ECLI:NL:RBGEL:2016:6933
Rechtbank Gelderland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor naamskeuze ongeboren kind in kort geding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft de vrouw in kort geding toestemming gevraagd om een akte van naamskeuze op te laten maken voor haar ongeboren kind. De vrouw is gehuwd met de man, maar het huwelijk is nog niet ontbonden omdat de echtscheidingsbeschikking nog niet is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De vrouw is in verwachting en heeft een uitgerekende datum van 17 december 2016. De vrouw vordert dat het ongeboren kind haar achternaam zal krijgen, in plaats van die van de man, omdat zij psychische problemen ondervindt bij het idee dat het kind de achternaam van de man zou dragen, gezien het huiselijk geweld dat de man heeft gepleegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet is verschenen, ondanks behoorlijke oproeping. De vrouw heeft onweersproken gesteld dat zij heeft geprobeerd om in onderling overleg met de advocaat van de man tot een oplossing te komen, maar dat dit niet is gelukt. Gezien de uitgerekende bevallingsdatum en de noodzaak om de naamskeuze tijdig te maken, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de vordering van de vrouw.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen en haar toestemming verleend om de akte van naamskeuze op te laten maken, waarin wordt vastgelegd dat het ongeboren kind de achternaam van de vrouw zal krijgen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 30 november 2016.