Uitspraak
1.De procedure
2.De vordering en de grondslag daarvan
3.Het verweer
4.De beoordeling
350,--(2 x tarief € 175,--)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap International Card Services B.V. (hierna: ICS) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in deze procedure wordt aangeduid als [gedaagde]. ICS vordert betaling van een bedrag van € 3.121,56, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, op basis van een overeenkomst die zou zijn gesloten voor het verstrekken van een Visa MasterCard Classic. De gedaagde heeft echter aangevoerd dat zij het slachtoffer is van identiteitsfraude en nooit de intentie heeft gehad om een overeenkomst met ICS aan te gaan. De gedaagde heeft haar pinpas en pincode aan een onbekende man gegeven, in de veronderstelling dat hij een telefoonabonnement voor haar zou afsluiten. Hierdoor is er een creditcard op haar naam afgesloten zonder haar medeweten.
De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder de dagvaarding, de conclusie van antwoord, repliek en dupliek. De rechter heeft vastgesteld dat ICS gerechtvaardigd kon vertrouwen op de overeenkomst, omdat de aanvraag voor de creditcard was gedaan met een kopie van de ID-kaart van de gedaagde. De rechter oordeelt dat ICS niet onzorgvuldig heeft gehandeld en dat de gedaagde niet kan ontkomen aan haar verplichtingen, ondanks haar verweer van identiteitsfraude.
De vordering van ICS wordt toegewezen, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. De kosten van de procedure worden eveneens aan de gedaagde opgelegd, tot een totaal van € 918,77. Het vonnis is uitgesproken op 22 februari 2017 door de kantonrechter mr. I.C.J.I.M. van Dorp.