ECLI:NL:RBGEL:2017:1192

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 maart 2017
Publicatiedatum
8 maart 2017
Zaaknummer
05/880065-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en mensenhandel met afpersing en oplichting in Apeldoorn

Op 3 maart 2017 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een complexe strafzaak waarin meerdere verdachten betrokken waren bij een criminele organisatie die zich bezighield met mensenhandel, afpersing en oplichting. De rechtbank heeft zeven medeverdachten uit Apeldoorn veroordeeld tot verschillende (vrijheids)straffen. De verdachten, bestaande uit vijf mannen, een vrouw en een B.V., vormden een criminele organisatie die zich schuldig maakte aan ernstige misdrijven, waaronder mensenhandel, oplichting en afpersing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten op gewelddadige wijze slachtoffers hebben gedwongen tot afgifte van geldbedragen en goederen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachten gebruik maakten van bedreigingen en geweld om hun slachtoffers te intimideren. De zaak omvatte meerdere feiten, waaronder de afpersing van een slachtoffer met een pistool en de oplichting van een houtzagerij. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als betrouwbaar beoordeeld en heeft de verdachten schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van zeven jaar opgelegd aan de hoofdverdachte, met de mogelijkheid van schadevergoeding aan de benadeelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers : 05/880065-15 en 05/780045-15
Datum uitspraak : 3 maart 2017
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] , 7331 ME Apeldoorn .
Raadsman: mr. R.A.C. Frijns, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen
van 11 mei 2015 (parketnummer 05/880065-15), 29 juni 2015 (parketnummer 05/880065-15), 23 november 2015 (parketnummer 05/880065-15 en 05/780045-15)
09 februari 2017 (parketnummer 05/880065-15 en 05/780045-15) 17 februari 2017 (parketnummer 05/880065-15 en 05/780045-15).

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten aanzien van
parketnummer 05/88065-15, na een op 23 november 2015 toegewezen vordering wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 24 december 2013 tot en met 10 januari
2014 te Apeldoorn, althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 1]
te dwingen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) van 25.000,- euro
en/of 15.000,- euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval van enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam 1] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) - zakelijk weergegeven - dat
verdachte en/of verdachtes mededader(s)
- een kop koffie bij die [naam 1] in het gezicht gooide en/of (vervolgens)
- een pistool, althans een op vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd,
althans tegen het lichaam, van die van [naam 1] heeft gezet en/of gehouden en
daarbij de woorden heeft geuit "zeg dat je betaald, anders haal ik de trekker
over" en! of (vervolgens)
- ( terwijl die [naam 1] werd vastgehouden) één of meerdere klap(pen) tegen het
hoofd, althans tegen het lichaam, die [naam 1] heeft gegeven;
althans voor zover voor het vorenstaande onder het primair ten laste gelegde
geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, dat
hij in of omstreeks de periode van 24december 2013 tot en met 10 januari 2014
te Apeldoorn, althans te Nederland, ter uitvoering van het voornemen en het
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [naam 1] te dwingen tot de
afgifte van (een) geldbedrag(en) van 25.000,- euro en/of 15.000,- euro,
althans een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan die [naam 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met
geweld hierin bestond(en) - zakelijk weergegeven - dat verdachte en/of
verdachtes mededader(s)
- een kop koffie bij die [naam 1] in het gezicht gooide en/of (vervolgens)
- een pistool, althans een op vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd,
althans tegen het lichaam, van die van [naam 1] heeft gezet en/of gehouden en
daarbij de woorden heeft geuit "zeg dat je betaald, anders haal ik de trekker
over" en/of (vervolgens)
- ( terwijl die [naam 1] werd vastgehouden) één of meerdere klappen) tegen het
hoofd, althans tegen het lichaam ,die [naam 1] heeft gegeven, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans voor zover voor het vorenstaande onder het subsidiair ten laste gelegde
veroordeling mocht of zou kunnen volgen, meer subsidiair, dat
hij in of omstreeks de periode van 24 december 2013 tot en met 10januari 2014,
althans op of omstreeks 24 december 2013. te Apeldoorn, althans te Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [naam 1]
heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader(s)
opzettelijk
- een kop koffie bij die [naam 1] in het gezicht heeft/hebben gegooid en/of
(vervolgens)
- een pistool, althans een op vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd,
althans tegen het lichaam, van die van [naam 1] heeft! hebben gezet en/of
gehouden en daarbij de woorden heeft/hebben geuit "zeg dat je betaald, anders
haal ik de trekker over" en/of (vervolgens)
- ( terwijl die [naam 1] werd vastgehouden) één of meerdere klap(pen) tegen het
hoofd, althans tegen het lichaam, die [naam 1] heeft/hebben gegeven;
Widia Zaaksdossier 3.2.1
2.
hij in of omstreeks de periode van 6 februari 2014 tot en met 12 februari 2014
althans te Nederland, tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de bloemenwinkel
[naam 2] en planten , althans [naam 2] , heeft/hebben bewogen tot de
afgifte van diverse vazen, potten, kransen en bloemen (
voor een totaal bedrag van ongeveer 1169,- euro, althans enig geldbedrag)
hierin bestaande dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n) met voren omschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid heeft/hebben verteld aan de
bloemenwinkel [naam 2] en planten , althans [naam 2]
dat
- hij, verdachte of één van zijn mededader(s), een autobedrijf ging(en) openen
en dat zij daarvoor goederen uit de bloemenwinkel nodig hadden en/of
- de rekening verzonden kon worden naar het bedrijf [naam 3] , gevestigd
aan de [adres 2] te Apeldoorn
waardoor de bloemenwinkel [naam 2] en planten , althans [naam 2] , werd
bewogen tot
bovenom schreven afgifte;
althans voor zover voor het vorenstaande onder het primair ten laste geen
veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 februari
2014 tot en met 12
februari 2014, althans op of omstreeks 9 februari 2014, te Apeldoorn, althans
in Nederland,
tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft/hebben
verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen,
diverse vazen en/of potten en/of kransen en/of bloemen ( voor een totaal
bedrag van ongeveer
1169,- euro, althans enig geldbedrag), terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten
tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren) wist(en),
althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat dit, deze door
oplichting, althans enig misdrijf, was/waren verkregen;
Widia Zaaksdossier 3.4.3
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 31januari 2014
tot en met 15 februari 2014 te Harskamp en/of te Apeldoorn, althans te
Nederland, tezamen in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de
houtzagerij de [naam 4] , althans [naam 4] , heeft/hebben bewogen
tot de
afgifte van een hoeveelheid hout (voor een totaal bedrag van ongeveer
34.743,99 euro, althans enig geldbedrag) hierin bestaande dat verdachte en/of
zijn medeverdachte(n) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met
de waarheid heeft/hebben verteld aan de houtzagerij de [naam 4] ,
althans [naam 4] ,
- dat hij, verdachte of één van zijn mededader(s), [naam 1] en/of de
eigenaar van [naam 3] was en/of bereikbaar op telefoonnummer [telefoonnummer 1] ,
en/of (tevens)
- een KvK-uittreksel van het bedrijf [naam 3] heeft/hebben getoond en/of
- dat hij/zij een partij hout nodig had(den) voor een nieuw te bouwen schuur
en/of
- het aankoopbedrag ten bedrage van 34.743,99 euro, althans enig geldbedrag,
op zondag 2 februari 2014 gestort zou worden op het bankrekeningnummer
behorende bij deze houtzagerij en/of
- het benodigde hout op een aanhangwagen heeft/hebben geladen en daarmee weg
is/zijn gereden en/of
- ( vervolgens) diverse materialen heeft/hebben opgehaald en/of deze op de
aanhangwagen heeft/hebben geladen en/of daarmee is/zijn weggereden, waardoor
de houtzagerij de [naam 4] , althans [naam 4] , (telkens) werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, voor zover voor het vorengaande onder het primair ten laste gelegde
geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, subsidiair, dat hij op een of
meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 31januari 2014 tot en met 15
februari 2014 te Harskamp en/of Apeldoorn, althans te Nederland, tezamen in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, heeft/hebben verworven,
voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, een
hoeveelheid hout (voor een totaal bedrag van ongeveer 34.743,99 euro, althans
enig geldbedrag), terwijl hij en/of zijn mededader(s)ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van voormeld(e) goed(eren) wist(en),
althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat dit, deze door
oplichting, althans enig misdrijf, was/waren verkregen;
Widia Zaaksdossier 3.4.5
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2013 tot en met 31 maart 2014 te
Voorthuizen,
althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [naam 5] te dwingen tot de afgifte
van (een) personenauto('s) van het merk Audi A3 en/of Sizuki Svift, in elk
geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam 5] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk
- zakelijk weergegeven - dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) hem een
mes toonden;
Widia Zaaksdossier 3.5.2
5.
hij, op één of meer tijdstip( pen), in of omstreeks de periode van 1 februari
2013 tot en met 3 februari 20l5 te Apeldoorn, althans te Nederland, tezamen en
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijk verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/of doormisbruik van de kwetsbare positie, heeft/hebben geworven,
vervoerd, overgebracht, gehuisvest en/of opgenomen met
het oogmerk van (seksuele) uitbuiting van die [naam 8] en/of [naam 9] ,
en/of
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde
middelen, te weten door dwang en/of geweld en/of één of meet (andere)
feitelijkheden en/of door dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie,
die [naam 8] en/of [naam 9] heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of
de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [naam 8] en/of [naam 9] zich
daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid en/of
diensten,
en/of
(telkens) opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de (seksuele)
Uitbuiting van die [naam 8] en/of [naam 9] ,
en/of
(telkens) met één of meerdere van de onder 1° genoemde middelen, te weten door
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden, door fraude, afpersing,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie,
die [naam 8] en/of [naam 9] heeft/hebben bewogen hem, verdachte, en/of zijn
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar/hun seksuele handelingen
met en/of voor een derde,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (één of meermalen)
-(seks)advertenties op internet geplaatst en/of
- de klanten naar die [naam 8] en/of [naam 9] gebracht en/of die [naam 8] en/of [naam 9]
bij klanten
gebracht en/of
-gecontroleerd hoeveel klanten die [naam 8] en/of [naam 9] had(den) en/of hoeveel
geld ze daarmee had(den) verdiend en/of betaalafspraken gemaakt met de klanten
en/of
- het door [naam 8] en/of [naam 9] verdiende geld (deels) ingenomen en/of beheerd
en/of (deels)
aangewend voor zijn/hun eigen gebruik en/of
-de werktijden van die [naam 8] en/of [naam 9] als prostituee(s) bepaald en/of
-meerdere condooms verstrekt aan die [naam 8] en/of [naam 9] en/of
-één of meerdere auto-kentekens op naam van die [naam 8] en/of [naam 9] gezet en/of
-de mobiele telefoon en/of privé-contacten van die [naam 8] en/of [naam 9]
gecontroleerd en/of de
mobiele telefoon van die [naam 8] en/of [naam 9] afgepakt en/of in beslaggenomen
(teneinde
haar/hun privéleven te kunnen beheersen);
Widia Zaaksdossier 4
6.
hij, op één (of meer) tijdstip(pen), in of omstreeks de periode 1juli 2014
tot en met 3 februari 2015, te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (van het plegen van
witwassen een gewoonte heeft gemaakt, door)
(telkens) een voorwerp, te weten (een) geldbedrag(en), (in totaal zijnde een
geldbedrag van ongeveer 48.300,-), te verwerven en/of voorhanden te hebben
en/of over te dragen en/of om te zetten en/of van die/dat geldbedrag(en)
gebruik te maken, terwijl hij en/of verdachtes mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat die/dat geldbedrag(en),
(telkens) - onmiddellijk of middellijk - (mede) afkomstig was/waren uit enig
misdrijf;
Widia Zaaksdossier 5
7.
hij, op één (of meer) tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 1
februari 2013 tot en met 3 februari 2015 te Apeldoorn, althans te Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk, heeft/hebben deelgenomen aan een organisatie, te weten een
samenwerking van natuurlijke en/of rechtsperso(o)n (en), welke organisatie tot
- oplichting (artikel 326 Sr) en/of
- afpersing (artikel 317 Sr) en/of
- bedreiging met zware mishandeling en/of enig misdrijf tegen het leven
gericht (artikel 285 Sr) en/of
- mensenhandel (artikel 273f Sr) en/of
- ( een gewoonte maken van) witwassen (artikel 420bisjo 420ter Sr).
Aan verdachte is ten aanzien van
parketnummer 05/780045-15)ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 5 augustus 2013 te Apeldoorn,
althans te Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit (een)
geldautoma(a)t(en) en/of pinautoma(a)t(en) en/of door middel van
internetbankieren via bankrekeningnr. [rekeningnummer 1] heeft weggenomen (een)
geldbedrag(en), van in totaal ongeveer 15.898,29 euro, toebehorende aan [naam 22]
, althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of haar mededader(s) zich het weg te nemen
geldbedrag, althans goed, onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door
middel van een valse sleutel;
Deeldossier Isis
2.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 5 augustus 2013 te Apeldoorn,
althans te Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
van ABN Amro bankrekening met nummer [rekeningnummer 2] ten name van [naam 23]
(gevestigd te [adres 3] te Scherpenzeel ), (telkens)
heeft/hebben weggenomen (een) geldbedrag(en), van in totaal ongeveer
43.780,46 euro, althans enig geldbedrag, toebehorende aan [naam 23]
, althans aan een ander of anderen dan verdachte en/of zijn
mededader(s), waarbij verdachte en/of haar mededader(s) zich (telkens) het
weg te nemen geldbedrag, 43.780,46 euro, althans enig geldbedrag, onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
Deeldossier Isis
3.
hij in of omstreeks de periode 17 april 2013 tot en met 13 augustus 2013, te
Apeldoorn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt),
immers heeft/hebben hij, verdachte en/of verdachtes mededader(s), telkens een
voorwerp, te weten een geldbedrag(en), (in totaal zijnde een geldbedrag van
ongeveer 71.300,46 (27.520,- euro + 43.780,46 euro) verworven en/of voorhanden
gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van die/dat geldbedrag(en)
gebruik gemaakt, terwijl hij en/of verdachtes mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat die/dat geldbedrag(en),
(telkens) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf
2A. Betrouwbaarheid verklaringen
[naam 1]
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van niet als betrouwbaar zijn aan te merken. De raadsman heeft dit standpunt niet nader onderbouwd.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt dat de verklaringen van [naam 1] op diverse essentiële punten steun vinden in overige getuigenverklaringen. Ook is [naam 1] consistent in zijn verklaringen. De rechtbank ziet derhalve geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen.
[naam 6]
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van niet als betrouwbaar zijn aan te merken. [naam 6] had een alcohol- en cocaïne verslaving en hij heeft zich ook gemengd in strafbare feiten. De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hiertoe dat de verklaringen van [naam 6] op diverse essentiële punten steun vinden in overige getuigenverklaringen. Ook is [naam 6] consistent in zijn verklaringen. [naam 6] heeft zichzelf op diverse punten belast in zijn verklaringen. De rechtbank ziet derhalve geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen.
[naam 7]
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van niet als betrouwbaar zijn aan te merken en derhalve niet meegenomen moeten worden als bewijs. [naam 7] heeft zelf diverse strafbare feiten gepleegd en is onbetrouwbaar. De rechtbank verwerpt het verweer en overweegt hiertoe dat de verklaringen van [naam 7] op diverse essentiële punten steun vinden in overige getuigenverklaringen. Ook is [naam 7] consistent in zijn verklaringen en belast hij zichzelf in zijn verklaringen. De rechtbank ziet derhalve geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen. Dat [naam 7] naderhand niet meer gehoord kon worden vanwege zijn overlijden, maakt vorenstaande niet anders. Immers, zijn verklaringen staan niet op zichzelf maar worden -zoals hiervoor weergegeven- op essentiële punten ondersteund.
2B. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Algemene overweging[naam 21] wordt ook veelvuldig ‘ [naam 21] ’ genoemd. [2] De rechtbank gaat ervan uit dat, waar verklaard wordt over ‘ [naam 21] ’ of ‘ [naam 21] ’, [naam 21] wordt bedoeld.
Voorts wordt [naam 24] ook veelvuldig ‘ [naam 24] ’ of ‘ [naam 24] ’ genoemd. [3] De rechtbank gaat er derhalve van uit dat, waar verklaard wordt over ‘ [naam 24] ’ of ‘ [naam 24] ’, [naam 24] wordt bedoeld.
