ECLI:NL:RBGEL:2016:6632

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2016
Publicatiedatum
8 december 2016
Zaaknummer
05/720107-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van afpersing en diefstal na onvoldoende bewijs

Op 1 december 2016 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tegen een 25-jarige man uit Elst, die werd verdacht van medeplegen van afpersing en diefstal. De rechtbank heeft de verdachte van alle tenlastegelegde feiten vrijgesproken. De officier van justitie had vrijspraak gevraagd voor het onder 1 primair ten laste gelegde feit, omdat er volgens hem niet bewezen kon worden dat het slachtoffer, aangeduid als [slachtoffer 1], was gedwongen tot afgifte van een geldbedrag. De rechtbank volgde dit standpunt en oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte opzet had om het slachtoffer door bedreiging met geweld geld afhandig te maken.

Daarnaast werd de verdachte ook vrijgesproken van de diefstal van een portemonnee en een iPhone. Hoewel er verklaringen waren van medeverdachten die stelden dat de verdachte een iPhone in zijn hand had, ontkende de verdachte dit en was de telefoon niet bij hem aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een aannemelijke verklaring had gegeven voor de portemonnee die in zijn auto was aangetroffen, en dat er geen bewijs was dat hij deze met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening had weggenomen.

Ten slotte werd de verdachte ook vrijgesproken van de diefstal van een televisie. De rechtbank vond de verklaring van de verdachte geloofwaardig, dat hij de televisie had gekocht van een vriendin die in geldnood verkeerde. De prijs die hij had betaald was niet zo laag dat hij had moeten vermoeden dat de televisie van diefstal afkomstig was. Gezien het gebrek aan bewijs voor de tenlastegelegde feiten, sprak de rechtbank de verdachte van alle beschuldigingen vrij.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720107-15
Datum uitspraak : 1 december 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres 1] , [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. S.R. van Laar, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 november 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 03 maart 2015 in de gemeente Zevenaar, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van (ongeveer) 250 euro, althans enig geldbedrag,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- ( voor in de nachtrust bestemde tijd) (al dan niet voorzien van één of meer wapen(s)) met een voertuig naar de woning (gelegen aan [adres 2] aldaar) is/zijn gereden en/of (vervolgens) richting bovengenoemde woning is/zijn gelopen en/of (vervolgens) daar heeft/hebben aangebeld en/of
- ( vervolgens) - terwijl verdachte(n) zich in die woning heeft/hebben begeven en die [slachtoffer 1] trachtte de woning te ontvluchten - heeft/hebben verdachte(n) (getracht) die [slachtoffer 1] de door-/uitgang te beletten en/of
- ( vervolgens) - toen die [slachtoffer 1] zijn woning had verlaten/was ontvlucht - heeft/hebben verdachte(n) die [slachtoffer 1] achtervolgd en/of is/zijn verdachte(n) die [slachtoffer 1] met een voertuig achterna gereden en/of
- heeft/hebben verdachte(n) (op enig moment) (meermalen) naar die [slachtoffer 1] (dreigend) de woorden toegevoegd: 'Als je dat niet doet maak ik je kapot. Je moet niet denken dat je me kan naaien' (waarmee verdachte(n) doelde(n) op het feit dat die [slachtoffer 1] geld moest pinnen) en/of 'Als ik je vandaag niet had gepakt, had ik je wel een andere keer gepakt' en/of 'Ik weet nu waar je woont en mijn vrienden weten er ook van af', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen in een voertuig plaats te nemen (door naar die [slachtoffer 1] (op indringende wijze) te roepen: 'Nu instappen') en/of
- ( waarbij) verdachte(n) naast die [slachtoffer 1] is/zijn gaan zitten en/of (daarbij) (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd: 'Als je de politie gebeld hebt dan heb je een probleem als ik in de val loop', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) naar voornoemde woning is/zijn gereden (om daar de bankpas te halen) en/of
- ( vervolgens) naar een (pin)automaat is/zijn gelopen en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: 'Mijn vrienden weten nu waar je woont', althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] aan het pinnen was) bij de (pin)automaat op zeer korte afstand achter die [slachtoffer 1] is/zijn gaan staan;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 03 maart 2015 in de gemeente Zevenaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 250 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- ( voor in de nachtrust bestemde tijd) (al dan niet voorzien van één of meer wapen(s)) met een voertuig naar de woning (gelegen aan [adres 2] aldaar) is/zijn gereden en/of (vervolgens) richting bovengenoemde woning is/zijn gelopen en/of (vervolgens) daar heeft/hebben aangebeld en/of
