ECLI:NL:RBGEL:2016:661

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 februari 2016
Publicatiedatum
8 februari 2016
Zaaknummer
05/820169-15
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met ernstig letsel door onvoorzichtig rijgedrag

Op 9 februari 2016 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 23-jarige vrouw uit Beemte Broekland. De vrouw werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval op 31 maart 2015 in Twello, waarbij de bestuurder van een bromfiets ernstig letsel opliep. De rechtbank oordeelde dat de vrouw onvoldoende vaart had geminderd en haar auto niet onder controle kon houden, wat leidde tot de aanrijding met de bromfiets. De rechtbank achtte het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, namelijk dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend had gereden. De officier van justitie had een werkstraf van 90 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid van zes maanden geëist. De rechtbank volgde deze eis en legde de straf op, rekening houdend met de ernst van het letsel van het slachtoffer en de impact op de verdachte zelf. De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar op basis van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
team strafrecht
zittingsplaats Zutphen
parketnummer : 05/820169-15
datum uitspraak : 9 februari 2016
tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [woonplaats] .
Raadsman: mr. L.P. Kabel, advocaat te Eindhoven.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 januari 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is –na wijziging- ten laste gelegd dat:
primair
zij op of omstreeks 31 maart 2015 te Twello, gemeente Voorst, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van de Rijksstraatweg (N344)en gaande in de richting van de Boevenbrinkstraat, daarmee rijdende over de weg, Oude Wezeveldseweg, zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, aldaar heeft gereden met een grotere snelheid dan de aldaar voor haar, verdachte maximum toegestane snelheid van 60 kilometer per uur en/of heeft zij, verdachte in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de snelheid van dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto)niet zodanig aangepast dat zij, verdachte in staat was dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand
waarover zij, verdachte die weg (de Oude Wezeveldseweg)kon overzien en waarover deze vrij
was en/of rijdende met die snelheid in of nabij een in die weg (de Oude Wezeveldseweg)
gelegen, gezien haar, verdachtes rijrichting, naar links verlopende bocht, de binnenbocht heeft genomen en/of gezien haar, verdachtes rijrichting, al dan niet naar rechts gaand is uitgeweken voor een haar, verdachte tegemoetkomend ander motorrijtuig en/of (vervolgens) met de rechter wielen van dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) in de gezien haar, verdachtes rijrichting, rechter berm van die weg is terechtgekomen en/of heeft zij, verdachte niet of in onvoldoende mate dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) onder controle weten te houden en/of is zij, verdachte met dat door haar bestuurde motorrijtuig (personenauto) in een slip geraakt en/of geheel of gedeeltelijk op het voor het tegemoetkomend verkeer bestemde weggedeelte van die weg (de Oude Wezeveldseweg) terechtgekomen en/of is zij, verdachte gebotst tegen of in aanrijding gekomen met een op dat voor dat voor het tegemoetkomend verkeer bestemde weggedeelte haar, verdachte tegemoet rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (bromfiets/scooter), waardoor de bestuurder van dat andere motorrijtuig (bromfiets/scooter) ten val is gekomen en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
subsidiair