Ten aanzien van feit 1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht en dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de afpersing van [naam 1] , gelet op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van de onder 1 primair en 1 subsidiair ten laste gelegde feiten. Immers dat verdachte [naam 1] klappen heeft gegeven staat niet vast althans de rol van verdachte is niet duidelijk dan wel te gering geweest en ook het oogmerk van verdachte om [naam 1] te dwingen tot afgifte van een geldbedrag is niet bewezen, aldus de raadsman.
Beoordeling door de rechtbank
[naam 1] heeft bij de politie verklaard dat hij op 24 december 2014 op De [adres 2] in Apeldoorn kwam. Hij had daar zijn bedrijf gevestigd, [naam 3] . Dat bedrijf had hij van [naam 7] overgenomen. Binnen zag hij [naam 6] , [naam 7] en [naam 21] zitten. [naam 21] gooide een kop koffie in zijn gezicht. [naam 1] reageerde door koffie terug te gooien. Daarop sprong [naam 21] over het bureau en hij sloeg [naam 1] met zijn vuisten. [naam 21] schreeuwde dat hij € 25.000,- van [naam 1] kreeg vanwege de koffie. [4]
’s Middags belde [naam 7] [naam 1] op en vroeg hem om naar de zaak te komen, omdat ene [naam 25] in de zaak was die een onderpand wilde voor de schuld die [naam 7] aan hem had. Toen [naam 1] op de zaak [rechtbank: De [adres 2] ] aanwezig was, zag hij [naam 21] , een jongen met zwart haar en een piercing door zijn lip rondlopen. Even later werd [naam 1] aangevallen door [naam 21] . Er was een Molukse man bij. De man werd [naam 24] of [naam 24] genoemd. [naam 24] pakte een zwart pistool uit zijn jas. Ondertussen kwam [verdachte] erbij. [naam 21] hield [naam 1] vast en [verdachte] gaf hem klappen. Hij voelde direct pijn en hij bloedde uit zijn oor. [naam 1] kreeg een document te zien waarop stond dat [naam 7] een schuld had van € 15.000,-. [naam 6] had als getuige meegetekend. De mannen zeiden dat [naam 1] deze schade moest regelen. [5] Bij de rechter-commissaris heeft [naam 1] verklaard dat hij, toen [naam 24] het pistool op zijn hoofd zette, heeft gezegd: ‘Als jij mij een pistool tegen mijn hoofd zet dan zeg ik je dat ik je € 25.000,- schuldig ben. Een kogel is mij minder waard dan € 25.000,-. [6]
[naam 6] heeft bij de politie verklaard dat hij in december in de kantine van De [adres 2] was. Hij zag dat [naam 21] koffie in het gezicht van [naam 1] gooide. [naam 1] gooide daarop koffie terug. ’s Middags moest [naam 1] naar de zaak komen, omdat daar ene [naam 25] was die nog geld van [naam 7] moest hebben. [naam 1] kwam weer langs. Op dat moment waren [naam 24] , [verdachte] , [naam 26] , [naam 21] , hij en [naam 7] ook aanwezig. Dit liep compleet uit de hand. [naam 24] zette een pistool op het hoofd van [naam 1] . [naam 24] werkt voor [naam 21] en [verdachte] . [7]
Na dat incident zei [naam 21] tegen [naam 1] dat [naam 1] nu een schuld bij [naam 21] had. [8] [naam 1] had door de klappen van [naam 21] een opgezet gezicht en een wond bij zijn oor.
Enige tijd later zag [naam 6] buiten dat [verdachte] en [naam 24] op [naam 1] in begonnen te slaan. [naam 10] en [naam 21] deden er vervolgens ook aan mee. Met zijn vieren waren ze aan het slaan. [naam 1] probeerde weg te komen en kwam tegen het gaas van de buren terecht. [naam 24] pakte het pistool en zette de loop in de mond van [naam 1] . [9]
[naam 25] heeft verklaard dat hij die middag op het bedrijf was van [naam 7] . Hij zag allemaal mensen en hoorde van [naam 7] dat er trammelant was. Die mensen gingen met [naam 1] in discussie. [10]
[naam 7] heeft desgevraagd verklaard dat [naam 24] een vuurwapen heeft en hier ook mee dreigt. [11]
De rechtbank heeft uit vorenstaande bewijsmiddelen de overtuiging gekregen dat [naam 21] , [verdachte] en [naam 24] samen naar [naam 1] zijn gegaan om hem te dwingen een schuld op zich te nemen. Ze hadden derhalve het oogmerk om zichzelf te bevoordelen. [naam 24] dreigde met het wapen, [naam 21] sloeg [naam 1] en hield hem later vast en ook [verdachte] heeft [naam 1] geslagen. [naam 1] liep hierdoor onder meer een wond aan zijn oor op. Naar het oordeel van de rechtbank was er sprake van een bewuste en nauwe samenwerking bij de uitvoering van het feit, en derhalve van medeplegen. De rechtbank acht dan ook het primaire feit, het medeplegen van afpersing van [naam 1] , wettig en overtuigend bewezen.
Vrijspraak voor feit 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht en dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting van [naam 2] .
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van de onder 2 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten nu gelet op de bewijsmiddelen de betrokkenheid van verdachte bij deze feiten niet kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft uit de bewijsmiddelen niet de overtuiging gekregen dat [verdachte] nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen bij de oplichting van [naam 2] , dan wel de heling van de bij [naam 2] weggenomen goederen. De rol van [verdachte] is onvoldoende duidelijk geworden. De rechtbank zal [verdachte] derhalve vrijspreken voor het onder 2 ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht en dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van de onder 3 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde feiten nu gelet op de bewijsmiddelen de betrokkenheid van verdachte bij deze feiten niet kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
[naam 4] , de eigenaar van de houtzagerij, heeft verklaard dat ‘ [naam 1] ’ een uittreksel van de Kamer van Koophandel bij zich had waaruit bleek dat hij [naam 3] , gevestigd aan de [adres 2] in Apeldoorn, op zijn naam had staan. [naam 4] controleerde het bedrijf en zag online dat [naam 3] bekend stond als goede betaler. ‘ [naam 1] ’ wilde op rekening hout meenemen en zou op 2 februari 2014 de rekening betalen. Het kwam op [naam 4] vertrouwd over en ze kwamen tot een mondelinge overeenkomst. [naam 1] zou het geld betalen op het rekeningnummer van [naam 4] . ‘ [naam 1] ’ kwam op 31 januari meermalen terug om het hout op te halen. Hij reed in een Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken 1] .
Op enig moment kwam er een tweede persoon mee om het hout in te laden. Deze persoon had tot zijn halslijn tatoeages, was begin 20 en zo’n 170 centimeter lang. [naam 4] gaf de facturen aan ‘ [naam 1] ’ die [naam 4] verzekerde dat alles overgemaakt zou worden. Diezelfde avond belde ‘ [naam 1] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 1] en hij vertelde dat ze het weekend een schuur gingen verbouwen en dat er meer hout nodig was. Diezelfde avond kwam ‘ [naam 1] ’ wederom hout halen. Totaal werd er die dag voor een bedrag van € 8.061,18 aan goederen meegenomen.
Op 1 februari 2014 kwam ‘ [naam 1] ’ ook diverse keren bij [naam 4] . Hij had telkens een aanhanger achter de Caddy. De laatste keer dat hij kwam, vertelde hij dat zijn aanhangers lekke banden hadden of nog vol stonden en hij vroeg of hij de aanhanger van [naam 4] mocht lenen. [naam 4] leende zijn aanhangwagen uit en ook deze keer werd de aanhangwagen volgeladen. Totaal werd er die dag voor een bedrag van € 12.255,81 aan goederen meegenomen. Op 3 februari 2014 kwam ‘ [naam 1] ’ wederom diverse malen met zijn Caddy naar [naam 4] . Hij kwam langs met een wat oudere man, tussen de 60 en 70 jaar, met een dikke buik en een grijze baard. Een onverzorgd type. Totaal werd er die dag voor een bedrag van € 16.155,68 aan goederen meegenomen. [naam 4] had nog geen geld ontvangen en sprak zijn zorgen uit naar ‘ [naam 1] ’. ‘ [naam 1] ’ stelde hem gerust en zei dat hij [naam 4] niet beduvelde. [naam 4] vroeg die avond zijn zwager om naar het telefoonnummer dat hij van ‘ [naam 1] ’ had gekregen te bellen om de aanhanger terug te vragen. De persoon aan de telefoon vertelde een verhaal over een zieke vrouw en een ziekenhuisopname. Deze aanhanger kon uiteindelijk worden opgehaald. De zus van [naam 4] ging kijken bij de [adres 2] in Apeldoorn. Zij zag dat het pand leeg stond en dat er geen bouwactiviteiten waren. Ook zag zij geen hout liggen.
De zwager van [naam 4] belde vervolgens het telefoonnummer dat op het uittreksel van de KvK stond. Een vrouw nam de telefoon aan en zij vertelde dat zij vaker gebeld werd, maar dat de naam ‘ [naam 1] ’ of ‘ [naam 3] ’ haar niets zei.
Op 4 februari 2014 belde ‘ [naam 1] ’ opnieuw dat hij hout wilde komen halen. [naam 4] zei hem dat hij eerst geld wilde. Diezelfde dag belde [naam 4] twee keer naar ‘ [naam 1] ’ om het geld te vragen. Vanaf 18.30 uur kon hij geen contact meer krijgen met ‘ [naam 1] ’. [naam 4] heeft nooit geld van ‘ [naam 1] ’ ontvangen. [12] ‘ [naam 1] ’ had als telefoonnummer [telefoonnummer 1] opgegeven. [13]
[naam 6] heeft verklaard dat hij op enig moment bij [naam 21] thuis kwam aan de [adres 1] . Hij zag drie aanhangwagens staan met daarin houten planken. [naam 21] , [naam 15] , [naam 27] , [naam 28] , [verdachte] , [naam 10] en [naam 24] waren daar ook bij. [naam 24] , [naam 28] en [naam 15] waren één van de aanhangers aan het lossen. [naam 21] en [verdachte] hielpen ook mee. Het hout werd aan de achterzijde van de woning naast de schuur geplaatst. De aanhanger werd helemaal gelost. De andere twee aanhangers moesten naar Dronten toe. Voor de aanhangers stond een Volkswagen Caddy. [naam 21] vroeg aan [naam 6] of hij mee wilde rijden naar Dronten. Met de twee aanhangers reden ze richting Dronten en daar werden de aanhangers gelost. [naam 6] reed weer terug met [naam 7] naar de [adres 1] . Na enige tijd zei [naam 7] dat ze nog een keer hout moesten halen. [naam 6] ging mee. Ze reden in de Caddy. [naam 7] ging naar binnen en de aanhanger werd volgeladen. Ze dronken nog een kop koffie met de vermoedelijke eigenaar van de houtzagerij en hij gaf een rekening aan [naam 7] . [naam 7] zei dat het wel goed kwam. [naam 7] zei tegen [naam 6] dat ze voor een hoop geld binnen hadden gehaald. Op het laatste moment werden er ook nog 3 of 4 houten tuinsets in de Caddy geladen. Ze reden daarop wederom naar Dronten om het hout te lossen. [naam 21] was daar ook. In Apeldoorn werden de tuinsets uit de Caddy gehaald en in de schuur gezet. [naam 6] hoorde later van [naam 7] dat alles op naam van [naam 3] was besteld. Dit was een idee van [naam 21] . [14]
Van de camerabeelden van de betreffende periode uit de Houtzagerij zijn screenshots [15] gemaakt. De persoon die [naam 4] aanwees als de persoon die zich voorstelde als ‘ [naam 1] ’ [16] werd door verbalisanten herkend als [naam 7] . [17] De persoon die op 3 februari 2014 met ‘ [naam 1] ’ mee kwam [18] werd door een verbalisant herkend als [naam 6] . [naam 6] werd herkend door de verbalisant, omdat hij zich op het politiebureau meldde samen met [naam 7] . [19]
Op 7 februari 2014 kwam verbalisant [verbalisant] aan de [adres 1] in Apeldoorn. [naam 21] was aanwezig en hij vroeg of [verbalisant] de schuur wilde zien en hij opende de schuurdeur. [verbalisant] zag dat de schuur aan de binnenzijde was afgetimmerd met nieuw hout. Ook de planken aan het plafond waren nieuw. In de schuur zat een afgetimmerd deel van 5 bij 6 meter. Ook dit deel bestond uit nieuwe planken.
Buiten was er een houten hek getimmerd van nieuwe planken. [20]
Op 8 februari 2014 werden in de woning aan de [adres 1] een grote partij hout, een houten tuin set en andere materialen aangetroffen. Deze materialen werden door [naam 4] bekeken en hij herkende de tuinset, 15 dozen schroeven, 75 vloerplanken, 3 pakken singels, 3 panlatten en ander resthout afkomstig van vloerplanken afkomstig uit zijn zagerij. De totale verkoopwaarde van de aangetroffen goederen was € 1.290,90 inclusief BTW. [21]
Op 14 februari 2014 kreeg [naam 4] een telefoontje van een klant die anoniem wilde blijven. De klant had een grote hoeveelheid hout en dergelijke aangeboden gekregen. Dit hout zou in een loods in Dronten staan aan de [adres 4] . Toen [naam 4] bij de loods ging kijken, zag hij een grote partij hout en ander materiaal staan dat afkomstig was van zijn houtzagerij. Hij herkende zijn eigen specifieke verpakkingsmanier. [22]
[naam 7] heeft verklaard dat het doel was om [naam 1] uit te knijpen. [naam 21] was de baas en hij kreeg opdrachten van [naam 21] en [verdachte] . Zo moest hij ook de houthandel [naam 4] oplichten. [23] Van [verdachte] en [naam 21] moest hij [naam 4] bedonderen. Hij kreeg een Volkswagen Caddy mee van [naam 21] en [naam 21] en [verdachte] regelden een aanhanger. Samen met [naam 15] [rechtbank: [naam 15] ] ging hij naar [naam 4] . Hij kreeg een gekopieerd velletje van de inschrijving van de KvK mee, die moest hij meenemen. [naam 21] en [verdachte] zeiden wat ze moesten hebben. Daar was [naam 10] [rechtbank: [naam 10] ] ook bij. [naam 10] zocht online bedrijven op waar dat makkelijk bij zou lukken. Dat deed hij vanaf de [adres 2] in Apeldoorn. Daar stond een computer. [naam 7] moest het hout bestellen, omdat ze de tuin en schuur wilden opknappen. Dat moest bij [verdachte] thuis.
Hij was meerdere malen op een dag naar [naam 4] gegaan. Hij was met [naam 15] geweest, maar ook met [naam 6] en [naam 26] . Uit eindelijk wilde [naam 4] de aanhanger terug, die kwam hij toen zelf ophalen. [verdachte] en [naam 21] namen het hout in ontvangst aan de [adres 1] . Ze hadden twee aanhangers. [naam 7] was ook meegegaan naar Dronten om pakketten af te leveren. [naam 7] had zich bij [naam 4] voorgesteld als ‘ [naam 1] ’. [24]
De rechtbank acht, gelet op vorenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat [naam 21] , [verdachte] , [naam 10] en [naam 15] nauw en bewust hebben samengewerkt om [naam 4] te bewegen tot afgifte van hout en bijbehorende goederen, en derhalve dat sprake is van medeplegen. [naam 21] en [verdachte] waren de baas. [naam 7] , [naam 15] en [naam 10] voerden de opdracht uit. [naam 7] deed zich in opdracht van [verdachte] en [naam 21] voor als ‘ [naam 1] ’ om de zaak op te lichten. [naam 10] en [naam 15] hielpen mee met het ophalen en het lossen van het hout. Zij wisten dat het op naam van ‘ [naam 1] ’ was besteld en niet was betaald. Hierover heeft [naam 6] eveneens verklaard. Hij was (blijkens zijn eigen verklaring, ondersteund door de herkenning van de verbalisant) bij het ophalen en wegbrengen van het hout aanwezig.
Ten aanzien van de vraag welk strafbare feit dit oplevert, overweegt de rechtbank als volgt.
Voor een veroordeling wegens oplichting moet sprake zijn van het bezigen van een of meer oplichtingsmiddelen, te weten het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels. Met betrekking tot het aannemen van een samenweefsel van verdichtsels moet sprake zijn van meer dan een enkele leugenachtige mededeling. Bij het aannemen van een valse naam of een valse hoedanigheid gaat het er in de kern om dat het handelen van de verdachte ertoe kan leiden dat bij de ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen over de 'persoon' van de verdachte, hetzij wat betreft diens naam, hetzij wat betreft diens hoedanigheid, waarbij die onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen teneinde daarvan misbruik te maken (HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892).