- ( vervolgens) - terwijl verdachte(n) zich in die woning heeft/hebben begeven en die [slachtoffer 1] trachtte de woning te ontvluchten - heeft/hebben verdachte(n) (getracht) die [slachtoffer 1] de door-/uitgang te beletten en/of
- ( vervolgens) - toen die [slachtoffer 1] zijn woning had verlaten/was ontvlucht - heeft/hebben verdachte(n) die [slachtoffer 1] achtervolgd en/of is/zijn verdachte(n) die [slachtoffer 1] met een voertuig achterna gereden en/of
- heeft/hebben verdachte(n) (op enig moment) (meermalen) naar die [slachtoffer 1] (dreigend) de woorden toegevoegd: 'Als je dat niet doet maak ik je kapot. Je moet niet denken dat je me kan naaien' (waarmee verdachte(n) doelde(n) op het feit dat die [slachtoffer 1] geld moest pinnen) en/of 'Als ik je vandaag niet had gepakt, had ik je wel een andere keer gepakt' en/of 'Ik weet nu waar je woont en mijn vrienden weten er ook van af', althans woorden van gelijke dreigende
aard of strekking en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 1] heeft/hebben gedwongen in een voertuig plaats te nemen (door naar die [slachtoffer 1] (op indringende wijze) te roepen: 'Nu instappen') en/of
- ( waarbij) verdachte(n) naast die [slachtoffer 1] is/zijn gaan zitten en/of (daarbij) (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd: 'Als je de politie gebeld hebt dan heb je een probleem als ik in de val loop', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) naar voornoemde woning is/zijn gereden (om daar de bankpas te halen) en/of
- ( vervolgens) naar een (pin)automaat is/zijn gelopen en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: 'Mijn vrienden weten nu waar je woont', althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] aan het pinnen was) bij de (pin)automaat op zeer korte afstand achter die [slachtoffer 1] is/zijn gaan staan;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 03 maart 2015 in de gemeente Zevenaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [slachtoffer 1] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten waartoe die [slachtoffer 1] is gedwongen, door:
- die [slachtoffer 1] in een voertuig te laten plaatsnemen (door naar die [slachtoffer 1] (op indringende wijze) te roepen: 'Nu instappen') en/of
- naast die [slachtoffer 1] te gaan zitten en/of (daarbij) (dreigend) de woorden toe te voegen: 'Als je de politie gebeld hebt dan heb je een probleem als ik in de val loop', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) naar voornoemde woning te rijden (om daar de bankpas te halen) en/of
- ( vervolgens) naar een (pin)automaat te lopen en/of (daarbij) te roepen: 'Mijn vrienden weten nu waar je woont', althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] aan het pinnen was) bij de (pin)automaat op zeer korte afstand achter die [slachtoffer 1] te gaan staan;
2.
hij op of omstreeks 03 maart 2015 in de gemeente Zevenaa met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan [adres 2] aldaar) heeft weggenomen een portemonnee met inhoud (meerdere (bank)pas(sen)), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij op of omstreeks 3 maart 2015 in de gemeente Zevenaar, althans in Nederland, een televisie (merk Sony) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die televisie wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
althans, indien het vorenstaande onder 3 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 24 februari 2015 te Arnhem, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres 3] ) heeft weggenomen een televisie (merk: Sony), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat er vrijspraak dient te volgen voor het onder 1 primair ten laste gelegde feit, nu naar zijn mening niet bewezen kan worden dat [slachtoffer 1] is gedwongen tot afgifte van het geldbedrag. De officier van justitie heeft gesteld dat er eveneens vrijspraak dient te volgen voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde feit. Naar zijn mening kan uit het wettig bewijs niet de overtuiging worden verkregen dat verdachte opzet heeft gehad op het plegen van diefstal met geweld en ook niet dat hij opzet heeft gehad [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen, zoals onder 1 meer subsidiair ten laste is gelegd.
De officier van justitie heeft gesteld dat het onder 2 ten laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard, namelijk het wegnemen van enig goed. Dit ziet op het wegnemen van de iPhone. De officier van justitie heeft voorts gesteld dat het onder 3 primair te laste gelegde feit bewezen kan worden verklaard. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er integrale vrijspraak dient te volgen.
