ECLI:NL:RBGEL:2016:6631

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2016
Publicatiedatum
8 december 2016
Zaaknummer
05/720106-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van een 28-jarige man uit Arnhem voor medeplegen van afpersing

Op 1 december 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 28-jarige man uit Arnhem, die werd verdacht van het medeplegen van afpersing. De verdachte was beschuldigd van het dwingen van een slachtoffer tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 250 euro door middel van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 november 2016. De officier van justitie heeft vrijspraak bepleit voor zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit, omdat er volgens hem onvoldoende bewijs was dat het slachtoffer daadwerkelijk was gedwongen tot afgifte van het geldbedrag. De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte niet aanwezig was op cruciale momenten en dat er geen opzet was om het slachtoffer te beroven.

De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de medeverdachten in overweging genomen. De verdachte heeft ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de ten laste gelegde feiten en verklaarde dat hij enkel met de medeverdachten naar het slachtoffer was gegaan om te praten. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte opzet had op de ten laste gelegde feiten. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en werd openbaar uitgesproken op 1 december 2016.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720106-15
Datum uitspraak : 1 december 2016
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres 1] , [woonplaats] .
Raadsman: mr. M.W.G.J. IJsseldijk, advocaat te Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 november 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 03 maart 2015 in de gemeente Zevenaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van (ongeveer) 250 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- ( voor in de nachtrust bestemde tijd) (al dan niet voorzien van één of meer wapen(s)) met een voertuig naar de woning (gelegen aan [adres 2] aldaar) is/zijn gereden en/of (vervolgens) richting bovengenoemde woning is/zijn gelopen en/of (vervolgens) daar heeft/hebben aangebeld en/of
- ( vervolgens) - terwijl verdachte(n) zich in die woning heeft/hebben begeven en die [slachtoffer] trachtte de woning te ontvluchten - heeft/hebben verdachte(n) (getracht) die [slachtoffer] de door-/uitgang te beletten en/of
- ( vervolgens) - toen die [slachtoffer] zijn woning had verlaten/was ontvlucht - heeft/hebben verdachte(n) die [slachtoffer] achtervolgd en/of is/zijnverdachte(n) die [slachtoffer] met een voertuig achterna gereden en/of
- heeft/hebben verdachte(n) (op enig moment) (meermalen) naar die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd: 'Als je dat niet doet maak ik je kapot. Je moet niet denken dat je me kan naaien' (waarmee verdachte(n) doelde(n) op het feit dat die [slachtoffer] geld moest pinnen) en/of 'Als ik je vandaag niet had gepakt, had ik je wel een andere keer gepakt' en/of 'Ik weet nu waar je woont en mijn vrienden weten er ook van af', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen in een voertuig plaats te nemen (door naar die [slachtoffer] (op indringende wijze) te roepen: 'Nu instappen') en/of
- ( waarbij) verdachte(n) naast die [slachtoffer] is/zijn gaan zitten en/of (daarbij) (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd: 'Als je de politie gebeld hebt dan heb je een probleem als ik in de val loop', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) naar voornoemde woning is/zijn gereden (om daar de bankpas te halen) en/of
- ( vervolgens) naar een (pin)automaat is/zijn gelopen en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: 'Mijn vrienden weten nu waar je woont', althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] aan het pinnen was) bij de (pin)automaat op zeer korte afstand achter die [slachtoffer] is/zijn gaan staan;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 03 maart 2015 in de gemeente Zevenaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van (ongeveer) 250 euro, althans enig geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- ( voor in de nachtrust bestemde tijd) (al dan niet voorzien van één of meer wapen(s)) met een voertuig naar de woning (gelegen aan [adres 2] aldaar) is/zijn gereden en/of (vervolgens) richting bovengenoemde woning is/zijn gelopen en/of (vervolgens) daar heeft/hebben aangebeld en/of
- ( vervolgens) - terwijl verdachte(n) zich in die woning heeft/hebben begeven en die [slachtoffer] trachtte de woning te ontvluchten - heeft/hebben verdachte(n) (getracht) die [slachtoffer] de door-/uitgang te beletten en/of
- ( vervolgens) - toen die [slachtoffer] zijn woning had verlaten/was ontvlucht - heeft/hebben verdachte(n) die [slachtoffer] achtervolgd en/of is/zijn verdachte(n) die [slachtoffer] met een voertuig achterna gereden en/of
- heeft/hebben verdachte(n) (op enig moment) (meermalen) naar die [slachtoffer] (dreigend) de woorden toegevoegd: 'Als je dat niet doet maak ik je kapot. Je moet niet denken dat je me kan naaien' (waarmee verdachte(n) doelde(n) op het feit dat die [slachtoffer] geld moest pinnen) en/of 'Als ik je vandaag niet had gepakt, had ik je wel een andere keer gepakt' en/of 'Ik weet nu waar je woont en mijn vrienden weten er ook van af', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen in een voertuig plaats te nemen (door naar die [slachtoffer] (op indringende wijze) te roepen: 'Nu instappen') en/of
