer en
/ofeen plastic slang met kan en
/of
twee,
althans een of meerwandlampen en
/ofeen steekwagen (merk Overtoom)
en
/ofdrie,
althans een of meerafstandsbediening
(en
)en
/ofeen wielsteun
(kleur grijs) heeft
verworven,voorhanden gehad,
en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist,
althans redelijkerwijs had moeten vermoedendat het
eendoor misdrijf verkregen goed
(eren
)betrof;
(PL0600-2016507106)
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 12 t/m 13 oktober 2016 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een loods op [park]
aann de [adres 2] aldaar heeft weggenomen een of meer accu('s) (DeWalt) en/of een bitset (Wera) en/of een borenset (HHS)
en/of een ventilator (Nefit) en/of vier, althans een of meer gloeiplug(gen)
en/of een Iso-pen (Nefit) en/of een gootsteenontstopper en/of een raamhendel
en/of drie, althans een of meer uitzetijzer(s) en/of twaalf, althans een of
meer LED-lamp(en) en/of drie, althans een of meer spotlamp(en) en/of een
inbusset en/of twee, althans een of meer uitloopkra(a)n(en) en/of twee,
althans een of meer sleutel(s) (lopers) en/of twee, althans een of meer
rooster(s)(Nedec) en/of een douchekop met slang en glijstang en/of een sleutel
(golfcar) en/of een fietsaanhanger (kleur geel) en/of een golfcar (Club Car,
kleur groen) en/of een (zwarte) damesfiets en/of zes, althans een of meer
accu('s)(merk Trojan) en/of een wielklem (kleur oranje/rood) en/of een
partytent en/of drie, althans een of meer gereedschapkist(en) (merk Stanley)
met inhoud (onderdelen e/of gereedschap) en/of een hoeveelheid
schoonmaakmiddelen en/of een emmer en/of een plastic slang met kan en/of twee,
althans een of meer wandlamp(en) en/of een steekwagen (merk Overtoom) en/of
drie, althans een of meer afstandsbediening(en) en/of een wielsteun (kleur
grijs), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 12 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2016 te Epe, althans in Nederland opzettelijk drie, althans één of meer afstandsbediening(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten nadat verdachte deze goederen onbeheerd op de grond had aangetroffen, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
artikel 321 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 14 augustus 2016 t/m 15
oktober 2016 te Epe, althans in Nederland, een goed te weten een
schrikapparaat ( "weideklok", kleur blauw/zwart) heeft verworven, voorhanden
gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; (PL0600-2016516403)
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij op
of omstreeks14 augustus 2016 te Epe met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening uit een weiland aan de Woesterbergweg aldaar heeft weggenomen een schrikapparaat ( "weideklok", kleur blauw/zwart),
in elk
geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 12]
, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
5.
hij op
of omstreeks15 oktober 2016 te Epe een wapen van categorie I onder 7, te weten een gasdrukpistool, zijnde
(een
)voorwerp
(en)dat
/dievoor wat betreft zijn
/hunvorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde
(n)met
(een
)vuurwapen, te weten een Walther P99, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is opgegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
Art 13 lid 1 Wet wapens en munitie
Voor zover er in de tenlasteleggingen kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer: 05/051708-16
feit 1:
opzetheling
feit 2:
diefstal, meermalen gepleegd
feit 3:
diefstal, meermalen gepleegd
feit 4 primair:
diefstal
Parketnummer: 05/121146-16
subsidiair:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
Parketnummer: 05/840852-16
feit 1 primair:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak
feit 2 subsidiair:
verduistering
feit 3 primair:
diefstal
Parketnummer: 05/841196- 11
primair:
schuldheling
Parketnummer: 05/840821-16
feit 1:
diefstal
feit 2:
diefstal
feit 3:
diefstal
Parketnummer: 05/840136-16
feit 2 subsidiair:
diefstal
feit 3 primair:
opzetheling
feit 4 subsidiair:
diefstal
feit 5:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 52 weken met aftrek van voorarrest waarvan 50 weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd een werkstraf op te leggen voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de eis van de officier van justitie passend is.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 20 januari 2017;
- een voorlichtingsrapport van GGZ Iriszorg te Arnhem, gedateerd 18 augustus 2016;
- de door deskundige [deskundige] , reclasseringswerker ter terechtzitting afgelegde verklaring.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een groot aantal vermogensdelicten en een overtreding van de Wet wapens en munitie. Deze feiten hebben niet alleen veel materiële schade veroorzaakt, maar zorgen ook voor frustratie en onveiligheidsgevoelens bij de eigenaren. Meer in het algemeen veroorzaken dergelijke misdrijven in de samenleving gevoelens van onrust en onveiligheid. Verdachte heeft bij zijn handelen alleen gedacht aan zijn eigen gewin en heeft zich totaal niet bekommerd om de gevolgen voor anderen.
