3.1.[eiser] vordert in conventie dat de voorzieningenrechter
primair
1. [gedaagde] hoofdelijk veroordeelt binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis tot verwijdering van de rij palen met ketting ertussen, de houten paal, de pion, het hekwerk aan de voorzijde, het bord “Verboden voor onbevoegden” en het bord met “stapvoets” over te gaan, en deze, alsmede andere obstakels, ter blokkering van de erfdienstbaarheid van weg, zoals gevestigd in de notariële akte van 11 december 1959, in de toekomst verwijderd te houden op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft te voldoen aan [eiser] ,
2. [gedaagde] gebiedt de gevestigde erfdienstbaarheid onbelemmerd op de bestaande wijze derhalve door klanten, toeleveranciers en overige derden, welke noodzakelijkerwijze het diervoedersbedrijf dienen te bereiken, ongehinderd te laten gebruiken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft te voldoen aan [eiser] ,
3. [gedaagde] verbiedt derden, waaronder klanten en toeleveranciers, onheus te bejegenen en de toegang tot de gevestigde erfdienstbaarheid te weigeren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft te voldoen aan [eiser] ,
subsidiair
1. [gedaagde] hoofdelijk veroordeelt binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis tot verwijdering van de rij palen met ketting ertussen, de houten paal, de pion, en het bord “stapvoets” over te gaan, en deze, alsmede andere obstakels, ter blokkering van de erfdienstbaarheid van weg, zoals gevestigd in de notariele akte van 11 december 1959, in de toekomst verwijderd te houden op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft te voldoen aan [eiser] ,
2. [gedaagde] gebiedt het hek aan de zijde van de [straat] gedurende de openingstijden van het bedrijf van [eiser] , zijnde tussen 08.00 uur en 18.00 uur, open te laten en niet af te sluiten, teneinde de toegang tot het bedrijf van [eiser] te waarborgen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft te voldoen aan [eiser] ,
3. [gedaagde] gebiedt de gevestigde erfdienstbaarheid onbelemmerd op de bestaande wijze derhalve door klanten, toeleveranciers en overige derden, welke noodzakelijkerwijze het diervoedersbedrijf dienen te bereiken, ongehinderd te laten gebruiken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft te voldoen aan [eiser] ,
4. [gedaagde] verbiedt derden, waaronder klanten en toeleveranciers, onheus te bejegenen en de toegang tot de gevestigde erfdienstbaarheid te weigeren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft te voldoen aan [eiser] ,
zowel primair als subsidiair
[gedaagde] hoofdelijk veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te voldoen de kosten van deze kort gedingprocedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dit vonnis tot aan de dag van algehele betaling en eveneens vermeerderd met nakosten voor een bedrag van € 131,00 danwel, indien betekening plaatsvindt, van € 199,00.