Voorts is het mogelijk dat de gedragingen niet scherp van elkaar te onderscheiden zijn, waardoor de concrete uitwerking onderling samenhang vertonen en elkaar overlappen. In eenzelfde gedraging kunnen dus meerdere oplichtingsmiddelen bewezen worden verklaard, daarbij behoeft de rechter niet te kiezen uit die oplichtingsmiddelen omdat die keuze voor de strafrechtelijke betekenis van het bewezenverklaarde niet van belang is (HR 25 februari 1969, ECLI:NL:HR:1969:AB5900, NJ 1969/265).
Gebleken is dat [naam 7] zich voordeed als de eigenaar van het bedrijf [naam 3] , gevestigd aan de [adres 2] in Apeldoorn en zich voorstelde als de heer [naam 1] . Hij kwam bij [naam 4] met een uittreksel van de KvK en zei dat hij hout nodig had voor een schuurtje. Hij wilde graag op rekening bestellen. Het bedrijf [naam 3] behoorde in eigendom toe aan [naam 1] en het adres de [adres 2] was een leeg pand.
Door gebruik te maken van een valse naam, een valse hoedanigheid en een samenweefsel van verdichtsels is [naam 4] Houtzagerij bewogen tot afgifte van de goederen.
De rechtbank overweegt dat een ondernemer tot op zekere hoogte mag vertrouwen in de oprechtheid waarmee anderen aan het maatschappelijk en economisch verkeer deelnemen. De rechtbank houdt hierbij rekening met het in dat verkeer geldende verwachtingspatroon dat op rekening geleverd kan worden.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen meermalen schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de oplichting van [naam 4] houtzagerij. Omdat het totaalbedrag van de weggenomen goederen uitkomt op
€ 36.472,67, en in de tenlastelegging een lager bedrag is genoemd, zal de rechtbank ‘enig geldbedrag’ bewezen verklaren.
Ten aanzien van feit 4
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht en dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van afpersing van de heer [naam 5] .
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van het ten laste gelegde feit nu aangever in zijn verklaring bij de rechter-commissaris heeft ontkend dat er sprake was van afpersing althans de betrokkenheid van verdachte bij dit feit niet kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Op 2 april 2014 verklaarde de eigenaar van [naam 29] (aan de [adres 5] ), te weten [naam 10] [naam 5] dat hij op 23 december 2013 een BMW 328 met kenteken [kenteken 2] had verkocht aan [naam 21] . Hij hoorde van [naam 21] dat de voornoemde BMW door de politie in beslag was genomen, omdat deze mogelijk van diefstal afkomstig zou zijn. Sindsdien werd [naam 5] geïntimideerd en bedreigd door [naam 21] .
Hij verklaarde dat [naam 21] met acht andere mannen naar het autobedrijf was gekomen. [naam 5] heeft toen onder bedreiging van een mes twee auto’s, namelijk een Audi A3 (kenteken [kenteken 3] ) en een Suzuki Swift (kenteken [kenteken 4] ) af moeten staan. [naam 5] verklaarde dat dit volgens [naam 21] was ter compensatie van de in beslag genomen BMW. Toen [naam 5] de auto’s af moest staan waren [verdachte] , [naam 24] , [naam 15] en ene [naam 26] erbij. [naam 24] heeft hem bedreigd met het mes. [naam 5] verklaarde vervolgens dat hij echt bang is voor deze mensen en geen aangifte durft te doen. [25] Op 10 februari 2015 nam [naam 5] contact op met de politie en hij vertelde dat hij aangifte wilde doen tegen de [verdachten] . De volgende dag zou contact met hem worden opgenomen. Er werd in de periode daarna meermalen geprobeerd om contact met [naam 5] te zoeken om de aangifte op te nemen. [naam 5] gaf aan dat hij erg bang was voor de [verdachten] en de club er omheen. Hij was bang voor problemen als hij aangifte zou gaan doen en hij was bang voor represailles. Hij gaf uiteindelijk aan dat hij een hoop te verliezen had en daarom geen aangifte durfde te doen. [26]
[naam 6] heeft over het autobedrijf in Voorthuizen verklaard dat er een auto werd opgehaald. Dat ging niet op een zachte manier. [27] [naam 6] ging op enig moment met [naam 21] naar [naam 29] in Voorthuizen. [naam 21] had daar een keer een BMW gekocht, maar die was door agenten in beslag genomen. Toen de politie die auto had opgehaald, was [verdachte] ontzettend boos. Er werd gebeld naar [naam 29] en [verdachte] zei over de telefoon dat hij er twee of drie auto’s voor terug wilde. Dat was ter compensatie, omdat het de schuld van [naam 29] zou zijn dat de BMW in beslag was genomen.
Op een ander moment gingen [verdachte] , [naam 10] , [naam 15] en [naam 24] naar Voorthuizen. [naam 21] en [naam 6] gingen ook naar [naam 29] . [naam 21] was namelijk bang dat [verdachte] iemand voor zijn donder zou schieten. Toen ze aankwamen bleek de eigenaar al te zijn geïntimideerd door [naam 15] , [verdachte] , [naam 10] en [naam 24] . [naam 6] en [naam 21] vertrokken weer en een uur later kwamen [verdachte] , [naam 10] en [naam 24] terug. [naam 15] kwam teruggereden in een Suzuki. Die kwam uit het bedrijf in Voorthuizen. Ook was er een Audi opgehaald die op naam van [naam 6] werd gezet. [28]
Gebleken is dat een Suzuki met ingang van 12 februari 2014 is overgeschreven op naam van [naam 15] , aansluitend per 21 februari 2014 op naam van [naam 6] en vervolgens op 28 april 2014 wederom op naam van [naam 15] en dat de Audi A3 op 10 februari 2014 op naam van [naam 6] is gezet. [29]
De rechtbank acht, gelet op vorenstaande, wettig en overtuigend bewezen dat [naam 21] , [verdachte] , [naam 10] , [naam 15] en [naam 24] nauw en bewust hebben samengewerkt om [naam 5] af te persen. [naam 5] is onder bedreiging met een mes gedwongen om twee auto’s af te staan ter compensatie van de in beslag genomen BMW.
De rechtbank overweegt dat [naam 5] op een later moment bij de rechter-commissaris terug is gekomen op zijn verklaring. De rechtbank heeft de overtuiging, gelet op de angst die bij [naam 5] bestond, dat hij dit heeft gedaan omdat hij bang was voor represailles. [naam 6] verklaart ook over de intimidatie van de eigenaar van [naam 29] , bovendien wordt de verklaring van [naam 5] ondersteund door het feit dat de auto’s daadwerkelijk op naam van [naam 6] en [naam 15] zijn gezet. De rechtbank overweegt dat zij als periode aanhoudt de periode van 1 oktober 2013 tot en met 31 maart 2014, omdat niet duidelijk is op welke datum de afpersing exact plaats heeft gevonden maar wel dat het binnen de ten laste gelegde periode is geweest.
Ten aanzien van feit 5
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
[naam 8] (hierna: [naam 8] ) is gedurende de periode 1 februari 2013 tot medio december 2014 werkzaam geweest als prostituee [30] . Ze heeft dat werk de eerste twee maanden gecombineerd met haar werk bij [naam 30] in de thuiszorg. Daarna heeft ze de baan in de thuiszorg opgezegd. [31] Zij heeft prostitutiewerkzaamheden verricht in een chalet op camping [naam 38] te Beekbergen, in een flat [adres 6] te Apeldoorn [32] , in hotel [naam 32] te Apeldoorn, in een pand aan [adres 7] te Apeldoorn [33] , in een pand aan de [adres 8] te Apeldoorn [34] , in een pand aan de [adres 9] te Apeldoorn en in een pand aan de [adres 10] te Apeldoorn [35] .
[naam 9] (hierna: [naam 9] ) is in 2013 ongeveer gedurende twee maanden als prostituee werkzaam geweest. Zij heeft gewerkt op camping [naam 38] te Beekbergen en in een flat aan de [adres 6] te Apeldoorn [36] . Op 22 juli 2013 vond er een prostitutiecontrole plaats op de [adres 11] te Apeldoorn. [naam 9] was daar aan het werk als prostituée. en Na die avond is zij gestopt met de prostitutiewerkzaamheden [37] .
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het ten laste gelegde voor zover dat ziet op de handelingen, werven en het vervoeren/huisvesten, de bedreiging met geweld, de misleiding, het misbruik uit de feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en de uitbuiting, kan worden bewezen. Met inachtneming hiervan heeft de officier van justitie geconcludeerd dat sprake is geweest van seksuele uitbuiting zoals strafbaar is gesteld onder artikel 273f Sr en dat verdachte zich hieraan tezamen met anderen schuldig heeft gemaakt.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het ten laste gelegde, omdat er geen sprake is van dwang en uitbuiting. Verdachte heeft ontkend dat hij [naam 8] en/of [naam 9] heeft gedwongen en uit de bewijsmiddelen blijkt evenmin dat [naam 8] en/of [naam 9] gedwongen zijn, aldus de raadsman
Beoordeling door de rechtbank
Start prostitutiewerkzaamheden [naam 8]:
[naam 8] heeft verklaard dat zij vrijwillig in de prostitutie is gaan werken om de schulden van haar ex-vriend af te kunnen betalen. [38] Ze heeft gereageerd op een advertentie op Sexjobs.nl van iemand die wist hoe het in de prostitutie werkte; er werd een veilige werkomgeving, vervoer, een adres, eten en drinken en een grote klantenkring geboden [39] .
[naam 8] heeft afgesproken op het station in Apeldoorn en de jongens kwamen haar in een zwarte auto ophalen [40] . De jongens waren [verdachte] (hierna: [verdachte] ) en [naam 10] [41] . Met hen is ze naar een chalethuisje op camping de [adres 12] gereden. Daar heeft ze een en ander met hen besproken en kreeg ze een werkchalet op de camping toegewezen. Ze heeft meteen die eerste dag een klant ontvangen in het chalet van de jongens, voor een afspraak van een half uur. De klant betaalde haar 100 euro. Een van de jongens pakte dat geld van haar en gaf haar toen 50 euro. Daarna brachten ze haar thuis [42] .
Uit een proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot de bewoners van de chalets op camping de [adres 12] komt naar voren dat de eigenaar van de camping in maart 2013 verbalisant wijst op een zwarte Mercedes [kenteken 5] die diverse malen per dag het campingterrein op- en afrijdt. Deze auto zou worden gebruikt door [naam 21] en [verdachte] , die drie chalets op het park huurden . Ook een dame genaamd [naam 8] zou op het park verblijven in een van die drie gehuurde chalets [43] .
Verdiensten
[naam 8] heeft verklaard dat in eerste instantie de verdeling van de verdiensten 50/50 was [44] . Later zei [verdachte] tegen haar ‘als je nou dat geld aan ons geeft, dan verdeel ik het en als je wat nodig hebt dan kun je dat aan ons vragen’. Toen heeft ze het geld iedere keer ingeleverd [45] . Soms kreeg ze 100 euro van [naam 10] of [verdachte] en soms, als ze er om vroeg, 50 euro extra. Als ze vroeg: “ik moet mijn hypotheek betalen, mag ik iets hebben?”, kreeg ze te horen; “denk je nou echt dat je zoveel geld hebt verdiend, het is allemaal op, de huur moet hier betaald worden” [46] . Ze gaf het geld aan [naam 10] , als [verdachte] er niet was [47] . Op de [adres 13] wilde [verdachte] dat ze 2/3 van haar verdiensten afstond [48] .
[naam 9] heeft verklaard dat zij heeft gezien dat [naam 8] haar geld aan [verdachte]
(= [verdachte] )gaf en dat dat moest en dat [verdachte] het dan verdeelde [49] .
[verdachte] of [naam 10] bepaalden de prijs. In het begin 150 euro voor een uur en 100 euro voor een half uur. Later wilde [verdachte] met die prijs zakken, omdat er weinig klanten kwamen [50] .
[naam 9] heeft verklaard dat [verdachte] de prijs die klanten moesten betalen bepaalde. De klanten betaalden aan haar en zij moest het geld dan aan [verdachte] geven. [verdachte] bepaalde welke deel naar haar ging [51] .
[naam 7] ( [naam 7] ) heeft verklaard dat [verdachte] hem vertelde dat ze met de prostitutie tussen de 1000 en 1500 euro per dag verdienden. [verdachte] was de grote baas in het prostitutiegebeuren, samen met [naam 10] . Eén prostituee heette [verdachte] , ze was klein, net een Chinees, mager, had een grote bril en ze kwam uit Apeldoorn. Zij was rond de 22/24 jaar oud. [verdachte] zei nog dat zij het geld verdienden om hem aan het vreten te houden [52] .
De getuige [naam 6] ( [naam 6] ) heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat [verdachte] hem zelf had verteld dat zijn geld bij [naam 8]
(= [naam 8] )vandaan kwam en dat hij geld verdiende van de vrouwtjes [53] .
Dwang/
Dreiging
[naam 8] heeft verklaard dat ze in eerste instantie geen moeite had met het werk, maar op een gegeven moment ging het naar een ‘moeten’. Er waren dagen dat ze niet wilde werken, en dan werden [verdachte] en [naam 10] heel boos. Dan zeiden ze dat ze haar thuis kwamen halen, en dat ze haar vriend dood zouden schieten. Dus ging ze maar werken. Als die bedreigingen er niet waren geweest, was ze niet gegaan op de dagen dat ze niet wilde [54] . Als ze niet wilde werken, dreigden ze ook om haar thuis op te halen. Dit terwijl haar vriend niet wist dat ze in de prostitutie werkte. [55] [naam 8] was bang voor [naam 21] en [verdachte] . [naam 21] is de vader van [verdachte] en noemt zich ook wel [naam 21] . [naam 10] was altijd met [verdachte] [56] .
Zij heeft verklaard:
De mensen konden nogal agressief uit de hoek komen. Verbaal vooral. Ik wilde die confrontatie ook niet met die agressie dus om alles rustig te houden heb ik gewoon gedaan wat ze wilden.
V: Hoe weet je dat ze verbaal agressief konden zijn?
A: Omdat ik dat gehoord heb en gezien heb dat ze dat konden tegen mij.
V: Tegen wie was die agressie gericht?
A: Tegen mij ja en tegen de deuren. Bloemenvazen bleven ook niet heel en zo die kreeg je dan naar je kop gegooid. [57] .
Voorts heeft zij verklaard over [verdachte] en [naam 21] :
Ze kunnen zo agressief worden. Je krijgt echt alles naar je hoofd. (…) Dan krijg je naar je hoofd geslingerd ik maak alles kapot en dan zeggen ze ik weet toch waar he woont en ik sla je ruit in of ik neem je mee [58] .
[verdachte] begon te schelden als ze aangaf niet te willen werken en hij zei dat hij veel geld misliep en dreigde haar op te komen halen. Hij kwam dan met [naam 10] naar haar huis. Hij dreigde door te zeggen dat hij haar ex van het balkon zou gooien. Hij zei ook altijd dat hij alles af zou pakken wat haar lief was. Ze dreigden door te zeggen dat ze haar, haar familie of [naam 31] (haar vriend) zouden pakken. Dat nam ze heel serieus, en neemt ze nog steeds heel serieus. Ze acht [verdachte] daartoe in staat [59] .
[naam 8] vond het heel erg dat dat ze (rechtbank: verdachte en de medeverdachten) bij haar privé kwamen. [naam 8] dacht dat niemand haar kon dwingen dit werk te doen maar dat dat wel gebeurde [60] .
[naam 8] heeft [verdachte] een keer met een vuurwapen gezien op de camping in Beekbergen en op de [adres 14] . Als [verdachte] iets verdachts zag op de [adres 14] dan ging hij buiten kijken met dat wapen. [naam 10] wist waar het wapen verstopt lag. [verdachte] en [naam 10] maakten het wapen schoon. Er zaten kogels in het wapen. [verdachte] heeft een keer per ongeluk op [naam 10] geschoten [61] . [naam 8] heeft verklaard dat [naam 21] aan haar had verteld dat als [verdachte] een wapen in zijn handen had en hij zou boos zijn op iemand dat hij niet terug zou deinzen en zou schieten. Endat [verdachte] dan liever zo veel jaar zit dan dat hij iemand liet leven. [naam 10] was er ook bij toen [naam 21] dat zei. [naam 8] had ook een keer ruzie met [verdachte] en toen zei hij tegen [naam 10] ; pak dat ding pak dat ding. [naam 10] heeft hem niet gegeven gelukkig. Maar toen was ze wel erg bang [62] .