Uit het reclasseringsadvies van 18 augustus 2016 en de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige blijkt dat verdachte de laatste jaren met name door zijn drugsverslaving was afgegleden in crimineel gedrag. Vanaf november 2016 lijkt het beter te gaan met verdachte. De contacten met de reclassering verlopen goed en verdachte komt zijn afspraken na. Gezien de problematiek en om de kans op recidive te beperken adviseert de reclassering oplegging van een voorwaardelijke vrijheidsstraf met daarbij de volgende voorwaarden: meldplicht, (ambulante) behandelverplichting met daarbinnen de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname van maximaal 7 weken, opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang en eventueel medewerking door verdachte aan budgetbeheer en/of dagbesteding
.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank mede gelet op hetgeen in vergelijkbare zaken aan straf pleegt te worden opgelegd. De rechtbank acht, gezien de ernst en de hoeveelheid van de feiten, een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk. De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf onvoldoende recht doet aan de ernst en de hoeveelheid bewezenverklaarde feiten. De rechtbank zal verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 12 maanden waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd met uitzondering van de mogelijkheid tot een korte klinische opname voor de duur van maximaal 7 weken. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis opleggen.
Ten aanzien van het beslag
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder verdachte in beslag-
genomen babyfoon kan worden teruggeven aan verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om de babyfoon terug te geven aan verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot het na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, overweegt de rechtbank dat zij niet in staat is een persoon als rechthebbende van dat voorwerp aan te merken en dat zij daarom de bewaring van dat voorwerp ten behoeve van de rechthebbende zal bevelen.
De rechtbank beveelt de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- een babyfoon.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Parketnummer: 05/051708-16
De benadeelde partij
[naam 4]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde onder feit 1. Gevorderd wordt een bedrag van € 500,- met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot het gevorderde bedrag kan worden toegewezen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft gesteld dat er voldoende verband bestaat tussen de helingshandeling en de door de rechthebbende op het geheelde goed geleden schade om te kunnen aannemen dat deze door die helingshandeling rechtstreeks schade heeft geleden.
Het standpunt van de verdediging
In geval van bewezenverklaring heeft de verdediging verzocht om deze vordering naar billijkheid vast te stellen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende verband bestaat tussen de door verdachte gepleegde heling en de door de benadeelde partij geleden schade. De benadeelde partij [naam 4] is daarom niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Parketnummer: 05/051708-16
De benadeelde partij
[slachtoffer 1]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde onder feit 2. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.717,64, te verhogen met € 40,86 voor het bijwonen van de terechtzitting.
De vordering bedraagt thans € 2.758,50 en wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot het bedrag van € 2.717,64 kan worden toegewezen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Over het bedrag van € 40,86 heeft de officier van justitie zich niet uitgelaten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de vordering, met uitzondering van een bedrag van € 600,- dat betrekking heeft op de motorkappen, niet weersproken. De vordering is met betrekking tot de motorkappen onvoldoende onderbouwd en de benadeelde partij dient voor dat deel van zijn vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De beoordeling van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering, inclusief de gevorderde verhoging voor het bijwonen van de terechtzitting kan worden toegewezen nu de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De gevorderde rente is toewijsbaar vanaf 15 oktober 2015.
Parketnummer: 05/051708-16
De benadeelde partij
[naam 1]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde onder feit 2. Gevorderd wordt een bedrag van € 446,95 met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij toegewezen kan worden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, omdat verdachte van dat deel van het tenlastegelegde feit moet worden vrijgesproken.
Beoordeling van de rechtbank
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, nu verdachte zal worden vrijgesproken van dat deel van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij kan de vordering daarom slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Parketnummer: 05/840821-16
De benadeelde partij
[slachtoffer 9]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde onder feit 2. Gevorderd wordt een bedrag van € 93,29 met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering tot het bedrag van € 93,29 kan worden toegewezen met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de vordering van de benadeelde partij niet betwist.
Beoordeling van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is niet weersproken maar zal deels worden toegewezen omdat vergoeding van de BTW over het gevorderde bedrag niet in de rede ligt, nu de benadeelde partij de BTW met de fiscus kan verrekenen. De rechtbank zal de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk verklaren in zijn vordering. De gevorderde rente is toewijsbaar vanaf 13 augustus 2016.
Parketnummer: 05/841036-16
De benadeelde partij
[naam 3]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde onder feit 1. Gevorderd wordt een bedrag van € 2.565,99 met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien er onvoldoende verband bestaat tussen de door verdachte gepleegde heling en de door de benadeelde geleden schade.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de betreffende inbraak. Gelet hierop is de verdediging van mening dat er onvoldoende causaal verband bestaat tussen het delict en de door benadeelde geleden schade.
Beoordeling van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende verband bestaat tussen de door verdachte gepleegde heling en de door de benadeelde partij gelden schade. De benadeelde partij [naam 3] is daarom niet-ontvankelijk in zijn vordering.