zij op of omstreeks 31 maart 2015 te Twello, gemeente Voorst, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van de Rijksstraatweg (N344)en gaande in de richting van de Boevenbrinkstraat, daarmee over de weg, Oude Wezeveldseweg, heeft gereden met een grotere snelheid dan de aldaar voor haar, verdachte maximum toegestane snelheid van 60 kilometer per uur en/of in of nabij een in die weg gelegen, gezien haar, verdachtes rijrichting, naar links verlopende bocht, de binnenbocht heeft genomen en/of gezien haar, verdachtes rijrichting, al dan niet naar rechts gaand is uitgeweken voor een haar, verdachte tegemoetkomend ander motorrijtuig en/of (vervolgens) met de rechter wielen van dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) in de gezien haar, verdachtes rijrichting, rechter berm van die weg is terechtgekomen en/of heeft zij, verdachte, niet of in onvoldoende mate dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) onder controle weten te houden en/of is zij, verdachte met dat door haar bestuurde motorrijtuig (personenauto) in een slip geraakt en/of geheel of gedeeltelijk op het voor het tegemoetkomend verkeer bestemde weggedeelte van die weg (de Oude Wezeveldseweg) terechtgekomen en/of is zij, verdachte gebotst tegen of in aanrijding gekomen met een op dat voor dat voor tegemoetkomend verkeer bestemde haar, verdachte tegemoet rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (bromfiets/scooter), waardoor de bestuurder van dat andere motorrijtuig (bromfiets/scooter) ten val is gekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding onderzoek
Op 31 maart 2015 heeft op de Oude Wezeveldseweg in Twello een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij de bestuurder van een snorscooter gewond is geraakt. Verdachte was de bestuurder van de bij het ongeval betrokken personenauto.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat er geen bewijs is dat verdachte de maximumsnelheid heeft overschreden. Het klopt wel dat verdachte niet in staat is geweest haar auto tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien, maar deze omstandigheid is niet redengevend voor overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994). Verdachte heeft aanvankelijk tussen de op de weg aangebrachte lijnen gereden. Toen er een tegenligger kwam is zij conform de indeling van de weg uitgeweken. Verdachte is alleen iets te ver uitgeweken en daardoor in de berm terechtgekomen. Daarna is zij in een slip geraakt. Van enig ander verwijt is geen sprake. De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het primair ten laste gelegde. Er was hooguit sprake van schuld in de zin van artikel 5 van de WVW 1994.
Beoordeling door de rechtbank
Uit de VerkeersOngevalsAnalyse (hierna: VOA) komt naar voren dat verdachte over de Oude Wezeveldseweg reed, buiten de bebouwde kom van Twello, gemeente Voorst. Voor motorvoertuigen bedroeg de ter plaatse toegestane maximumsnelheid 60 km/uur. Verdachte kwam uit de richting van de Rijksstraatweg (N344) en reed in de richting van de Boevenbrinkstraat. Toen zij een bocht naar links naderde werd het zicht op het verloop van de weg in deze bocht in grote mate ontnomen door in de binnenbocht staande bomen. De bestuurder van een bromfiets kwam haar tegemoet rijden. In de bocht naar links raakte de personenauto met de beide rechterwielen in de rechterberm, brak de achterzijde van de auto naar rechts uit en verloor verdachte de controle over het voertuig. Na de bocht slipte verdachte schuin naar links de linker weghelft op. Daarna stuurde verdachte naar rechts om een botsing met de bromfiets en/of de aanwezige bomen te voorkomen. Hierbij corrigeerde zij teveel waardoor de achterzijde van haar auto naar links uitbrak en zij de macht over het stuur (opnieuw) verloor. Hierop botste zij, op de linker weghelft, met de linker voorzijde van haar auto, tegen de voorzijde van de bromfiets en de bestuurder daarvan. Door de kracht van de botsing werd de bromfiets schuin naar links weg ‘geslingerd’. De bestuurder van de bromfiets belandde met zijn lichaam tegen de voorruit en het dak van de auto. Hij is bij de aanrijding gewond geraakt.
