In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 20 maart 2017 een beschikking gegeven over een wrakingsverzoek van een gedetineerde verzoeker tegen mr. [naam], de rechter-commissaris in zijn strafzaak. Verzoeker heeft het wrakingsverzoek ingediend op basis van een opeenstapeling van incidenten die volgens hem duiden op partijdigheid van de rechter. Hij stelt dat de rechter niet adequaat heeft gereageerd op verzoeken van zijn raadsman, waaronder het verzoek om het lichaam van het slachtoffer beschikbaar te stellen voor onderzoek en het horen van de partner van het slachtoffer als getuige. Verzoeker betoogt dat de rechter hem niet heeft gekend in zijn recht op een eerlijk proces en dat de rechter zich heeft laten beïnvloeden door de officier van justitie.
De rechtbank overweegt dat wraking van een rechter alleen mogelijk is op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank stelt vast dat verzoeker geen concrete feiten heeft aangedragen die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De klachten van verzoeker zijn voornamelijk gericht tegen de inhoudelijke en procedurele beslissingen van de rechter, die niet door middel van een wrakingsverzoek aan de orde kunnen worden gesteld. De rechtbank concludeert dat de beslissingen van de rechter niet zo onbegrijpelijk zijn dat de schijn van vooringenomenheid wordt gewekt. Daarom wordt het verzoek tot wraking afgewezen.