[naam 8] heeft over [naam 21] verklaard dat hij af en toe langs kwam. Ook reed hij escorts met [naam 8] en meestal gingen [verdachte] of [naam 10] dan mee.
[naam 8] was bang dat [naam 21] haar of haar ex iets aan zou doen. Vooral als ze ruzie had met [verdachte] dan ging [naam 21] zich ermee bemoeien en dan was ze bang. Hij gaf [verdachte] vaak gelijk. Hij heeft vaak verhalen over mensen die hij in elkaar heeft geslagen en dat hij mensen kan laten opruimen zodat niemand er meer achter komt waar je bent. Zij dacht dat kan mij ook overkomen [63] .
[naam 8] heeft verklaard dat ze naast een werktelefoon ook een eigen telefoon had, een IPhone en als ze niet goed bezig of aan het werk was, dan pakten ze die telefoon af om te kijken met wie ze contact had. Ze had een keer haar privénummer aan een klant gegeven. Daar kwamen de jongens achter. Ze hebben toen haar appjes gelezen en draaiden helemaal door. Ze hebben die klant toen gebeld, en bedreigingen naar hem geuit. Hij mocht niet meer in haar buurt komen, anders zouden ze hem wat aan doen. Dat was eind 2013, in de winter. De jongens hebben haar toen meegenomen naar een caravan achter hun huis. Daar heeft ze een tijdje gezeten zonder haar telefoon. Die hadden zij, en daarmee belden ze die klant [64] .
[naam 8] heeft ook verklaard dat [verdachte] ook contact met haar opnam als ze vrij was en dat dit was om te controleren of ze niet wegging [65]
Vanaf de [adres 13] hield ze telefoontjes af zonder dat [verdachte] of [naam 10] dat zagen omdat ze geen klanten wilde hebben. [verdachte] heeft toen een keer zelf naar haar werktelefoon gebeld en kreeg vervolgens niemand aan de lijn. Toen kwamen [verdachte] en [naam 10] boos naar het appartement en kreeg ze de volle laag. Ze vonden dat ze serieus moest draaien en klanten moest pakken. Dit was eind 2014 [66] . Rond 18 of 19 december 2014 heeft ze in paniek haar hele arm opengesneden zodat ze in ieder geval niet meer kon werken [67] .
In een dagboek/blog heeft [naam 8] onder de naam [naam 8] op 19 oktober 2013 onder andere geschreven:
Ik trek het hier niet meer. Ik werk vrijwillig maar het begint soms steeds meer op dwang te lijken. Niet alleen een verplichting naar mijzelf toe maar mijn ‘chauffeur ’of ook wel ‘pooier’ verwacht steeds meer van mij.(…)
Bij de rechter-commissaris heeft [naam 8] nog verklaard op 17 november 2016:
Ik kon geen kant op. Ik ben er nooit voor uitgekomen omdat ik bang was voor [verdachte] , [naam 10] en [naam 21] . Pas bij de politie heb ik het hele verhaal pas voor het eerst verteld [68] .
[naam 9] heeft verklaard dat [verdachte] alles bepaalde voor haar omdat zij niets durfde te zeggen. Als [verdachte] boos was, kon hij erg agressief zijn en moest je uit zijn buurt blijven. Zij kon niet zeggen “nee ik wil niet of nee ik wil stoppen”, hij werd dan heel boos. Ze verzon smoesjes dat ze ziek was zodat ze dan niet hoefde te komen en dan werd hij heel boos en schreeuwde door de telefoon dat ze toch moest komen. Hij werd ook boos als zij niet wilde wat een klant wilde, bijvoorbeeld zonder condoom. [naam 9] heeft daarbij verklaard dat het ergste was dat zij zwanger was en dat dus gewoon niet wilde en dat hij dat niet begreep. Ze heeft het zonder condoom gedaan omdat de klanten het wilden en het van [verdachte] moest. Eigenlijk werkte ze gewoon met tegenzin [69] .
[naam 8] heeft hierover verklaard dat zij zich zorgen maakte over [naam 9] omdat zij heel vaak op bed lag. Zij is een keer toen [verdachte] weg was en bij [naam 9] gaan kijken en toen lag [naam 9] te huilen [70] .
Tijdens een prostitutiecontrole op 22 juli 2013 werd [naam 9] aangetroffen en gehoord, zij moest tijdens het gesprek herhaaldelijk huilen en was heel nerveus. Zij ging er mee akkoord dat zij naar een veilige plaats werd overgebracht [71] .
Als [verdachte] erg boos was, schreeuwde hij, sloeg hij met zijn vuisten tegen de muur en gooide hij de deur dicht. Ze vond hem dan heel agressief en was dan bang van hem [72] . Bij de rechter-commissaris heeft [naam 9] verklaard dat zij zich kan herinneren dat [verdachte] de meeste tijd boos was en dat hij een zwart pistool in zijn bezit had [73] .
[naam 7] heeft verklaard dat [naam 21] , [verdachte] en [naam 10] vuurwapengevaarlijk zijn en dat zij gewoon mensen inschakelen om je te zoeken. [74]
[naam 6] heeft verklaard over een situatie dat hij met [verdachte] en [naam 10] in een kamer in hotel [naam 32] in Apeldoorn zat en dat was gebleken dat [naam 8]
(= [naam 8] )een klant had gehad die zonder medeweten van [verdachte] was geregeld. [naam 8] kwam via het terras de kamer in en [verdachte] zei toen tegen [naam 6] dat hij even naar buiten moest, omdat ze iets moesten overleggen. Het was een redelijk dreigende situatie. Even later kwamen [naam 10] en [verdachte] naar buiten en toen zei [verdachte] dat ze ( [naam 8] ) niet moest denken dat ze zelf afspraken kon maken. Hij zei ook nog dat ze niet moest denken dat ze voor zichzelf kon beginnen [75] .
Getuige [naam 33] heeft verklaard dat hij [naam 8] een paar jaar geleden enkele keren heeft ontmoet en hij ook haar privénummer had gekregen. Later is hij een keer gebeld door iemand die zei dat [naam 33] geen contact meer mocht hebben met [naam 8] . Die persoon bedreigde hem en dreigde de boel in de brand te steken [76] .
Organisatie prostitutiewerkzaamheden
[naam 8] heeft verklaard dat [naam 10] de afspraken inplande als zij bezig was, dat [naam 10] altijd aanwezig was en hij haar ook wel ophaalde [77] . Ze werkte ook als ze ongesteld was en gebruikte dan speciale tampons die ze betaalde met het werkgeld [78] . [naam 8] werkte nadat ze was gestopt bij [naam 30] zes dagen in de week in de prostitutie, meestal van elf uur 's ochtends tot tien uur 's avonds [79] .
In het begin regelden [verdachte] en [naam 10] de condooms en later [naam 34] . Ze kwam aan klanten via een advertentie op kinky.nl. Ze kende die site niet, maar [verdachte] en [naam 10] hadden haar verteld dat er een advertentie op Kinky geplaatst zou worden. Zij zouden de advertentie maken. Ze moest hen een foto van haarzelf sturen. Dat heeft ze ook gedaan, ze heeft de foto naar [verdachte] gestuurd. Toen is de eerste advertentie gemaakt. [verdachte] of [naam 10] heeft de tekst bedacht [80] .
In het begin op de camping, moesten klanten naar een supermarkt in het dorp rijden en bellen dat ze er waren. Zij werd dan door [verdachte] en [naam 10] naar die supermarkt gebracht, waar ze bij de klant in de auto stapte en met de klant naar het chalet reed. Later kwamen de klanten op de camping. Ze haalde ze op, op een afgesproken punt. Ze heeft van [verdachte] andere meisjes wel eens uit moeten leggen hoe het werkt en hoe je met een klant om moet gaan, o.a. [naam 9]
(lees: [naam 9] ).
De namen waaronder [naam 8] heeft gewerkt zijn eerst [naam 8] en op de [adres 7] werd het [naam 8] . Beide namen waren bedacht door [verdachte] of [naam 10] . Vanaf de [adres 7] , [naam 8] en later veranderd in [naam 8] en na de inval in [naam 35] . [81]
Ook [naam 9] heeft verklaard dat [verdachte] de namen bedacht en dat hij ook de telefoons bezat waarop [naam 8] en zijzelf gebeld werden door klanten [82] .
Eerst maakte ze zelf de afspraken maar [verdachte] vertrouwde het niet en heeft toen de telefoon genomen om afspraken te maken met klanten. [verdachte] maakte de afspraken met de klanten en bepaalde ook de prijs. Ze ging naar klanten met de auto. Soms reed [verdachte] en soms reed de vriend van [verdachte] . De vriend van [verdachte] heet [naam 10] .
Tijdens de afspraak stond [verdachte] of de vriend te wachten, en als het klaar was reden ze weer terug. De klant betaalde haar en zij moest vervolgens het geld aan [verdachte] geven. [verdachte] had haar op verschillende sites gezet. De vriend van [verdachte] heeft de foto gemaakt in het flatje. De vriend van [verdachte] zat daar maar een beetje in huis. Hij was daar om op te letten als er klanten waren, als klanten iets deden of agressief werden, moest hij ingrijpen. Zij moest van [verdachte] een keer een triootje doen met [naam 8] . [verdachte] was iemand die alles bepaalde voor haar, omdat ze niks durfde te zeggen [83] .
[naam 7] heeft verklaard dat hij wel eens mee is geweest met [verdachte] , [naam 26] en [naam 21] om daar een kamer te reserveren bij [naam 32] [84] . Ook heeft hij verklaard dat hij in januari 2014 bij [verdachte] thuis was toen de prostitutietelefoon ging. Hij hoorde dat [naam 10] met een vrouwenstem een afspraak maakte [85] .
Uit de registraties van reserveringen van het hotel [naam 32] in Apeldoorn over de periode januari 2013 tot en met 3 maart 2015 blijkt onder andere van:
  • 1 registratie op naam van [verdachte] , ten name van [naam 8] , ingecheckt met een rijbewijs van [naam 36] , wonende [adres 1] ,
  • 7 registraties, waarvan 3 maal de reserveringen zijn geannuleerd. Bij het inchecken werd het rijbewijs getoond van [verdachte]
  • 15 registraties op naam van [naam 10] , [adres 1] . Bij inchecken werd ID-kaart van [naam 10] getoond;
  • 4 registraties op naam van [naam 8] , waarvan 1 annulering
[naam 6] heeft verklaard dat hij al eens had gehoord dat [naam 21] en [verdachte] aan het pooieren waren en in januari 2014 kreeg hij er zelf wetenschap van, want hij kwam toen vaker thuis bij [naam 21] op de [adres 1] . [verdachte] heeft hem toen een keer gevraagd om mee te gaan om een hotelkamer te huren. [naam 6] is toen met [verdachte] meegereden naar [naam 32] . Hij had geld van de vrouw van [naam 21] gekregen en [naam 10] had zijn komst al aangekondigd. [naam 6] heeft de meisjes wel eens ontmoet, vooral [naam 8] [87] .
[verdachte] bood aan om het huis van [naam 6] aan de [adres 7] over te nemen. Daar zouden ze dan een bordeel runnen. Hij heeft zijn flatje ter beschikking gesteld en toen hebben ze alles weggegooid en de flat opnieuw ingericht en twee weken later was er een bordeel. Van de dames die in zijn woning werkten was er één half Chinees en zij kwam uit Apeldoorn [88] .
[naam 6] heeft verklaard dat [naam 8] de hoer speelde voor [verdachte] , en [naam 10] beantwoordde veel de telefoon om afspraken te maken en hij deed zich aan de telefoon ook voor als vrouw.
Het geld wat [verdachte] had, kwam bij [naam 8] vandaan. Dat heeft [verdachte] hem verteld. Zij was op enig moment de enige die voor hem werkte. [89]
[naam 6] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat [bijnaam] de telefoon opnam met een piepstem, dat was zo beslist door [verdachte] . [verdachte] was de baas, hij duldde geen tegenspraak. [bijnaam] of [verdachte] had de telefoon op zak. Als de afspraak gemaakt was, werd [naam 8] gebeld. Toen het huis van [naam 6] was overgenomen, waren [bijnaam] of [naam 15] altijd in de buurt. Dat was dreigend. [naam 8] werd gewoon bewaakt en in de gaten gehouden. Dat was zo in [naam 37] en op de [adres 7] . Het was net geen cel, aldus [naam 6] [90] .
Op 28 januari 2014 heeft de politie een bij de familie [verdachte] in beslag genomen, van diefstal afkomstige BMW [kenteken 6] onderzocht. In de auto worden verschillende papieren aangetroffen, waaronder een pro forma rekening van hotel [naam 32] , t.n.v. [verdachte] en een nota motorrijtuigenbelasting gericht aan [naam 8] alsmede een rekeningoverzicht elektra en gas voor een kavel [nummer 1] . Ook een papier met telefoonnummers met daarbij genoemd tijdstippen en bedragen wordt aangetroffen alsmede lege condoomverpakkingen en gebruikte condooms en een houten knuppel [91] .
[naam 8] heeft naar aanleiding van de in beslag genomen BMW [kenteken 6] verklaard dat deze auto eigendom is van [naam 21] en dat zij vaker auto’s op naam heeft gehad die eigendom zijn van [naam 21] en dat zij zelf niet in deze auto’s reed. [naam 8] schrok van het feit dat uit informatie van de RDW was gebleken dat zij in de afgelopen twee jaar 20 auto’s op haar naam heeft gehad. Zij heeft daarover nog verklaard:
ik laat mijn tas met rijbewijs wel eens liggen bij [naam 21] . Ik heb daar echter nooit toestemming voor gegeven om zoveel auto's op mijn naam te zetten.(…)Ook als ik enveloppes kreeg van de belastingdienst gaf ik deze aan [naam 21] . Hij regelt dit dan. [92]
Tijdens een observatie bij het adres [adres 7] op 28 april 2014 constateerden politieambtenaren dat [verdachte] en [naam 21] aan kwamen scheuren, ieder in een personenauto. Korte tijd later kwam er een meisje met donker haar uit de woning en duidelijk hoorbaar stuurde [naam 21] haar weg met de woorden: "Daar staat politie. Zij gaan je volgen en als ze je stoppen zeg je niks." Daarna overhandigde [naam 21] de autosleutel van de auto [kenteken 7] . Ook [naam 15] en [naam 10] zijn tijdens deze observatie bij de woning gezien [93] .
Op 9 april 2014 heeft de politie contact met [naam 12] , die in een seksadvertentie diensten aanbiedt. [94] [naam 12] verklaart dat ze met mannen in een zomerhuisje op een camping in Beekbergen verblijft. [naam 12] wijst de locatie aan. Dit betreft camping [naam 38] te Beekbergen. Op aankloppen, wordt de deur geopend door [naam 10] . In de woning ziet de politie een grote hoeveelheid condooms, glijmiddel en keukenrollen liggen. [95] Het nummer van de caravan is [nummer 2] . [96]
Aangeefster [naam 12] heeft verklaard op 18 juni 2013 dat zij twee of drie keer als prostituee heeft gewerkt vanuit de caravan in Beekbergen. Die caravan was van [verdachte] of van [naam 21] . Als zij daar werkte, waren [verdachte] en [naam 26] ook aanwezig. [naam 21] kwam af en toe langs. Ze heeft er twee meiden ontmoet, waarvan er één de bijnaam [naam 39] heeft. De meiden waren daar om klanten te ontvangen [97] .
Ten aanzien van [naam 8]
Middelen
De rechtbank is van oordeel dat uit de voornoemde bewijsmiddelen volgt dat er sprake was van het middel dwang, dreiging met geweld of andere feitelijkheid.
heeft verklaard dat zij zich gedwongen voelde de prostitutiewerkzaamheden te (blijven) verrichten omdat anders [verdachte] , [naam 10] en/of [naam 21] boos werden.
