Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 juli 2016
- de akte specificatie proceskosten van 31 augustus 2016 van Accon c.s.
- de conclusie na niet-gehouden getuigenverhoor van 31 augustus 2016 van FSN c.s.
- de incidentele conclusie ex artikel 843a Rv van 31 augustus 2016 van FSN c.s.
- de conclusie van antwoord in het incident van 14 september 2016 van Accon c.s.
- de akte na conclusie van antwoord in het incident van 5 oktober 2016 van FSN c.s.
- de antwoordakte in het incident, tevens akte in de hoofdzaak tot bezwaar tegen wijziging van grond van eis van 19 oktober 2016 van Accon c.s.
- het verzoek van FSN c.s. van 24 oktober 2016 om een pleidooi in het incident terzake de proceskosten, alsook om bij afwijzing van het verzoek tussentijds appel toe te staan
- de fax van Accon c.s. van 25 oktober 2016 waarin afwijzend wordt gereageerd op de verzoeken van FSN c.s.
- de brief van de rolrechter van 27 oktober 2016 waarin de verzoeken van FSN c.s. worden afgewezen.
2.De beoordeling in het incident
3.De hoofdzaak
4.De beslissing
14 december 2016voor akte aan de zijde van FSN c.s. teneinde de wijzigingen van grondslag van eis en van eis (nader) te formuleren, waarna Accon c.s.
vier wekennadien daarop bij akte kunnen reageren,