Er kon geen betrouwbare snelheidsberekening worden gemaakt. [2]
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 31 maart 2015 op zijn snorfiets reed over de Oude Wezeveldseweg. Hij zag dat de bestuurder van een hem tegemoetkomende auto de macht over het stuur kwijtraakte. Die bestuurder raakte in een slip, aldus [slachtoffer] , en kwam hard en recht op hem afrijden. [slachtoffer] stond zelf bijna stil. Hij werd door de bestuurderskant van de auto, tussen de koplamp en de grill, geraakt. [slachtoffer] reed zelf zoveel mogelijk naar rechts, ter hoogte van de strepen op de weg. Hij is op de voorruit van de auto terechtgekomen en over de auto gevlogen. Zijn knieschijf is doormidden gebroken. [3]
Over het letsel van [slachtoffer] is op 19 mei 2015 een geneeskundige verklaring opgemaakt door orthopedisch chirurg [arts] , waaruit naar voren komt dat [slachtoffer] een gebroken knieschijf heeft en dat hij op 31 maart 2015 is geopereerd. De geschatte duur van de genezing is zes maanden. [4]
Bij een aanvullend verhoor op 10 september 2015 heeft [slachtoffer] verklaard dat hij op 31 maart 2015 aan zijn knie is geopereerd. Op 26 juni 2015 is hij vanwege complicaties nogmaals geopereerd. Het is nog niet bekend hoe lang het herstel nog gaat duren en [slachtoffer] weet ook niet of hij wel volledig zal herstellen. [5]
Verdachte heeft verklaard dat zij op 31 maart 2015 op de Oude Wezeveldseweg reed met ongeveer 65 km/uur vanuit de richting Twello. Zij reed door een bocht naar links, waarbij ze iets de binnenbocht nam. In de bocht zag verdachte dat er een tegenligger aan kwam. Verdachte week uit, waardoor zij met de rechterwielen in de rechter berm terechtkwam. Zij stuurde naar links om weer met alle wielen op het wegdek te komen, maar verloor daarbij de macht over het stuur. De auto raakte in een slip en draaide naar de linkerkant van de weg, aldus verdachte. Op dat moment zag zij een tegemoetkomende scooter. De bestuurder daarvan kon niet meer uitwijken. De scooter kwam tegen de voorzijde van de auto van verdachte. Hij kwam op de motorkap en vervolgens op de voorruit terecht. [6]
De rechtbank overweegt dat zij er niet van uitgaat dat verdachte de maximumsnelheid heeft overschreden, mede gelet op de verklaring van verdachte ter zitting dat zij maximaal 65 km/uur heeft gereden op het rechte stuk voor de bocht en dat zij in de bocht het gas heeft losgelaten, en in aanmerking genomen dat de verbalisanten van de VOA geen betrouwbare snelheidsberekening hebben kunnen maken. Dat verdachte de binnenbocht heeft genomen vindt evenmin steun in de VOA. Ook die in de tenlastelegging opgenomen gedraging kan naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen worden verklaard.
De rechtbank acht wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte haar snelheid niet zodanig heeft aangepast dat zij haar auto op tijd tot stilstand kon brengen en dat zij haar auto, bij het uitwijken, niet onder controle heeft kunnen houden. Verdachte is in een slip geraakt en de auto is aan de andere kant van de weg terechtgekomen. Verdachte is gebotst tegen de bromfiets die werd bestuurd door [slachtoffer] , die aan het ongeval letsel heeft overgehouden dat als zwaar lichamelijk letsel dient te worden beschouwd.