Door meerdere getuigen is verklaard dat [verdachte] erg agressief kon worden. Verdachte en [naam 10] werden boos wanneer [naam 8] aangaf dat ze niet wilde of kon werken, omdat ze zich bijvoorbeeld ziek voelde. Ze dreigden de vriend van [naam 8] dood te schieten dan wel alles (af) te pakken wat haar lief is en een klant aan wie zij haar privételefoonnummer had gegeven werd telefonisch bedreigd.
heeft gezien dat verdachte en [naam 10] de beschikking hadden over een vuurwapen.
heeft verklaard dat zij haar prostitutiewerkzaamheden voor haar vriend en ouders verzweeg, een dubbelleven leidde en nergens met haar verhaal heen kon [98] . Wanneer [naam 8] niet wilde werken, kwamen verdachte en [naam 10] haar gewoon thuis ophalen. Aldus werd [naam 8] de vrees aangejaagd dat zij haar vriend of familie iets aan zouden aandoen en/of haar prostitutiewerk bekend zouden maken.
werkte in februari 2013 nog in de verpleging maar is hiermee na ongeveer twee maanden gestopt en volledig in prostitutie gaan werken omdat men haar zei dat ze zo meer kon verdienen [99] . [naam 8] en haar vriend hadden immers schulden en die wilde [naam 8] afbetalen.
werd door verdachte en [naam 10] enorm in haar bewegingsvrijheid beperkt; haar telefoons werden afgepakt, verdachte en [naam 10] regelden de afspraken en beheerden haar geld. Daarnaast werd [naam 8] bewaakt en was er altijd iemand bij haar in de buurt en zelfs in haar vrije tijd werd ze in de gaten gehouden.
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat eveneens sprake is van het misbruik maken van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik maken van een kwetsbare positie. Hierbij neemt de rechtbank eveneens de voornoemde passage uit het dagboek/blog van [naam 8] van 19 oktober 2013 in aanmerking.
Voor zover de verdediging in dit verband heeft gewezen op het Whats-app gesprek op 28 december 2014 tussen [naam 8] en een vriendin die zegt dat [naam 8] had gezegd dat zij haar werkzaamheden wel gaaf vond, gaat de rechtbank uit van de verklaring die [naam 8] hierover op 19 maart 2015 heeft afgelegd:
Ik heb haar altijd verteld dat ik het werk heel leuk vond om te doen. En zij wist dus zeg maar niet de andere kant van het verhaal. Dat wist niemand nog. En, rond die tijd wist niemand de situatie. Toen kon ik daar niet over praten. Dus ik maakte er van ja leuk en aardig, en alles was leuk. Terwijl er eigenlijk een hele andere kant aan zit Ik had niet het idee dat ik haar dat kon vertellen. Dit gesprek was toen ik nog bij mijn ouders was. Toen was het nog de vraag of ik me zou laten opnemen of niet. [100]
Voorts neemt de rechtbank hierbij nog in aanmerking hetgeen [naam 8] bij de rechter-commissaris heeft verklaard omtrent het feit dat ze eerder nooit tegen iemand heeft gezegd heeft dat ze bang was en de prostitutiewerkzaamheden tegen haar zin uitvoerde:
Ik kon geen kant op. Als ik liet tegen [naam 34] zei dan zouden [verdachte] , [naam 21] en opmerking [naam 10] het gelijk horen en dan was ik de Sjaak. Ik liet dat dus wel uit mijn hoofd. Ik ben er nooit voor uitgekomen omdat ik bang was voor [verdachte] , [naam 10] en [naam 21] . Pas bij de politie heb ik het hele verhaal pas voor het eerst verteld [101] .
Terzake van het verweer omtrent de betrouwbaarheid van de verklaringen van [naam 8] , overweegt de rechtbank het volgende:
De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van [naam 8] zoals zij die bij de politie heeft afgelegd consistent zijn, en dat zij in haar verklaring bij de rechter-commissaris de dwang en de rol van verdachte zwaarder aanzet. De rechtbank heeft dan ook nodige behoedzaamheid in acht genomen bij het gebruik van de ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde verklaring, en heeft deze verklaring, behoudens de voornoemde geloofwaardig geachte passage waarin zij uitlegt waarom zij nooit eerder over de dwang heeft gesproken, verder niet als bewijsmiddel gebruikt.
Handelingen
Het werven van [naam 8] als prostituee door middel van een advertentie evenals het vervoeren van [naam 8] acht de rechtbank eveneens wettig en overtuigend bewezen. [naam 10] en verdachte brachten haar naar klanten en haalden haar op. [naam 21] vervoerde haar naar escortafspraken.
Oogmerk van seksuele uitbuiting
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt, naar het oordeel van de rechtbank, dat [naam 8] seksueel is uitgebuit. Door verdachte en/of [naam 10] werden seksadvertenties gemaakt, condooms en speciale tampons verstrekt, werklocaties geregeld en afspraken gemaakt en ongeacht of [naam 8] nou wilde of niet, ziek of ongesteld was, door middel van dreigen met geweld en bekend te maken dat zij in de prostitutie werkte werd bewerkstelligd dat zij zich beschikbaar bleef stellen voor prostitutie. Het oogmerk van seksuele uitbuiting is gelegen in het feit dat het verdachte en de medeverdachten ging om financieel gewin. Dit is niet enkel uit de verklaringen van [naam 8] af te leiden maar ook uit de verklaringen van [naam 7] en [naam 6] .
De rechtbank merkt op dat een uitbuitingssituatie het ontbreken van vrijwilligheid veronderstelt. Dit wordt niet anders als prostitutiewerkzaamheden aanvankelijk op vrijwillige basis zijn gestart. Op enig moment is er immers sprake geweest van de toepassing van voornoemde dwangmiddelen en verkeerde [naam 8] ook niet (meer) in een situatie die gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
Voordeel trekken
Verdachte heeft tezamen met anderen voordeel getrokken uit de seksuele uitbuiting van [naam 8] . [naam 8] heeft verklaard dat zij op een gegeven moment al haar verdiensten aan [verdachte] of verdachte moest afgeven. Als [naam 8] geld nodig had moest zij dat vragen en wat ze dan kreeg was altijd veel minder dan ze had verdiend.
Dwingen of bewegen tot bevoordeling
De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat verdachte [naam 8] heeft gedwongen dan wel bewogen tot het afgeven van haar verdiensten. [naam 8] moest direct haar verdiensten aan verdachte of [naam 10] afstaan. Door [naam 8] op voornoemde wijze in haar bewegingsvrijheid te beperken bepaalden verdachte en [naam 10] wanneer en hoeveel klanten [naam 8] had.
Nauwe bewuste samenwerking
Bij de beantwoording van de vraag wanneer de samenwerking tussen verdachten zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen kan worden gesproken moeten de concrete omstandigheden van het geval worden beoordeeld. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Dat geldt in vergelijkbare zin indien het medeplegen – bijvoorbeeld in de vorm van "in vereniging" – een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving.
Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank overweegt dat de feiten en omstandigheden die uit de bewijsmiddelen naar voren komen voldoende zijn om te kunnen aannemen dat er sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, en zijn medeverdachten.
Pleegperiode
Gelet op het feit dat [naam 8] in eerste instantie op vrijwillige basis is gestart en er, gelet op alle feiten en omstandigheid, met een zekere geleidelijkheid steeds meer sprake was van dwang , gaat de rechtbank uit van haar uiting van die dwang zoals verwoord in haar dagboek/blog van 19 oktober 2013. De rechtbank neemt laatstgenoemde datum als aanvangsdatum van de uitbuiting en 19 december 2014, de datum dat [naam 8] haar polsen doorsneed om te kunnen stoppen met de prostitutiewerkzaamheden, als einddatum.
Ten aanzien van [naam 9]
Middelen
De rechtbank is van oordeel dat uit voornoemde bewijsmiddelen volgt dat er sprake is van dwang, dreiging met geweld of andere feitelijkheid.
wilde eigenlijk stoppen, deed de prostitutiewerkzaamheden met tegenzin, maar ging er mee door omdat verdachte dat wilde en anders boos werd en tegen haar ging schreeuwen. Zij was bang van verdachte.
Door meerdere getuigen is verklaard dat verdachte erg agressief kon worden als hij boos was.
Ook [naam 9] wilde, toen ze zwanger was, eigenlijk niet zonder condoom maar deed dat toch omdat verdachte het wilde en anders boos werd. [naam 9] heeft gezien dat verdachte en [verdachte] de beschikking hadden over een vuurwapen.
werd door verdachte maar ook door verdachte enorm in haar bewegingsvrijheid beperkt; haar telefoon werd afgepakt, verdachte en [naam 10] regelden de afspraken, reden haar rond en beheerden haar geld. De rechtbank neemt tevens nog in aanmerking dat [naam 8] huilend heeft aangetroffen en tijdens de prostitutiecontrole op 22 juli 2013 de verbalisanten de indruk hadden dat [naam 9] niet vrijwillig prostitutiewerkzaamheden verrichtte [102] .
Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat eveneens sprake is van het misbruik maken van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
Handelingen
Het vervoeren van [naam 9] oordeelt de rechtbank wettig en overtuigend bewezen.
Oogmerk van seksuele uitbuiting
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat [naam 9] seksueel is uitgebuit. Door verdachte en/of [naam 10] werden seksadvertenties gemaakt, werklocaties geregeld en afspraken gemaakt en ongeacht of [naam 9] nou wilde of niet of zwanger was. Door middel van verbaal geweld werd bewerkstelligd dat zij zich beschikbaar heeft gesteld voor prostitutie en dit ook bleef doen. Het oogmerk van seksuele uitbuiting is gelegen in het feit dat het verdachte en [naam 10] was te doen om financieel gewin. Dit is niet enkel uit de verklaringen van [naam 9] en [naam 8] af te leiden maar ook uit de verklaringen van [naam 7] en [naam 6] .
De rechtbank merkt op dat een uitbuitingssituatie het ontbreken van vrijwilligheid veronderstelt. Dit wordt niet anders als prostitutiewerkzaamheden aanvankelijk op vrijwillige basis zijn gestart. Op enig moment is er immers sprake geweest van de toepassing van voornoemde dwangmiddelen en verkeerde [naam 9] ook niet (meer) in een situatie die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin een mondige prostituee in Nederland pleegt te verkeren.
Voordeel trekken
Verdachte heeft tezamen met anderen voordeel getrokken uit de seksuele uitbuiting van [naam 9] . [naam 9] heeft verklaard dat zij al haar verdiensten aan [verdachte] of [naam 10] moest afgeven en dat ze maar een gedeelte terugkreeg.
Dwingen of bewegen tot bevoordeling
De rechtbank is op basis van het voorgaande van oordeel dat verdachte [naam 9] heeft gedwongen dan wel bewogen tot het afgeven van haar verdiensten. Door [naam 9] op voornoemde wijze in haar bewegingsvrijheid te beperken bepaalden verdachte en [naam 10] wanneer en hoeveel klanten [naam 9] had.
Nauwe bewuste samenwerking
Bij de beantwoording van de vraag wanneer de samenwerking tussen verdachten zo nauw en bewust is geweest dat van medeplegen kan worden gesproken moeten de concrete omstandigheden van het geval worden beoordeeld. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. Dat geldt in vergelijkbare zin indien het medeplegen – bijvoorbeeld in de vorm van "in vereniging" – een bestanddeel vormt van de delictsomschrijving.
Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank overweegt dat de feiten en omstandigheden die uit de bewijsmiddelen naar voren komen voldoende zijn om te kunnen aannemen dat er sprake is geweest van een nauwe en bewust samenwerking tussen verdachte en [naam 10] .
Pleegperiode
Gelet op de vorenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich gedurende de periode juni/juli 2013 tot 22 juli 2013 schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel ten opzichte van [naam 9] .
Ten aanzien van feit 6
Feit 2
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 24 mei 2012 registreerde [naam 34] [naam 14] de eenmanszaak [naam 14] aan de [adres 15] in Apeldoorn. [103] Op 15 december 2014 zette [naam 34] [naam 14] haar eenmanszaak bij de Kamer van Koophandel om naar een B.V. genaamd [naam 14] B.V.. [naam 34] [naam 14] was enig aandeelhouder van de B.V. [104]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen in de periode van 1 juli 2014 tot en met 3 februari 2015.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit voor vrijspraak van het witwassen wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
De periode
[naam 34] [naam 14] had [naam 13] , accountant, benaderd met de vraag of hij de administratie van de B.V. wilde doen. Uit een notitie van [naam 16] bleek dat [naam 34] [naam 14] de B.V. sinds 1 juli 2014 voerde. [105] Voorts blijkt uit zowel het saldo-overzicht [106] als het grootboekoverzicht [107] dat er vanaf 1 juli 2014 geldbedragen in- en afgeboekt werden, waaronder een lening van € 15.000.De rechtbank ziet deze lening derhalve als startkapitaal. Dit bedrag werd op 1 juli 2014 ontvangen. De rechtbank gaat, gelet op vorenstaande, uit van 1 juli 2014 als de werkelijke startdatum van de B.V.
De lening van € 15.000,- [naam 15]
Blijkens de administratie, heeft [naam 14] op 1 juli 2014 een lening van
[naam 15] van € 15.000,- ontvangen. [108] Er is een geldleningsovereenkomst opgesteld waarin is opgenomen dat [naam 15] aan [naam 14] een bedrag van € 15.000,- leende. De
€ 15.000,- moest op 1 juli 2018 zijn afgelost. In de overeenkomst was geen maandelijks termijnbedrag opgenomen. Voorts was de rente 0% en overschrijding van de betalingstermijn resulteerde in een opeisbare boete van 0% van het achterstallige bedrag. [109]
Uit onderzoek naar de herkomst van deze lening bleek dat [naam 15] een uitkering ontving. Zijn totale inkomsten in 2012 bedroegen € 15.647,-. Zijn inkomsten in 2013 bedroegen
€ 14.313,- en zijn inkomsten in 2014 bedroegen € 13.357,-. [110]
[naam 15] heeft verklaard dat hij een Wajong uitkering genoot van zo’n € 800,- per maand. Verder had hij geen inkomsten. Hij was alles meteen weer kwijt aan vaste lasten. Hij had geen eigen bankrekening in verband met zijn verleden. In 2009 of 2010 had hij een bedrag van € 12.000,- of € 13.000,- gekregen vanwege een uitkering met terugwerkende kracht. [111]
[naam 40] , de vriendin van [naam 15] , heeft verklaard dat het klopt dat [naam 15] in 2009 of 2010 een uitkering met terugwerkende kracht had ontvangen. Dat geld was volgens haar waarschijnlijk op. Al het geld van [naam 15] wordt op haar rekening gestort.
De verklaring van [naam 15] dat hij de € 15.000,- in delen van de rekening van [naam 40] had gehaald en thuis had bewaard, schuift de rechtbank als niet aannemelijk terzijde. [naam 15] moest van dit bedrag ook in zijn levensonderhoud voorzien. Dat hij, na een jaar kennelijk geen tot weinig uitkering te hebben ontvangen, ineens een bedrag van € 15.000,- uitleende aan een persoon die hij niet of nauwelijks kende, komt op de rechtbank niet geloofwaardig over. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat er in de overeenkomst geen maandelijks aflossingsbedrag was vastgelegd, dat er geen rente in rekening werd gebracht, en dat de overeenkomst geen boetebeding bevatte in het geval er sprake zou zijn van een betalingsachterstand. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat van een bedrag van € 12.000,- tot € 13.000,-, geen lening verstrekt kan worden ter grootte van € 15.000,-. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat er geen sprake is geweest van een geldlening, en dat de geldlenings-overeenkomst een schijnovereenkomst betreft, bedoeld om illegale geldstromen in de B.V. te kunnen brengen en vervolgens door middel van de geldlenings-overeenkomst te verantwoorden. Van een legale herkomst van het geldbedrag is niet gebleken.
De administratie van [naam 14]
De administratie van [naam 14] werd gedaan door [naam 34] . [112]
In de administratie werd een verschil aangetroffen tussen het ‘grootboek-overzicht’ en het ‘saldo-overzicht’. [113] In het ‘saldo-overzicht’ werd na iedere mutatie het actuele saldo weergegeven. Wanneer echter dezelfde volgorde zou worden gehanteerd binnen het ‘saldo-overzicht’ als het ‘grootboek-overzicht’ dan zou dit in het ‘saldo-overzicht’ leiden tot een negatief kassaldo. [114] In het ‘grootboek-overzicht’ werden diverse uitgaande geldstromen gepresenteerd op 1 september 2014 [115] terwijl deze uitgaven in het ‘saldo-overzicht’ gepresenteerd zijn op 2 september 2014. [116]
Blijkens de administratie werd op 1 juli 2014 een bedrag van € 20.000,- geboekt op de rekening ‘inkomen, voorraad (voor verkoop)’. [117] Dit is niet nader omschreven.
