Op 28 februari 2017 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de vordering tot verlenging van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel) van een verdachte, geboren in 1996. De vordering was ingediend door de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland en strekte tot verlenging van de PIJ-maatregel met drie maanden. De raadkamer heeft kennisgenomen van verschillende adviezen, waaronder die van de justitiële jeugdinrichting en Reclassering Nederland, en heeft de verdachte, haar raadsman en deskundigen gehoord. De deskundigen gaven aan dat het recidiverisico laag is en dat de verdachte positieve ontwikkelingen heeft doorgemaakt in haar behandeling. De officier van justitie heeft verzocht om de vordering af te wijzen en de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen, met inachtneming van bepaalde voorwaarden. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel afgewezen, maar heeft wel bijzondere voorwaarden opgelegd voor de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel. Deze voorwaarden omvatten onder andere het melden bij de reclassering, het volgen van therapie en het niet in contact komen met mededaders en nabestaanden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voorwaarden noodzakelijk zijn voor de verdere ontwikkeling van de verdachte en ter bescherming van de betrokkenen.