Voor een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde is vereist dat het rijgedrag van verdachte als zeer of aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig of onachtzaam kan worden gezien. Daarvoor moet beoordeeld worden of er sprake was van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Daarbij geldt dat in zijn algemeenheid niet valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor bewezenverklaring van schuld in deze zin. Gekeken moet worden naar het geheel van gedragingen, naar de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en naar de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan. Daarnaast geldt dat niet enkel uit de ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag kan worden afgeleid dat er sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de WVW 1994.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam gereden. Verdachte had, gelet op de situatie ter plekke, haar snelheid verder terug moeten brengen. En ook is zij in de rechterberm terecht gekomen en heeft zij haar auto onvoldoende onder controle weten te houden. Dit betekent dat de rechtbank het primair ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen acht.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
zij op
of omstreeks31 maart 2015 te Twello, gemeente Voorst, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van de Rijksstraatweg (N344) en gaande in de richting van de Boevenbrinkstraat, daarmee rijdende over de weg, Oude Wezeveldseweg,
zeer, althansaanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
aldaar heeft gereden met een grotere snelheid dan de aldaar voor haar, verdachte maximum toegestane snelheid van 60 kilometer per uur en/of heeft zij, verdachtein strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de snelheid van dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) niet zodanig aangepast dat zij, verdachte in staat was dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) tot stilstand te brengen binnen de afstand
waarover zij, verdachte die weg (de Oude Wezeveldseweg) kon overzien en waarover deze vrij
was
en/of rijdende met die snelheid in of nabij een in die weg (de Oude Wezeveldseweg)
gelegen, gezien haar, verdachtes rijrichting, naar links verlopende bocht, de binnenbocht heeft genomenen
/ofgezien haar, verdachtes rijrichting,
al dan nietnaar rechts gaand is uitgeweken voor een haar, verdachte tegemoetkomend ander motorrijtuig en
/of(vervolgens) met de rechter wielen van dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) in de gezien haar, verdachtes rijrichting, rechter berm van die weg is terechtgekomen en
/ofheeft zij, verdachte niet of in onvoldoende mate dat door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) onder controle weten te houden en
/ofis zij, verdachte met dat door haar bestuurde motorrijtuig (personenauto) in een slip geraakt en
/ofgeheel of gedeeltelijk op het voor het tegemoetkomend verkeer bestemde weggedeelte van die weg (de Oude Wezeveldseweg) terechtgekomen en
/ofis zij, verdachte gebotst tegen
of in aanrijding gekomen meteen op dat voor het tegemoetkomend verkeer bestemde weggedeelte haar, verdachte tegemoet rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (bromfiets/scooter), waardoor de bestuurder van dat andere motorrijtuig (bromfiets/scooter) ten val is gekomen en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht
, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 90 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid van zes maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat verdachte zich het gebeuren erg aantrekt. Zij is bij het slachtoffer geweest en heeft haar excuses aangeboden. Verdachte heeft haar rijbewijs af en toe nodig voor haar werk.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan onvoorzichtig verkeersgedrag. Zij heeft onvoldoende vaart geminderd en had haar auto niet meer onder controle, waardoor zij een verkeersongeval heeft veroorzaakt. Door dit ongeval heeft de bestuurder van de bromfiets/scooter ernstig letsel opgelopen. De rechtbank houdt bij het bepalen van de straf rekening met de ernst van deze gevolgen.
De rechtbank neemt verder het strafblad van verdachte in aanmerking, waarop geen andere feiten staan vermeld.
De rechtbank heeft verder acht geslagen op het LOVS-oriëntatiepunt voor straftoemeting voor artikel 6 van de WVW 1994.
Alles overwegende vindt de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden. De rechtbank heeft hierbij ook gelet op de impact die het incident op verdachte zelf heeft gehad. De rechtbank zal een werkstraf van 90 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden opleggen. Voor praktische problemen die de ontzegging van de rijbevoegdheid mogelijk voor verdachte opleveren, zal zij zelf een oplossing moeten zoeken.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 6, 175, 178 en 179 van de WVW 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
werkstrafgedurende
90 (negentig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
45 (vijfenveertig) dagen;
 ontzegt verdachte de
bevoegdheid motorrijtuigente besturen voor de duur van
6 (zes) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. van Apeldoorn, voorzitter, mr. N.C. van Lookeren Campagne en mr. M.J.M. Krabbe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 februari 2016.
mr, Krabbe is buiten staat dit
vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, basisteam IJsselstreek, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015157496-1, gesloten op 15 september 2015, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.VerkeersOngevalsAnalyse, pagina’s 6-34.
3.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer, pagina’s 37-38.
4.Geneeskundige verklaring [arts] , 19 mei 2015.
5.Proces-verbaal van verhoor, pagina’s 39-40.
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte, pagina’s 41-42.