In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een vordering tot vernietiging van rechtshandelingen op grond van de actio pauliana. De eisers, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hebben de rechtbank verzocht om de rechtshandelingen tot overdracht van aandelen in onroerend goed en een effectendepot, verricht door de gedaagden, te vernietigen. Deze rechtshandelingen vonden plaats op 20 mei 2015 en zouden de verhaalsmogelijkheden van de eisers benadelen, aangezien de gedaagden, die in faillissement verkeren, hun vermogen zouden hebben onttrokken aan de boedel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de curator niet is verschenen op de zitting, ondanks dat hij opgeroepen was. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de vordering van de eisers tot vernietiging van de rechtshandelingen toewijsbaar is, omdat de rechtshandeling onverplicht was en binnen een jaar voorafgaand aan de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de eisers voldoende belang hebben bij de behandeling van hun vordering, aangezien de rechtshandeling hen in hun verhaalsmogelijkheden benadeelt.
In het vonnis van 14 december 2016 heeft de rechtbank de rechtshandelingen tot overdracht van de aandelen vernietigd en de zaak op de parkeerrol geplaatst voor verdere behandeling. De beslissing over de proceskosten is aangehouden, mede gezien de lopende faillissementen van de gedaagden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.D.A. den Tonkelaar.