Uit het dossier blijkt dat [medeverdachte 1] geld terug wilde hebben dat door [slachtoffer 1] van hem was gestolen. Verdachte kende [medeverdachte 1] niet, is op een laat moment ingeschakeld om te rijden en was niet van op de hoogte van het doel waarmee [medeverdachte 1] naar [slachtoffer 1] wilde gaan. Verdachte heeft [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] wel op enig moment samen in de auto gehad, maar wilde met wat er op dat moment gebeurde niets van doen hebben. Hij heeft hen daarom zo snel mogelijk afgezet. Verdachte heeft niet voldaan aan de criteria van medeplegen, zoals die door de Hoge Raad zijn gesteld. Bovendien heeft verdachte geen opzet gehad, omdat hij niets wist van hetgeen er in het voortraject was afgesproken.
Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte over de portemonnee een duidelijke verklaring heeft afgelegd. Deze bleek op enig moment in zijn auto te liggen. Hij weet niet hoe de portemonnee bij hem terecht is gekomen. De telefoon is niet bij verdachte aangetroffen. Deze telefoon en ook de andere telefoons waar [slachtoffer 1] over heeft verklaard, zijn nergens aangetroffen, zodat niet bewezen kan worden dat verdachte een telefoon heeft gestolen.
Met betrekking tot feit 3 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte in eerste instantie niet naar waarheid heeft verklaard van wie hij deze televisie heeft gekocht. Hij heeft deze televisie uit het jaar 2013 gekocht van een kennis, [naam] , voor een redelijk bedrag van € 50,--. Hij had daarom geen reden om aan te nemen dat de televisie gestolen was.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
De rechtbank heeft uit de bewijsmiddelen in het dossier niet de overtuiging gekregen dat verdachte opzet heeft gehad op een van de onder 1 tenlastegelegde feiten. Niet is gebleken dat hij van tevoren op de hoogte was van het doel waarmee [medeverdachte 1] naar [slachtoffer 1] toe is gegaan. Hij is enkel ingeschakeld om te rijden en niet is gebleken dat hij op enig moment opzet heeft gehad om die [slachtoffer 1] door (bedreiging met) geweld of een andere feitelijkheid geld afhandig te (doen) maken. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de onder 1 tenlastegelegde feiten.
De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken voor de onder 2 ten laste gelegde diefstal. [slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn portemonnee en van drie telefoons. Hoewel [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] hebben verklaard dat zij hebben gezien dat verdachte op enig moment een Iphone in de hand zou hebben gehad, heeft verdachte dit ontkend. De iPhone is ook niet bij verdachte of in zijn auto aangetroffen, terwijl hij al vrij kort na die vermeende diefstal is aangehouden. Ten aanzien van de portemonnee, die bij verdachte in de auto is aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte hiervoor een aannemelijke verklaring heeft gegeven, waarvoor in een aanvullend politieproces-verbaal steun kan worden gevonden. Niet kan worden bewezen dat hij deze portemonnee met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning van [slachtoffer 1] heeft weggenomen.
De rechtbank zal verdachte ook vrijspreken voor het onder 3 primair ten laste gelegde feit. Verdachte heeft verklaard dat hij is uitgegaan van de juistheid van de mededeling van een vriendin genaamd [naam] , die hij op dat moment al zeven jaar kende, dat zij de televisie uit geldgebrek moest verkopen. De rechtbank heeft geen reden om aan die verklaring van verdachte te twijfelen. Gelet hierop en gelet op de vermoedelijke dagwaarde van de televisie heeft verdachte niet een zo extreem lage prijs voor de televisie betaald dat verdachte daardoor wist of had moeten vermoeden dat de televisie van diefstal afkomstig was. Bovendien heeft verdachte een aannemelijke verklaring gegeven voor het feit dat de televisie nog in zijn auto lag, hij had immers nog steeds de televisie van zijn ex-vriendin thuis staan, die zij op enig moment nog zou komen halen. Dat was ook de reden waarom hij een televisie heeft gekocht, aldus verdachte.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank evenmin wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de televisie heeft gestolen, zodat hij ook van het onder 3 subsidiair tenlastegelegde vrijgesproken dient te worden.

3.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van alle onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. Lagarde (voorzitter), mr. S.H. Keijzer en mr. F.M.A. 't Hart, rechters, in tegenwoordigheid van A.B.M. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 december 2016.
De griffier is buiten staat mede te ondertekenen.