Op 16 september 2014 is blijkens het grootboekoverzicht een voertuig (Mercedes SL [kenteken 8] ) verkocht voor een bedrag van € 20.000,-. Dit geld is per kas ontvangen. [118]
Uit de administratie blijkt echter niet dat dit specifieke voertuig daadwerkelijk ingekocht is voor een gelijksoortige inkoopprijs. [119]
Op 14 juni 2014 (dus nog voor het opstarten van de B.V.) is de Mercedes met kenteken [kenteken 8] op naam van [naam 34] [naam 14] gezet. [120]
Uit onderzoek naar de inkomsten van [naam 34] [naam 14] is gebleken dat [naam 34] in 2013 een totaalinkomen van € 21.977,- had genoten en in 2014 een totaalinkomen van € 4.095,-. [121]
De rechtbank concludeert uit vorenstaande dat het niet mogelijk was dat [naam 34] [naam 14] op 1 juli 2014 een dergelijk hoog bedrag in de B.V. kon brengen.
De rechtbank heeft derhalve de overtuiging dat het opnemen van dit bedrag in de administratie bedoeld is als verhullingshandeling voor geld dat uit misdrijf is verkregen.
Ten aanzien van het startkapitaal van [naam 14] op 1 juli 2014 van in totaal
€ 35.000,- zijn, gelet op vorenstaande, geen legale bronnen aan te wijzen.
De verkochte auto’s
Er is onderzoek gedaan naar de advertentiegegevens op Marktplaats.nl met betrekking tot de aangeboden auto’s van [naam 14] B.V.. Deze gegevens zijn vergeleken met de in de bedrijfsadministratie gerapporteerde omzet, waarbij bleek dat in ten minste vijf gevallen de gerapporteerde omzet hoger was dan de prijs voor het voertuig in de advertentie. [122]
Een Mini Cooper met kenteken [kenteken 9] stond van 27 september 2014 tot en met 11 oktober 2011 op naam van [naam 11] . Blijkens de administratie van [naam 14] was de auto op 27 september 2014 voor € 2.000,- euro gekocht. Op 11 oktober 2014 blijkt volgens de grootboekadministratie dat er een bedrag van € 3.500,- euro voor de auto is ontvangen. Op 11 november 2014 zou hier nogmaals een bedrag van € 3.500,- euro voor zijn ontvangen. Dit zou totaal een bedrag van 7.000,- euro zijn. De vraagprijs van de auto op de Marktplaatsadvertentie bedroeg € 3.349,-. [123] De Mini Cooper werd op 11 oktober 2014 verkocht aan [naam 17] . [124] [naam 17] heeft verklaard dat hij zijn Fiat Ducato
met kenteken [kenteken 10] voor € 4.000,- aan [naam 14] heeft verkocht. [naam 14] ruilde deze auto voor een Mini Cooper met kenteken [kenteken 9] en betaalde € 500,- contant bij. Dit was contant in briefjes van € 50,-. [125] De waarde van de Mini Cooper is derhalve
€ 3.500,-.
Blijkens de administratie van [naam 14] is er op 11 oktober 2014 door [naam 14] inderdaad een Fiat Ducato ingekocht. [126] Dit leidt volgens de administratie tot afname van het kasgeld van € 4.000. De herkomst van de € 3.500,- op 11 november 2014 blijft onbekend.
Een Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 11] stond van 22 september 2014 tot en met 26 september 2014 op naam van [naam 11] . Deze auto was blijkens de administratie op 22 september 2014 ingekocht voor € 6.500,-. Volgens de grootboekadministratie was hiervoor op 26 september 2014 een bedrag van € 4.500,- per kas ontvangen. Op 26 september 2014 zou hiervoor nogmaals een bedrag van € 6.000,- zijn ontvangen. Dat maakt een totaalbedrag van € 10.500,-. Blijkens de Marktplaatsadvertentie was de vraagprijs € 5.945,-. [127] De betreffende Golf stond vanaf 26 september 2014 op naam van [naam 18] . [128]
[naam 18] heeft verklaard dat de Golf te koop stond voor € 5.500,-. Op het adres van de site op Marktplaats was een vrouw aanwezig, ze zei dat haar man de eigenaar van het bedrijf was. Zij verwees hem door naar een ander adres, daar waren drie mannen aanwezig: een vader en zoon en een Molukse man. [naam 18] heeft € 4.500,- voor de auto betaald. Hij heeft het bedrag contant betaald. Hij heeft ook een auto ingeruild. [129] Het eerste adres waar [naam 18] was, bleek de [adres 1] in Apeldoorn te zijn. Het tweede adres was de [adres 15] in Apeldoorn. [130] Het bedrag dat [naam 18] noemt, komt overeen met de factuur die hij heeft ontvangen. [131] De herkomst van de overige € 6.000,- aan kasgelden blijft derhalve onbekend.
Tijdens een doorzoeking in de [adres 15] in Apeldoorn, werden diverse facturen aangetroffen. [132] Voor de betreffende Golf waren verschillende facturen waar verschillende bedragen op stonden. Op het ene document stond ‘4.500+ 1.500 via inruil 6.000’. Op het andere document stond ‘4.500’. [133]
Een BMW uit de 3-serie met kenteken [kenteken 12] stond van 27 september 2014 tot en met
7 oktober 2014 op naam van [naam 11] . Volgens de administratie van [naam 14] is de auto op 27 september 2014 ingekocht voor € 2.800,-. Op 7 oktober 2014 is volgens de administratie € 3.300,- voor de auto ontvangen per kas. Op 13 oktober 2014 is nogmaals een bedrag van € 3.300,- per kas ontvangen. De vraagprijs bleek volgens Marktplaats € 3.499,-. [134] De betreffende BMW stond vanaf 7 oktober 2014 op naam van
[naam 19] . [135]
Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres 16] in Apeldoorn, werd een factuur aangetroffen met het kenmerk ‘2.700+ Seat Leon 600’. [136]
[naam 19] heeft verklaard dat hij de betreffende BMW rond 7 oktober 2014 kocht. Dat was aan de [adres 16] in Apeldoorn. Hij betaalde € 2.200,- contant en ruilde zijn Seat Leon in. Hij kon niet pinnen in het bedrijf. De auto stond voor € 3.495,- te koop aangeboden. Er waren daar drie mannen, een jongeman, een oudere man en een donkere man. Het telefoonnummer dat gebruikt werd, was [telefoonnummer 2] . Geconfronteerd met de verkoopfactuur verklaarde [naam 19] dat iemand het bedrag veranderd heeft in € 2.700,-. [137]
Uit de grootboekadministratie van [naam 14] blijkt dat door [naam 14] op 7 oktober 2014 een Seat Leon werd ingekocht voor € 600,-. Blijkens de grootboekadministratie is € 6.600,- ontvangen voor de BMW. [138] De herkomst van de resterende € 3.800 is onbekend gebleven.
De rechtbank concludeert uit vorenstaande dat niet is gebleken van een legale herkomst van het bedrag van € 14.800,-. In de administratie van de B.V. zijn inkoop- en verkoopbedragen aangepast zodat er crimineel geld in de B.V. kon worden gebracht. De administratie van een onderneming is voor buitenstaanders het instrument bij uitstek om een beeld van de onderneming te krijgen. Door bedragen al dan niet dubbel in de administratie op te nemen of te veranderen hebben zij de schijn van legaliteit gekregen. Het is in eerste instantie de administratie waarop een buitenstaander zijn oordeel over een onderneming zal baseren. In zoverre kan de administratie als verhullingsinstrument worden gezien. Dit geldt eveneens ten aanzien van de resultaatcorrectie voorraadwaardering.
Conclusie met betrekking tot de niet te herleiden gelden
In totaal betreft het een bedrag van € 48.300,- dat niet kan worden herleid naar een legale herkomst. Derhalve is naar het oordeel van de rechtbank geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld middellijk of onmiddellijk afkomstig is uit enig misdrijf, en in Autobedrijf [naam 14] B.V. is ingebracht teneinde die criminele herkomst te verhullen.
[naam 34] [naam 14]
Ten aanzien van de betrokkenheid van [naam 34] bij het witwassen, overweegt de rechtbank als volgt. [naam 34] is enig aandeelhouder en bestuurder van de B.V. [naam 34] huurde bovendien het pand en betaalde de huur elke maand contant. [139]
Zij heeft de B.V. opgezet dan wel gebruikt om te kunnen faciliteren dat het geld, dat verdiend werd door de criminele organisatie, wit te wassen.
[naam 14] B.V.
Zoals reeds uit vorenstaande is gebleken, werd de B.V. gebruikt om criminele gelden in te brengen en wit te wassen. Het witwassen heeft plaatsgevonden in de sfeer van de rechtspersoon. Immers [naam 34] [naam 14] , enig aandeelhouder van de B.V. heeft hierin een grote rol gespeeld. Zij verzorgde de administratie van de B.V. en heeft onder andere daarmee de herkomst van crimineel geld verhuld. Gelet hierop concludeert de rechtbank dat het opzettelijk veranderen van de administratie aan de rechtspersoon kan worden toegerekend.
[naam 15]De rechtbank overweegt dat [naam 15] , door mee te werken aan deze overeenkomst, bewust heeft gefaciliteerd dat de herkomst van crimineel geld via de geldleningsovereenkomst met [naam 34] [naam 14] kon worden verhuld. [naam 15] heeft zich derhalve schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen. Omdat [naam 15] eveneens betrokkenheid had bij de criminele organisatie, wist hij dat het om geld uit enig misdrijf ging. Hij heeft zich derhalve schuldig gemaakt aan opzetwitwassen.
[verdachte] en [naam 21]
[verdachte] deed de verkoop van auto’s. [140] Uit een tapgesprek blijkt dat [verdachte] tegen [naam 36] [rechtbank: [naam 36] , de vriendin van [verdachte] ] zegt dat hij er klaar mee is en dat hij morgen het hele autobedrijf gaat verkopen. [141] In een andere telefoongesprek zegt [naam 36] tegen [verdachte] : ‘Nou gewoon, dat de zaak op haar naam staat.’ Iets later zegt ze: ’ [naam 34] heeft contact met je moeder. De zaak staat op haar naam. [142] Op een verzekeringsaanvraag van [naam 14] staat als adres opgegeven de [adres 1] in Apeldoorn. Uit deze aanvraag blijkt dat de eigenaar van het bedrijf de branche vreemd is maar dat haar vriend wel ervaring heeft in de autohandel. Ze werken samen. Voorts blijkt dat de autosleutels worden bewaard in de kluis onder de trapkast van het betreffende pand. [143]
[naam 16] heeft verklaard dat alleen [naam 34] [naam 14] en haar vriend betrokken zouden zijn bij [naam 14] . De vriend van [naam 34] zou in loondienst komen. [144]
Blijkens de administratie van [naam 14] stond [verdachte] als werknemer genoteerd. [145]
Blijkens de getuigenverklaringen van [naam 18] en [naam 19] , waren er bij [naam 14] een vader en een zoon aanwezig.
Uit een tapgesprek blijkt dat [naam 21] telefonisch opdracht gaf aan [naam 42] dat er
€ 2.000,- op [naam 34] rekening moet komen te staan en dat de belasting aan [naam 34] zal worden betaald. [naam 34] kan dat vervolgens weer in de zaak pompen. [146]
Op Marktplaats werd geadverteerd voor autohandel [naam 14] . Bij de advertentie stond het e-mailadres vermeld [emailadres 1] . [147] [emailadres 1]is het e-mailadres dat [naam 21] gebruikt. [148]
Voorts is gebleken dat in de periode 22 augustus 2014 tot en met 8 september 2014 11 vrijwaringsbewijzen zijn gemaild van het e-mail adres van [naam 34] [naam 14] naar het e-mail adres van [naam 21] . [149]
[naam 6] heeft verklaard dat het geld van [verdachte] van de hoeren naar [naam 21] ging. [naam 21] kocht er auto’s en sieraden voor. Het geldbedrag van de autohandel lag boven. Ook lag er een bedrag van zo’n € 15.000,- bij de moeder van de vrouw van [naam 21] . [150] Voorts verklaarde [naam 6] dat alle auto’s die hij op naam had staan, gekocht waren door [naam 21] . [151]
Op internet staat als telefoonnummer van [naam 14] genoteerd het nummer [telefoonnummer 3] . Dit nummer staat op naam van [naam 21] . [152]
[naam 8] heeft verklaard dat [verdachte] een zwarte Mini Cooper had gekocht. [naam 34] had deze op haar naam. Zij reed er bijna niet in. Ook was er een andere Mini Cooper. Deze was lichtgroen. [naam 8] moest deze auto op naam zetten en ze gaven niet op tot ze dat deed. [verdachte] en [naam 21] reden in de auto. Zij hadden ook de kentekenpapieren. [153]
Conclusie
De rechtbank acht, gelet op vorenstaande wettig en overtuigend bewezen, dat [naam 34] [naam 14] , [naam 14] , [naam 21] en [verdachte] tezamen en in vereniging, in de periode van 1 juli 2014 tot en met 3 februari 2015 in Apeldoorn een gewoonte hebben gemaakt van witwassen van in totaal € 48.300,-.
Ten aanzien van feit 7
Criminele organisatie
Om te kunnen spreken van een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht moet vaststaan dat er een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband is tussen twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad. Van dat laatste kan sprake zijn als die personen volgens de door hen gestelde regels en voor het door hen gestelde doel willen samenwerken en vervolgens daartoe tegenover derden als een eenheid zijn opgetreden. Dat kan onder meer blijken uit de onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het deelnemen aan een criminele organisatie gelet op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
Het standpunt van de verdediging
Nu de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor alle feiten waarop de ten laste gelegde deelname aan een criminele organisatie ziet, moet verdachte tevens van dit feit worden vrijgesproken, aldus de raadsman.
Beoordeling door de rechtbank
Uit de in dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen blijkt, dat verdachte gedurende de periode
1 oktober 2013 tot en met 3 februari 2015 heeft samengewerkt met anderen bij het plegen van afpersingen. Voorts blijkt dat verdachte, [naam 21] , [naam 10] , [naam 15] , [naam 24] , [naam 34] [naam 14] en [naam 14] B.V. samen een crimineel organisatie vormden. Zij traden naar buiten op als eenheid, door verdachte en zijn medeverdachten werden misdrijven gepleegd, en er was sprake van een zekere taakverdeling tussen deze personen.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt:
[naam 6] heeft verklaard: [naam 24] werkt voor [verdachte] en [naam 21] . [naam 21] en [verdachte] doen niets zelf daar hebben ze mannetjes voor. [naam 24] is de spieren, zeg maar het pistool. Ze communiceren onderling heel weinig via de telefoon. [naam 1] werd bedreigd ook via zijn telefoon [154] .
Tevens heeft [naam 6] verklaard dat [verdachte] het geld krijgt van de hoeren en dat dit geld vervolgens naar [naam 21] gaat die daar auto’s voor koopt en soms ook wel sieraden. Die auto’s en sieraden worden dan weer verhandeld door [verdachte] en [naam 21] . Het lijkt allemaal los van elkaar te staan maar alle puzzelstukjes vallen op de plaats als je ze wat beter kent. Ze verdienden ook met afpersing [155] . [naam 10] is een beetje de loopjongen van [naam 21] en van [verdachte] . Hij doet alles wat hem gezegd wordt door [naam 21] en [verdachte] .
De generaal is [naam 21] en net daaronder zit [verdachte] . Als [naam 10] bij [verdachte] is, kun je hem
zien als een soort officier, maar zonder [verdachte] is [naam 10] ook alleen maar een uitvoerder. [naam 15] was er constant bij. [naam 24] en [naam 10] zijn onderaan de ladder de loopjongens [156] .
Getuige [naam 1] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat [naam 21] de opdracht gaf om het pistool op zijn hoofd te zetten en dat [naam 24] zijn hulpje was. [naam 24] volgde de bevelen van [naam 21] op [157] .
[naam 5] heeft verklaard bij de rechter-commissaris dat hij [naam 21] en [verdachte] uit de autohandel kent. Van [naam 24] ( [naam 24] ) heeft hij wel eens auto’s gekocht, althans die stonden op naam van [naam 24] . [naam 15] en [naam 10] liepen mee met de jongens [158] .
Uit de verklaringen van [naam 8] over de rolverdeling komt naar voren dat [verdachte] en [naam 21] de regie hadden over alles. [naam 10] was de rechterhand van [verdachte] en [naam 15] deed de was en de boodschappen en kookte. [naam 15] zat ook onder de plak en mocht ook niet naar huis toen hij ziek was [159] .
[naam 9] heeft nog verklaard dat [naam 10] de loopjongen was van [verdachte] en alles deed wat [verdachte] zei [160] .
