In deze zaak vorderen eisers, buren van gedaagden, herstel van een oude goot en andere maatregelen ter voorkoming van wateroverlast op hun perceel. De eisers stellen dat gedaagden hun achtererf hebben opgehoogd, waardoor het regenwater niet meer kan wegstromen via de goot die op gemeentegrond ligt. De rechtbank oordeelt dat artikel 5:39 BW niet rechtstreeks van toepassing is, maar dat eisers ontvankelijk zijn in hun vordering op basis van onrechtmatige daad volgens artikel 6:162 BW. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs moet worden geleverd over de wateroverlast en de gevolgen daarvan. De zaak is aangehouden voor bewijslevering, waarbij gedaagden moeten aantonen dat de verhoging van hun erf daadwerkelijk leidt tot wateroverlast op het perceel van eisers. De rechtbank heeft een getuigenverhoor bepaald en verdere beslissingen aangehouden.