- ( waarbij) verdachte(n) naast die [slachtoffer] is/zijn gaan zitten en/of (daarbij) (dreigend) de woorden heeft/hebben toegevoegd: 'Als je de politie gebeld hebt dan heb je een probleem als ik in de val loop', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) naar voornoemde woning is/zijn gereden (om daar de bankpas te halen) en/of
- ( vervolgens) naar een (pin)automaat is/zijn gelopen en/of (daarbij) heeft/hebben geroepen: 'Mijn vrienden weten nu waar je woont', althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] aan het pinnen was) bij de (pin)automaat op zeer korte afstand achter die [slachtoffer] is/zijn gaan staan;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 03 maart 2015 in de gemeente Zevenaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die
[slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen of te dulden, te weten waartoe die [slachtoffer] is gedwongen, door:
- die [slachtoffer] in een voertuig te laten plaatsnemen (door naar die [slachtoffer] (op indringende wijze) te roepen: 'Nu instappen') en/of
- naast die [slachtoffer] te gaan zitten en/of (daarbij) (dreigend) de woorden toe te voegen: 'Als je de politie gebeld hebt dan heb je een probleem als ik in de val loop', althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- ( vervolgens) naar voornoemde woning te rijden (om daar de bankpas te halen) en/of
- ( vervolgens) naar een (pin)automaat te lopen en/of (daarbij) te roepen: 'Mijn vrienden weten nu waar je woont', althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] aan het pinnen was) bij de (pin)automaat op zeer korte afstand achter die [slachtoffer] te gaan staan.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat er vrijspraak dient te volgen voor het primair ten laste gelegde feit, nu naar zijn mening niet bewezen kan worden dat [slachtoffer] is gedwongen tot afgifte van het geldbedrag. De officier van justitie heeft gesteld dat er eveneens vrijspraak dient te volgen voor het subsidiair ten laste gelegde feit. Naar zijn mening kan uit het wettig bewijs niet de overtuiging worden verkregen dat verdachte opzet heeft gehad op het plegen van diefstal met geweld en ook niet dat hij opzet heeft gehad [slachtoffer] te dwingen iets te doen, zoals meer subsidiair ten laste is gelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit. Naar zijn mening kan niet bewezen worden verklaard dat er sprake is geweest van medeplegen, aangezien verdachte op belangrijke momenten niet aanwezig is geweest. Bovendien kan niet bewezen worden dat verdachte opzet heeft gehad om aangever [slachtoffer] te beroven of hem tegen zijn wil, al dan niet met (bedreiging met) geweld te dwingen geld en of goederen af te geven.
Beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Verdachte heeft verklaard dat hij op 3 maart 2015 samen met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vanuit Arnhem naar Zevenaar is gereden om bij [slachtoffer] , een bekende van hem uit het verleden, langs te gaan. Het was zijn bedoeling om met [slachtoffer] te gaan praten. [medeverdachte 1] wilde ook met [slachtoffer] gaan praten omdat [slachtoffer] ooit geld van hem had gestolen en hij dat terug wilde. Het was de bedoeling dat verdachte [medeverdachte 1] bij [slachtoffer] zou introduceren. Toen zij stonden te wachten op [medeverdachte 2] , die zou rijden, zag hij dat [medeverdachte 1] een mes bij zich had. Hij was verbaasd dat daar de naam “ [slachtoffer] ” op stond. Hij heeft tegen [medeverdachte 1] gezegd dat hij dat weg moest weggooien. [medeverdachte 1] heeft dat toen ook gedaan. Als [medeverdachte 1] het mes toch mee had willen nemen, zou hij [medeverdachte 1] niet meegenomen hebben. [medeverdachte 1] bleef in Zevenaar eerst buiten wachten. Toen hijzelf samen met [medeverdachte 2] bij [slachtoffer] in de woning was belde [medeverdachte 1] aan. [medeverdachte 1] kwam binnen. [slachtoffer] schrok toen hij [medeverdachte 1] zag, ging er vandoor en [medeverdachte 1] ging er achteraan. Verdachte heeft hen een tijd later voor het eerst weer samen gezien toen zij bij de pinautomaat stonden en [medeverdachte 1] geld uit de automaat nam.
De rechtbank heeft uit de bewijsmiddelen in het dossier niet de overtuiging gekregen dat verdachte opzet heeft gehad op een van de tenlastegelegde feiten. Hij is weliswaar meegegaan naar de woning van [slachtoffer] en stond er ook bij toen die [slachtoffer] geld heeft gepind, maar niet is gebleken dat verdachte daarbij het opzet heeft gehad, ook niet in voorwaardelijke zin, om die [slachtoffer] door (bedreiging met) geweld of door enige andere feitelijkheid geld afhandig te (doen) maken.
De verdachte behoort dan ook vrijgesproken te worden van de aan hem ten laste gelegde feiten.

3.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde feiten.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.E. Lagarde (voorzitter), mr. S.H. Keijzer en mr. F.M.A. 't Hart, rechters, in tegenwoordigheid van A.B.M. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 december 2016.
De griffier is buiten staat mede te ondertekenen.