Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
3.De beslissing
[jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]
28 februari 2017.
Rechtbank Gelderland
Op 28 februari 2017 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een slachthuis dat werd beschuldigd van het in strijd handelen met de Wet dieren. Het slachthuis had een erkenning voor ritueel onbedwelmd slachten, maar tijdens de slacht van een stier werden de regels niet nageleefd. Een medewerker van de keuringsdienst constateerde dat de stier te groot was voor de fixatiekooi en dat er onzorgvuldig met het dier werd omgegaan. De stier ondervond veel letsel en pijn, en pas na 25 minuten werd het dier geschoten. De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de medewerkers aan het slachthuis konden worden toegerekend, en dat er sprake was van een overtreding van artikel 2.1 van de Wet dieren. De directeur van het slachthuis werd echter vrijgesproken, omdat niet bewezen kon worden dat hij feitelijk leiding had gegeven aan de verboden gedragingen. De officier van justitie had een werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de mishandeling van de stier, gezien de atypische situatie en zijn gebrek aan kennis van de gedragingen.