[naam 7] heeft onder andere verklaard dat hij niet weg kon bij de [verdachten] , omdat ze zijn paspoort hadden afgepakt [161] . Na zijn detentie werd hij opgehaald door de [verdachten] . Hij moest bij hun woning aan de Winkeweijertlaan in een caravan naast de schuur slapen. [naam 21] heeft tegen hem gezegd dat hij zich niet meer bezig moest gaan houden met auto’s, maar dat oplichten zijn taak was. [162] Ook verklaart hij dat hij niet weg mocht bij de [verdachten] en door hen werd bedreigd “Je hoort hierbij. Als jij niet doet was ik zeg, dan snij ik persoonlijk je strot eruit” en “Als je niet luisteren wil, dan schieten we een kogel door je kop” [163] .
Uit de telefoontaps op 16, 17, 18, en 19 januari 2015 en 2 februari 2015 kan worden afgeleid dat [naam 34] [naam 14] , [naam 10] en [naam 15] verantwoording afleggen aan [verdachte] met betrekking tot prostitutiewerkzaamheden over de klanten en verdiensten en dat [verdachte] ook degene is die de verdiensten incasseert [164] .
Uit de telefoontaps van 27, 28 en 31 januari 2015 tussen [naam 21] en [verdachte] , [naam 43] (vrouw van [naam 24] ) en [naam 44] komt naar voren dat [naam 21] mensen aanstuurt om het een en ander voor hem te regelen [165] .
Uit het onderzoek van de e-mail inbox van [naam 34] [naam 14] komt naar voren dat een groot aan tal e-mails met betrekking tot de autohandel vanuit de box van [naam 34] [naam 14] werden doorgezet naar het emailadres [emailadres 2] en [emailadres 1] . Ook aanmaningen van incassobureaus en een bezwaarschrift met betrekking tot een dwangsom wegens illegale prostitutie werden op deze wijze doorgezet [166] .
Uit het onderzoek met betrekking tot de financiële handelingen van [naam 14] , waarin tevens werd onderzocht naar wie de eindverantwoordelijke was, wie daadwerkelijk het bedrijf runde en wie daarin een ondergeschikte rol had, kwam het volgende naar voren.
Op internet werd gezocht op de term “ [naam 14] ”. Een van de contactgegevens die hierbij naar boven kwam is het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Blijkens gegevens afkomstig van het Centraal lnformatiepunt Telecommunicatie staat dit telefoonnummer op naam van [naam 21] , woonachtig aan de [adres 1] te Apeldoorn [167] . Dit adres werd opgegeven als bedrijfslocatie voor [naam 14] bij een verzekeringsaanvraag bij het bedrijf AEGON [168] .
Op dinsdag 3 februari 2015 werd doorzoeking ter inbeslagname gehouden aan de [adres 16] te Apeldoorn Daar is diverse administratie betrekking hebbende op [naam 14] B.V. in beslag genomen Tussen deze administratieve bescheiden bevinden zich diverse stukken ondertekend met de naam, dan wel een handtekening, waaruit de naam ‘ [naam 21] ” af te leiden valt [169] .
Bankrekening [rekeningnummer 3] staat op naam van [naam 45] .
[naam 45] is de dochter van [naam 21] en is tevens woonachtig aan de [adres 1] te Apeldoorn. Na onderzoek van dit bankrekeningnummer (p. 5888-5889) in de periode 1 april 2013 tot en met 31 december 2014 blijkt onder andere een vijftal betalingen te zijn gedaan van € 352,11 met betrekking tot de lease van een Mini Cooper met kenteken [kenteken 13] . Deze Mini Cooper wordt conform de overeenkomst met BMW Financial Services gekocht door de eenmanszaak van [naam 34] [naam 14] met de handelsnaam [naam 46] . Blijkens gegevens van de kamer van koophandel is [naam 46] een voormalige handelsnaam vallende onder vestigingsnummer [nummer 3] . Onder dit vestigingsnummer is ook de handelsnaam “ [naam 14] ” gebezigd, alvorens de eenmanszaak “ [naam 14] ” werd omgezet naar de besloten vennootschap “ [naam 14] B.V.” [170] .
Uit de bankrekening [rekeningnummer 3] blijken twaalf overschrijvingen naar Stichting Zorgzaam Atlant met betrekking tot de huur van de [adres 1] te Apeldoorn. Verhuurder [naam 47] verklaarde dat hij het pand had verhuurd aan [naam 21] , geboren op 27 augustus 1965 en een kamer aan [verdachte] [171] .
Verdachte heeft, gelet op hetgeen uit bovenstaande bewijsmiddelen naar voren komt, een wezenlijke bijdrage geleverd aan de criminele organisatie. Verdachte had een leidinggevende rol binnen de organisatie, hij werd door medeverdachten en getuigen de “baas”, “generaal” of de “directeur” genoemd. Verdachte bepaalde de regie, met name ten aanzien van de mensenhandel. Gelet op de duurzaamheid en de bestendigheid van de samenwerking met medeverdachten, hun gezamenlijke oogmerk en de bijdrage van verdachte daaraan, acht de rechtbank verdachte deelnemer aan een criminele organisatie die het oogmerk had het plegen van oplichting, afpersing, mensenhandel en gewoontewitwassen. Het bewijs van het opzet, zowel op de deelname aan de organisatie, als op het oogmerk van deze organisatie, volgt uit de voornoemde bewijsmiddelen en hetgeen over de rol van verdachte is overwogen.
Ten aanzien van parketnummer 05/780045-15
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van het onder de feiten 1 en 2 ten laste gelegde gelet op de bewijsmiddelen in het dossier en vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit nu uit de bewijsmiddelen niet is vast te stellen dat verdachte bij deze strafbare feiten is betrokken.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank beschikt over onvoldoende bewijs om te kunnen oordelen dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal van [naam 22] en [naam 23] alsmede het witwassen in de ten laste gelegde periode. Enkel de modus operandi als steunbewijs voor de verklaringen van [naam 8] oordeelt de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen. Daarom zal verdachte dan ook van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde worden vrijgesproken.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte van parketnummer 05/780045-15 het ten laste gelegde onder de feiten 1 primair, 3 primair, 4, 5, 6 en 7 heeft begaan, te weten dat:
1. primair.
hij op
de periode van24 december 2013
tot en met 10 januari
2014te Apeldoorn,
althans te Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander
ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [naam 1]
te dwingen
tot de afgifte van (een) geldbedrag(en) van 25.000,- euro
en/of 15.000,- euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval van enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam 1] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), danwel die
[naam 1] te dwingentot het aangaan van een schuld, welk geweld en
/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond
(en
)- zakelijk weergegeven - dat
verdachte en/of verdachtes mededader(s)
- een kop koffie bij die [naam 1] in het gezicht gooide en
/of (vervolgens
)
- een pistool, althans een op vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd,
althans tegen het lichaam,van die van [naam 1] heeft gezet en
/ofgehouden en
daarbij de woorden heeft geuit "zeg dat je betaalt, anders haal ik de trekker
over' en
/of (vervolgens
)
-
(terwijl die [naam 1] werd vastgehouden
)één of meerdere klap
(pen
)tegen het
hoofd,
althans tegen het lichaam,van die [naam 1] heeft gegeven;
3 primair.
hij op
een of meertijdstippen in of omstreeks de periode van 31 januari 2014
tot en met 15 februari 2014 te Harskamp en
/ofte Apeldoorn,
althans te
Nederland,tezamen in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
(telkens
)met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en
/ofeen valse hoedanigheid
en/of door
listige kunstgrepenen
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, de
houtzagerij de [naam 4] ,
althans a [naam 4] , heeft/hebben bewogen
tot de
afgifte van een hoeveelheid hout
(voor
een totaal bedrag van ongeveer
34.743,99 euro, althansenig geldbedrag
)hierin bestaande dat verdachte en/of
zijn medeverdachte
(n
)met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
opzettelijk valselijk
en/of listiglijken
/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met
de waarheid heeft/hebben verteld aan de houtzagerij de [naam 4] ,
- dat hij, verdachte of één van zijn mededader
(s
), E.M.J. [naam 1] en
/ofde
eigenaar van [naam 3] was en
/ofbereikbaar op telefoonnummer [telefoonnummer 1] ,
en
/of (tevens
)
- een KvK-uittreksel van het bedrijf [naam 3] heeft/hebben getoond en
/of
- dat hij/zij een partij hout nodig had(den) voor een nieuw te bouwen schuur
en
/of
-
het aankoopbedrag ten bedrage van 34.743,99 euro, althansenig geldbedrag,
op zondag 2 februari 2014 gestort zou worden op het bankrekeningnummer
behorende bij deze houtzagerij en
/of
- het benodigde hout op een aanhangwagen heeft/hebben geladen en daarmee weg
is/zijn gereden en
/of
-
(vervolgens
)diverse materialen heeft/hebben opgehaald en
/ofdeze op de
aanhangwagen heeft/hebben geladen en
/ofdaarmee is/zijn weggereden, waardoor
de houtzagerij de [naam 4] ,
althans [naam 4] , (telkens
)werd
bewogen tot bovenomschreven afgifte.
4.
hij in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2013 tot en met 31 maart 2014 te
Voorthuizen,
althans te Nederland,tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld M.P.B. [naam 5] te dwingen tot de afgifte
van
(een)personenauto
('s
)van het merk Audi A3 en
/ofSuzuki Swift,
in elk
geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [naam 5] ,
in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/ofwelke bedreiging met geweld hierin bestond
(en)- zakelijk
weergegeven - dat verdachte en/of verdachtes mededader(s) hem een mes
toonde(n);
5.
hij,
op één of meer tijdstip(pen),in
of omstreeksde periode van 19 oktober 2013
2013 tot en met 19 december 2014 te Apeldoorn,
althans te Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen
, althans alleen,
(een
)ander
(en), te weten [naam 8]
en/of [naam 9]
door dwang
en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing,
misleidingdan wel door
misbruik van uit feitelijk verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie,
heeft/hebben geworven, vervoerd,
overgebracht, gehuisvest en/of opgenomenmet
het oogmerk van
(seksuele
)uitbuiting van die [naam 8]
en/of [naam 9],
en/of
(telkens)met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde
middelen, te weten
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere)
feitelijkheden en/ofdoor dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing, misleidingdan wel door
misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of doormisbruik van de kwetsbare
positie,
die [naam 8]
en/of [naam 9]heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of
de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [naam 8]
en/of [naam 9]
zich daardoor beschikbaar zou
(den)stellen tot het verrichten van arbeid en/of
diensten,
en
/of
(telkens)opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de
(seksuele
)
uitbuiting van die [naam 8]
en/of [naam 9],
en
/of
(telkens)met één of meerdere van de onder 1° genoemde middelen, te weten
door dwang
en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing,
misleidingdan wel
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/ofdoor misbruik van de kwetsbare positie,
die [naam 8]
en/of [naam 9]heeft/hebben bewogen hem, verdachte, en/of zijn
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar
/hunseksuele handelingen
met
en/of vooreen derde,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
(één of meermalen
)
-(seks)advertenties op internet geplaatst en/of
-de klanten naar die [naam 8]
en/of [naam 9]gebracht en/of die [naam 8]
en/of [naam 9]
bij klanten gebracht
en/of
-gecontroleerd hoeveel klanten die [naam 8]
en/of [naam 9]had
(den)en/of hoeveel
geld ze daarmee had
(den)verdiend en/of betaalafspraken gemaakt met de klanten
en/of
-het door [naam 8]
en/of [naam 9]verdiende geld
(deels)ingenomen en/of beheerd
en/of (deels) aangewend voor zijn/hun eigen gebruik en/of
-de werktijden van die [naam 8]
en/of [naam 9]als prostituee
(s)bepaald en/of
-meerdere condooms verstrekt aan die [naam 8]
en/of [naam 9]en/of
-één of meerdere auto-kentekens op naam van die [naam 8] en/of [naam 9] gezet en/of
-de mobiele telefoon en/of privé-contacten van die [naam 8]
en/of [naam 9]
gecontroleerd en/of de mobiele telefoon van die [naam 8]
en/of [naam 9]afgepakt
en/of in beslag genomen
(teneinde haar/hun privéleven te kunnen beheersen
);
en
hij,
op één of meer tijdstip(pen),in
of omstreeksde periode juni 2013
tot en met 22 juli 2013 te Apeldoorn,
althans te Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen
, althans alleen,
(een
)ander
(en), te weten
[naam 8] en/of[naam 9]
door
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijk verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/of doormisbruik van de kwetsbare positie,
heeft/hebben
geworven,vervoerd,
overgebracht, gehuisvest en/of opgenomenmet
het oogmerk van
(seksuele
)uitbuiting van die
[naam 8] en/of,
en/of
(telkens)met één of meerdere van de onder 1° van dit artikel genoemde
middelen, te weten
door dwang en/of geweld en/of één of meer (andere)
feitelijkheden en/ofdoor dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke
verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare
positie,
die
[naam 8] en/of[naam 9] heeft/hebben gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te
stellen tot het verrichten van arbeid en/of diensten en/of
de onder 1° van dit artikel genoemde omstandigheden enige handeling(en)
heeft/hebben ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die
[naam 8] en/of[naam 9]
zich daardoor beschikbaar zou
(den)stellen tot het verrichten van arbeid en/of
diensten,
en/of
(telkens)opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de
(seksuele
)
uitbuiting van die
[naam 8] en/of[naam 9] ,
en/of
(telkens)met één of meerdere van de onder 1° genoemde middelen, te weten
door
dwang en/of geweld en/of één of meer (andere) feitelijkheden en/of door
dreiging met geweld en/of andere feitelijkheden,
door fraude, afpersing,
misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend
overwicht en/of door misbruik van de kwetsbare positie,
die
[naam 8] en/of[naam 9] heeft/hebben bewogen hem, verdachte, en/of zijn
mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van haar
/hunseksuele handelingen
met
en/of vooreen derde,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
(één of meermalen
)
-(seks)advertenties op internet geplaatst en/of
-
de klanten naar die [naam 8] en/of [naam 9] gebracht en/ofdie
[naam 8] en/of[naam 9]
bij klanten gebracht
en/of
-gecontroleerd hoeveel klanten die
[naam 8] en/of[naam 9] had
(den)en/of hoeveel
geld ze daarmee had
(den)verdiend en/of betaalafspraken gemaakt met de klanten
en/of
-het door
[naam 8] en/of[naam 9] verdiende geld
(deels)ingenomen en/of beheerd
en/of (deels) aangewend voor zijn/hun eigen gebruik en/of
-de werktijden van die
[naam 8] en/of[naam 9] als prostituee
(s)bepaald en/of
-
meerdere condooms verstrekt aan die [naam 8] en/of [naam 9] en/of
-één of meerdere auto-kentekens op naam van die [naam 8] en/of [naam 9] gezet en/of
-de mobiele telefoon
en/of privé-contacten van die [naam 8] en/of [naam 9]
gecontroleerd en/of de mobiele telefoonvan die
[naam 8] en/of[naam 9] afgepakt
en/of in beslaggenomen(teneinde haar/hun privéleven te kunnen beheersen);
6.
hij op 5 augustus 2013 teApeldoorn
, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,(van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben
gemaakt), immersheeft/hebben
hij, verdachte en/of verdachtes mededader(s),telkens
een
voorwerp, te weten eengeldbedrag
(en
), (
in totaal zijnde een geldbedrag van
ongeveer 71.300,46 (27.520,- euro + 43.780,46 euro)verworven en/of voorhanden
gehad
en/of overgedragen en/of omgezet en/of van die/dat geldbedrag(en)
gebruik gemaakt, terwijl hij en
/ofverdachtes mededader(s) wist
(en
),
althans
redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden,dat die
/datgeldbedrag
(en),
(telkens
)- onmiddellijk
of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
7.
hij,
op één (of meer) tijdstip(pen),in
of omstreeksde periode van juni 2013
2013 tot en met 19 december 2014 te Apeldoorn,
althans te Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk, heeft
/hebbendeelgenomen aan een organisatie, te weten een
samenwerking van natuurlijke
en/of rechtsperso
(o
)n
(en
), welke organisatie
tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk het meermalen plegen van
- oplichting en
/of
- afpersing en
/of
- bedreiging met zware mishandeling en/of enig misdrijf tegen het leven

gericht (artikel 285 Sr) en/of

- mensenhandel en
/of
- (een gewoonte maken van)witwassen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
‘afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen’
Ten aanzien van feit 3 primair:
‘medeplegen van oplichting’
Ten aanzien van feit 4:
‘afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen’
Ten aanzien van feit 5:
‘mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd’
Ten aanzien van feit 6:
‘medeplegen van gewoontewitwassen’
Ten aanzien van feit 7:
‘het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven’

5.De strafbaarheid van het feit

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde van parketnummer 05/880065-15 en ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde van parketnummer 05/780045-15 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de door de verdediging bepleite vrijspraak van de ten laste gelegde feiten betwist de raadsman de strafeis van de officier van justitie.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister, gedateerd 20 oktober 2015;
- voorlichtingsrapportages van Reclassering Nederland, gedateerd 5 februari 2015, 17 maart 2015 en 26 mei 2015.
Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie. Samen met zijn vader bepaalde hij wat er gebeurde en stuurde hij de anderen aan in het plegen van strafbare feiten. Verdachte en zijn vader hadden het overwicht in de organisatie. Verdachte heeft zich in deze organisatie schuldig gemaakt aan mensenhandel, afpersingen, oplichting en witwassen.
Verdachte werkte samen met anderen bij het uitbuiten van jonge vrouwen. Verdachte zorgde ervoor dat er angst heerste en dat de slachtoffers niet durfde te weigeren. De slachtoffers werden gedwongen tot seks tegen betaling en ze moesten het merendeel van het verdiende geld afstaan. Mensenhandel is een ernstige vorm van criminaliteit. Het leed en de gevolgen voor de slachtoffers zijn groot.
De afpersingen die verdachte en zijn mededaders hebben gepleegd, zijn op zeer gewelddadige wijze uitgevoerd. Verdachte heeft geen rekening gehouden met de angst die hij met zijn handelen bij de slachtoffers teweeg heeft gebracht. Een van de slachtoffers durfde zelfs geen aangifte te doen uit angst voor represailles.
Gebleken is dat verdachte en zijn vader het brein vormden in deze niets ontziende organisatie. De rechtbank laat dit zwaar meewegen in de strafmaat. Verdachte liet te pas en te onpas fors geweld gebruiken. Uit alles blijkt dat hij en zijn mededaders uiterst intimiderend te werk gingen. Niemand werd ontzien als niet gedaan werd wat verdachte en zijn mededaders wilden dat er gebeurde.
Alles in overweging nemend, vindt de rechtbank een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Niettegenstaande het feit dat de officier van justitie in tegenstelling tot de rechtbank ook de feiten onder parketnummer 05/780045-15 en feit 2 van parketnummer 05/880065-15 bewezen achtte, maken de ernst van de feiten, de duur van de periode waarover deze feiten zijn gepleegd en de wijze waarop de feiten zijn gepleegd dat de rechtbank uitkomt op een gevangenisstraf conform door de officier van justitie is geëist.
7a. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
Parketnummer 05/880065-15
Ten aanzien van feit 1
De benadeelde partij
[naam 48]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit. [naam 48] heeft zijn vordering ter terechtzitting d.d. 9 februari 2017 aangepast in die zin dat hij een bedrag van € 1.500,- aan immateriële schade vordert.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [naam 48] hoofdelijk toe te wijzen waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 25 dagen hechtenis en met oplegging van de wettelijke rente.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde onder 1 rechtstreeks nadeel toegebracht dat niet in vermogensschade bestaat. Door de afpersing
– waarbij benadeelde partij een pistool tegen zijn hoofd heeft gehad en meerdere klappen tegen zijn hoofd kreeg – is hij ‘anderszins’ in zijn persoon aangetast, doordat een inbreuk is gemaakt op zijn persoonlijke integriteit. Dit is aan verdachte en zijn mededaders toe te rekenen. Aan de wettelijke vereisten, waaronder die genoemd in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. Het door de benadeelde partij gevorderde bedrag van
€ 1.500,- is, gelet op de aard en de ernst van het feit en de gevolgen daarvan en gezien de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen plegen toe te wijzen, billijk. De rechtbank zal dit bedrag dan ook aan de benadeelde partij toewijzen.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf 24 december 2013.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij.
De gevorderde en toegewezen rente/vergoeding voor proceskosten, zijn daar niet bij inbegrepen.
Ten aanzien van feit 2
De benadeelde partij
[naam 2]heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 2 tenlastegelegde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 54.169,- bestaande uit € 1.000,- aan immateriële schade, € 1.169,- aan de weggenomen goederen en een bedrag groot € 52.000,- ter compensatie van het geleden verlies op de verkoop van de woning.
De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in zijn vordering, omdat verdachte wordt vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit.
Ten aanzien van feit 5
De benadeelde [naam 8] heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 5 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van € 278.615,96 aan materiële schade en € 12.500,00 aan immateriële schade.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering van de benadeelde partij [naam 8] tot betaling van de bedrag van € 278.615,96 aan materiële schade en € 12.500,00 aan immateriële schade hoofdelijk toe te wijzen, waarbij tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 365 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat de vordering van de benadeelde partij gelet op de onderbouwing en de hoogte van het gevorderde bedrag te complex is voor een behandeling in het strafgeding en derhalve de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder feit 8 bewezen schade heeft geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is.
Echter de gevorderde inkomstenderving ziet op een langere periode dan bewezen is verklaard en betreft een bruto berekening waarbij geen rekening is gehouden met noodzakelijke uitgaven, kosten en heffingen.
De rechtbank zal derhalve een billijke schatting maken en daarbij uitgaan van de bewezen periode vanaf 19 oktober 2013 en de gestelde schatting van verdiensten per dag halveren. De rechtbank komt dan uit op een totaalbedrag aan inkomsten van € 56.500,00 minus de inkomsten van levensonderhoud ( vanaf 19 oktober 2013; 2,4 x €1.580,00 + € 19.397,88 = € 23.189,88) € 33.310,12.
De vordering van de materiële schade dient tot dit bedrag van € 33.310,12 te worden toegewezen.
Ter zake van de gevorderde immateriële schade zal de rechtbank een bedrag van € 6.000,00 toewijzen nu bij gebreke van diagnose onvoldoende duidelijk is wat daadwerkelijk aanwezige psychische schade is en hoeverre deze schade afdoende een rechtstreeks gevolg is van het strafbare feit.
Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de benadeelde partij zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu de behandeling van dat deel van de vordering naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
De verdachte is niet meer tot vergoeding gehouden indien en voor zover het gevorderde door zijn mededader(s) is of wordt voldaan.
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partij(en).
Parketnummer 05/780045-15
Ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3
De benadeelde partijen de heer [naam 22] en [naam 23] hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van de respectievelijke onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten.
Gevorderd worden bedragen van in totaal respectievelijk € 92.877,27 en € 26.434,82.
De benadeelde partijen zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen, nu verdachte is vrijgesproken van het onder 1,2 en 3 ten laste gelegde. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 27, 36f, 47, 57, 140, 266, 267, 273f, 317, 326 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het bij parketnummer 05/880065-15 onder 2 ten laste gelegde feit en van de bij parketnummer 05/780045-15 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren;
 beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 48] .
 Veroordeelt verdachte ten aanzien van
parketnummer 05/880065-15 feit 1tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [naam 48], van een bedrag van
€ 1.500,- (zegge vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 december 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • legt aan veroordeelde de
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededaders het betreffende schadebedrag aan de benadeelde of aan de Staat is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
  • bepaalt dat, indien is voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien is voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 2] .
 verklaart de
benadeelde partij [naam 2] niet-ontvankelijkin haar vordering;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 8] .
 Veroordeelt verdachte ten aanzien van parketnummer
05/880065-15 feit 5tot betaling van
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [naam 8], van een bedrag van
€ 39.310,12 (zegge negenendertigduizend driehonderdtien euro en twaalf cent),
en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
  • verklaart de
  • legt aan veroordeelde de
  • verstaat dat indien en voor zover door de mededaders het betreffende schadebedrag aan
  • bepaalt dat, indien is voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien is voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij Vereniging van Eigenaren Vlieger Woningen I
 verklaart de
benadeelde partij [naam 23]
niet-ontvankelijkin haar vordering;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [naam 22]
 verklaart de
benadeelde partij [naam 22] niet-ontvankelijkin zijn vordering;
Dit vonnis is gewezen door mr. H.G. Eskes, (voorzitter), mr. J.B.J. Driessen en mr. S. Kropman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.L. Miedema en mr. J.M.B. Moll van Charante, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 maart 2017.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer 2015007477, onderzoek WIDIA, gesloten op 31 juli 2015 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 5268.
3.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] , p. 3062; een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 5265.
4.Een proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , p. 2471-2473.
5.Een proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , p. 2473.
6.Het verhoor van [naam 1] zoals afgelegd bij de rechter-commissaris, p. 16.
7.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 2530-2531.
8.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 2562.
9.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 2566.
10.Het verhoor van [naam 25] zoals afgelegd bij de rechter-commissaris, p. 3.
11.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] , p. 3062.
12.Een proces-verbaal van aangifte van [naam 4] namens [naam 4] , p. 2932-2935.
13.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 2945.
14.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 2898-2899.
15.Een proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagen, p. 2947-2951
16.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 2947.
17.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 2952 en p. 2958.
18.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 2947.
19.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 2952.
20.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 2963.
21.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 2996-2997.
22.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 3005.
23.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] , p. 3066-3067.
24.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] , p. 3075-3077.
25.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 3492.
26.Een proces-verbaal, p. 3493.
27.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 3514.
28.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 3528-3529.
29.Een proces-verbaal van bevindingen, d.d. 5 juni 2015, p. 5407-5408.
30.Het proces-verbaal van verhoor [naam 8] p. 3705, 3707; het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] p. 3810; het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van [naam 10] p. 8.
31.Proces-verbaal van verhoor [naam 8] , p. 3707.
32.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3721; het proces-verbaal van verhoor [naam 9] p. 3810, 3817.
33.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3721;het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] p. 3924-3925; het proces-verbaal van verdachte [naam 7] p. 4245-4246.
34.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3721; een mutatierapport betreffende bordeel [naam 49] p. 4320; het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van [naam 11] p. 4.
35.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3721; het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4064; het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van [naam 11] p. 3.
36.Het proces-verbaal van verhoor [naam 9] p. 3810, 3815, 3817; het proces-verbaal van bevindingen p. 4032.
37.Het proces-verbaal van bevindingen p. 4032; het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van [naam 9] p.5.
38.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3698.
39.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3709.
40.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3710.
41.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3721.
42.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3710.
43.Het proces-verbaal van bevindingen p. 3761-3762.
44.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3699.
45.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3708.
46.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4433.
47.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4804.
48.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4433.
49.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] p. 3810
50.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4810.
51.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] p. 4046.
52.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] p. 4245-4246.
53.Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van [naam 6] op 27 november 2016 p. 9.
54.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3699.
55.Het proces-verbaal van verhoor [naam 8] , p. 4808.
56.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3720-3721.
57.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3709.
58.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4805.
59.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3719, 3729.
60.Het proces-verbaal van verhoor [naam 8] p. 4808.
61.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3729-3730.
62.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3732.
63.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3726.
64.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3717; het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3703; het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4663.
65.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4817.
66.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4433.
67.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3703.
68.Het proces-verbaal van verhoor [naam 8] bij de rechter-commissaris p. 13.
69.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] p. 3814-3815.
70.Het proces-verbaal van verhoor [naam 8] p. 4433
71.Het proces-verbaal van bevindingen p. 4032.
72.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] p. 3817.
73.Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris d.d. 17 november 2016 p. 6.
74.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] p. 4006.
75.Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris d.d. 17 november 2016 p. 8; het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] p. 3941
76.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 33] p. 4709.
77.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4804.
78.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4808.
79.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3708.
80.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4809
81.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 4810-4811
82.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] p. 3810.
83.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 9] p. 3814-3818.
84.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] p. 4006-4007.
85.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] p. 4245.
86.Het proces-verbaal van bevindingen p. 3914.
87.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] p. 3940.
88.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] p. 3927-3929.
89.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] p. 3941.
90.Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van [naam 6] d.d., 24 november 2016.
91.Het proces-verbaal van bevindingen p. 3947-3953.
92.Het proces-verbaal van verhoor verdachte p. 3858, 3959, 3961.
93.Het mutatierapport p. 4238-4239.
94.Pv bevindingen, p. 3741
95.Proces-verbaal van bevindingen, p. 3745
96.Proces-verbaal van bevindingen, p. 3765.
97.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 12] p. 3801-3806.
98.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3700.
99.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3707.
100.Het proces-verbaal van verhoor [naam 8] p. 4625.
101.Het proces-verbaal van verhoor [naam 8] bij de rechter-commissaris p. 13.
102.Het proces-verbaal van bevindingen p. 2032-4033,
103.Een uittreksel KvK, p. 5063-5064.
104.Een uittreksel KvK, p. 5067.
105.Een notitie van [naam 13] , p. 5070.
106.Saldo overzicht [naam 14] , p. 5233-5244.
107.Grootboek overzicht [naam 14] B.V., p. 5077-5099.
108.Saldo overzicht [naam 14] , p. 5233.
109.Een overeenkomst van geldlening tussen [naam 14] en [naam 15] , p. 5111.
110.Overzicht inkomstenverhoudingen per jaar, p. 5113.
111.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 15] , p. 5121-5123
112.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam 16] , p. 5218.
113.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 5348.
114.Berekening p. 5500.
115.Grootboek overzicht [naam 14] , p. 5498.
116.Saldo overzicht [naam 14] , p. 5499.
117.Grootboek overzicht [naam 14] , p. 5083.
118.Grootboek overzicht [naam 14] , p. 5078.
119.Een relaas proces-verbaal, p. 5004.
120.Een uitdraai RDW, p. 5148.
121.Een overzicht inkomstenverhoudingen per jaar, p. 5151-5152.
122.Een relaas proces-verbaal, p. 4999.
123.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 5349-5350.
124.Een uitdraai RDW, p. 5180.
125.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam 17] , p. 5183-5185.
126.Een proces-verbaal van verdenking, p. 5360.
127.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 5347-5350.
128.Een uitdraai RDW, p. 5196.
129.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam 18] , p. 5199-5201; een proces-verbaal van verdenking,
130.Een proces-verbaal, p. 5270.
131.Een factuur aan [naam 18] , d.d. 26 september 2014, p. 5202.
132.Een relaas proces-verbaal, p. 5007.
133.Een factuur een [naam 18] , p. 5202, 5204 en 5205.
134.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 5347-5350.
135.Een RDW uitdraai, p. 5207-5208.
136.Een proces-verbaal van verdenking, p. 5362.
137.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam 19] , p. 5212-5214.
138.Een proces-verbaal van verdenking, p. 5362.
139.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam 20] , p. 5257-5260.
140.De verklaring van verdachte [verdachte] , p. 5633.
141.Uitwerking tapgesprek, p. 5390.
142.Uitwerking tapgesprek, p. 5392.
143.Een bescheid van AEGON, p. 5395-5396..
144.Een proces-verbaal van verhoor getuige [naam 16] , p. 5221.
145.Overzicht salarisadministratie, p. 5326-5327.
146.Uitwerking tapgesprek, p. 1415.
147.Overzicht Marktplaatsadvertenties, p. 5323.
148.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 21] , p. 5289.
149.Uitwerking e-mailberichten, p. 829-851.
150.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 5265-5267.
151.Een proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] , p. 5305.
152.Een proces-verbaal van bevindingen, p. 5335.
153.Een proces-verbaal van verhoor [naam 8] , p. 5274.
154.Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 6] p. 2531-2534
155.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] p. 2089.
156.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 6] p. 1086, 2090.
157.Het proces-verbaal van verhoor [naam 1] bij de rechter-commissaris d.d. 24 november 2016.
158.Het proces-verbaal van verhoor [naam 5] bij de rechter-commissaris d.d. 25 november 2016.
159.Het proces- verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 3720-3721; het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 8] p. 88 (ISIS).
160.Het proces-verbaal van verhoor [naam 9] bij de rechter-commissaris d.d. 17 november 2016.
161.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] p. 3077.
162.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] p. 3062.
163.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 7] p. 2551.
164.Tapgesprekken p. 1226-1233 en p. 1265-1266.
165.Tapgesprekken p. 1410, 1411 en 1417.
166.Het proces-verbaal onderzoek gegevensdragers p. 821-826.
167.Het proces-verbaal van bevindingen p. 5334-3535.
168.Een schriftelijk bescheid inhoudende een technische inspectierapport van Aegon p. 5395-5399.
169.Schriftelijke bescheiden inhoudende verkoopfacturen p. 5365-5377.
170.Het proces-verbaal van bevindingen p. 5888-5889.
171.Het proces-verbaal van bevindingen p. 5888-5889.