Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 maart 2015
- de akte van [gedaagde] c.s. van 11 mei 2016
- de antwoordakte van de gemeente Wageningen van 6 juli 2016
- de akte uitlating producties van [gedaagde] c.s. van 17 augustus 2016.
2.De verdere beoordeling
Nimox/Auditrade) en Hof Arnhem, 19 februari 2002, ECLI:NL:GHARN:2002: AD9640 (
Reinders Didam). De gemeente heeft de hiervoor vermelde stelling in de dagvaarding, niet tegen de achtergrond van het hier geschetste kader toegelicht. Ook tijdens de comparitie van partijen heeft dit geen aandacht gekregen. De gemeente zal daarom in de gelegenheid worden gesteld een akte te nemen waarin zij ten eerste duidelijkheid moet geven of inderdaad haar stelling is dat ook indien geen sprake is van een nietig besluit, [gedaagde] c.s. in verband met dit besluit toch een onrechtmatig handelen kan worden verweten. Bij een bevestigende beantwoording, dient zij toe te lichten wat uit de door haar gestelde feiten in verband met deze onrechtmatigheid moet worden afgeleid, uitgesplitst voor ieder van [gedaagde] c.s. in hun respectieve hoedanigheden als bestuurder en/of aandeelhouder. Nadat de akte is genomen, zal [gedaagde] c.s. in de gelegenheid worden gesteld een antwoordakte te nemen.