Parketnummer:05/841036-16
De benadeelde partij
[bedrijf]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het bewezenverklaarde onder feit 3. Gevorderd wordt een bedrag van € 4.495,02 met wettelijke rente.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien er onvoldoende verband bestaat tussen de door verdachte gepleegde heling en de door de benadeelde geleden schade.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van de betreffende inbraak. Gelet hierop is de verdediging van mening dat er onvoldoende causaal verband bestaat tussen het delict en de door benadeelde geleden schade.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende verband bestaat tussen de door verdachte gepleegde heling en de door de benadeelde partij geleden schade. De benadeelde partij [bedrijf] is daarom niet-ontvankelijk in haar vordering.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 27, 57, 36f, 91, 416, 417BIS, 310, 311 en 321 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13 en 55 Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
ten aanzien van parketnummer: 05/121146-16
 Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit primair ten laste is gelegd en zal verdachte daarvan vrijspreken.
ten aanzien van parketnummer: 05/840852-16
 Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 primair is ten laste gelegd en zal verdachte daarvan vrijspreken.
ten aanzien van parketnummer: 05/841036-16
 Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte is tenlastegelegd onder feit 1 primair en subsidiair, feit 2 primair en feit 4 primair is ten laste gelegd en zal verdachte daarvan vrijspreken.
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van
12 (twaalf) maandenen bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf groot
8 (acht) maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde(n) voor het einde van de proeftijd die op
drie jarenwordt bepaald;
 stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde daarvan niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de Reclassering Nederland te houden toezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
 stelt als bijzondere voorwaarde(n) dat de veroordeelde:
- zich uiterlijk binnen 3 dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij de Reclassering Nederland, Houtwal 16 te Zutphen, en gedurende de proeftijd zich zal blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- zich ambulant zal laten behandelen bij polikliniek IrisZorg of soortgelijke
ambulante forensische zorg voor zijn verslavingsgedrag, zulks ter
beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan
de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens
de instelling zullen worden gegeven;
- zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk vindt;
- zijn medewerking zal verlenen aan budgetbeheer en/of dagbesteding indien de reclassering dit noodzakelijk oordeelt.
De rechtbank geeft opdracht aan de Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 De rechtbank legt aan de verdachte op een
werkstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij.
 De rechtbank veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
navolgende benadeelde partijenvan de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij Bedrag
1. [slachtoffer 1] € 2.758,50 (wettelijke rente vanaf 15 oktober 2015);
2. [slachtoffer 9] € 77,10 (wettelijke rente vanaf 13 augustus 2016).
 De rechtbank verklaart de
benadeelde partij [slachtoffer 9] voor het overige niet-ontvankelijkin haar vordering en
legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partij(en) te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij Bedrag Vervangende hechtenis
1. [slachtoffer 1] € 2.758,50 (wettelijke rente vanaf 37 dagen;

15 oktober 2016)

2. [slachtoffer 9] € 77,10 (wettelijke rente vanaf

13 augustus 2016) 1 dag.
De rechtbank bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
De rechtbank:
 verklaart de
benadeelde partijen [naam 4] , Van Lent, [naam 3] en [bedrijf] niet-ontvankelijkin hun vorderingen. De benadeelde partijen kunnen de vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
 beveelt de bewaring voor de rechthebbende van: een babyfoon
 heft op de – geschorste – bevelen tot voorlopige hechtenis
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kleinrensink, voorzitter, mr. Y.M.J.I. Baauw en mr. J.B.J. Driessen, rechters, in tegenwoordigheid van E.I. van Aalst, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 maart 2017.
mrs. Baauw en Driessen zijn buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] , hoofdagent van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016132821, gesloten op 21 maart 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aanhouding, pagina’s 13 en 14.
3.Proces-verbaal van aangifte, pagina’s 10 en 11 .
4.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 maart 2017.
5.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pagina 100 A, 100B en 100C.
6.Proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] , pagina’s 101 en 102.
7.Proces-verbaal sporenonderzoek, pagina’s 127 en 128.
8.Proces-verbaal van bevindingen pagina 126.
9.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 maart 2017.
10.Proces-verbaal van aangifte, pagina’s 96 en 97.
11.Proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 99 en 100.
12.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 maart 2017.
13.Proces-verbaal van aangifte, pagina’s 149 en 150.
14.Proces-verbaal verhoor getuige, pagina 156.
15.Proces-verbaal verhoor getuige, pagina’s 173 en 174.
16.Proces-verbaal verhoor getuige, pagina’s 170 en 171.
17.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] , hoofdagent van de politie Oost Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016285098, gesloten op 14 juni 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
18.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] , hoofdagent van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016442452, gesloten op 15 september 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
19.Proces-verbaal van aangifte pagina 200.
20.Proces-verbaal bevindingen pagina 189.
21.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] , agent van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016351139, gesloten op 14 december 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
22.Proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 10 tot en met 12.
23.Proces-verbaal van aangifte, pagina’s 15 en 16.
24.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 5] , hoofdagent van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016406738, gesloten op 18 augustus 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
25.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 6] , brigadier van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2016517501, gesloten op 20 oktober 2016 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
26.Proces-verbaal aangifte, pagina 69 tot en met 71, en een goederenbijlage, pagina’s 72 en 73.
27.Proces-verbaal verhoor aangever, pagina’s 74 tot en met 76.
28.Proces-verbaal van aangifte, pagina’s 138 en 139 met bijlage goederen, pagina’s 141 tot en met 143.
29.Proces-verbaal bevindingen, pagina’s 144 en 145.