ECLI:NL:RBGEL:2016:6562

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 oktober 2016
Publicatiedatum
6 december 2016
Zaaknummer
05/780057-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van minderjarige verdachten voor openlijk geweld tijdens rellen in Geldermalsen

Op 25 oktober 2016 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in een zaak tegen vier minderjarige verdachten die betrokken waren bij openlijk geweld tijdens de rellen in Geldermalsen op 16 december 2015. De rechtbank heeft vastgesteld dat er massaal geweld heeft plaatsgevonden, gericht tegen politieambtenaren en beveiligingsmedewerkers. Bij één van de verdachten is een deels voorwaardelijke werkstraf opgelegd, terwijl de andere drie verdachten onvoorwaardelijke werkstraffen kregen. Twee minderjarige verdachten zijn vrijgesproken.

De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer voor kinderstrafzaken. Tijdens de zitting op 11 oktober 2016 heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd, wat ook door de verdediging werd bepleit. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er weliswaar wettig bewijs was, maar dat dit niet overtuigend genoeg was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte aanwezig was bij het geweld, maar dat dit alleen niet voldoende was om te concluderen dat hij een significante bijdrage aan het geweld had geleverd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij daadwerkelijk een voorwerp had gegooid of een actieve rol had gespeeld in het geweld. De uitspraak is gedaan door een panel van drie kinderrechters en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team jeugd
Zittingsplaats: Arnhem
Parketnummer : 05/780057-16
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer voor kinderstrafzaken d.d. 25 oktober 2016
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats], wonende aan de [adres].
Raadsman: mr. C.G.M. van Rossum, advocaat te Bemmel.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 11 oktober 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 16 december 2015 te Geldermalsen openlijk, te weten op of aan een of meer openbare wegen, gelegen in/nabij het centrum en/of het gemeentehuis van Geldermalsen, in elk geval op of aan een openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer aldaar aanwezige dienstdoende politieambtenaren en/of medewerkers van de beveiliging en/of (politie-)voertuigen en/of het gemeentehuis en/of hekwerk/dranghekken, welk geweld bestond uit het -met kracht- duwen en/of trappen tegen en/of trekken aan en/of optillen/omhoogduwen van dat/die hekwerk/dranghekken en/of het wegduwen van dat/die hekwerk/dranghekken in de richting van die (zich vlak daarachter bevindende) politieambtena(a)r(en) en/of medewerker(s) en/of het gooien van een of meer voorwerpen -over het/de hekwerk/dranghekken- in de richting van die politieambtena(a)r(en) en/of medewerker(s) en/of het ter hand nemen en/of kapotgooien van (delen van) stenen/stoeptegels/klinkers en/of het gooien van (delen van) stenen/stoeptegels/klinkers en/of flessen en/of (volle) blikjes bier/drank en/of -zwaar- vuurwerk en/of (een) rookbom(men)
tegen/naar/in de richting van die politieambtena(a)r(en) en/of medewerker(s) en/of die/dat (politie-)voertuig(en) en/of het gemeentehuis en/of het slaan, stompen, schoppen en/of (omver-)trekken/duwen van die politieambtena(a)r(en) en/of medewerker(s) en/of het omvergooien van, het schoppen/duwen tegen en/of trekken aan dat/die hekwerk/dranghekken en/of het getalsmatig versterken van de groep van waaruit geweldshandelingen werden gepleegd en/of het -met de groep- opdringen in de richting van die politieambtena(a)r(en) en/of die medewerker(s) en/of het -vanuit de groep- luidkeels provoceren van en/of
uitdagend/beledigend schreeuwen naar die politieambtena(a)r(en) en/of die medewerker(s).

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is ter terechtzitting van de kinderrechter van 10 juni 2016 met gesloten deuren onderzocht. Daarbij zijn verdachte noch zijn raadsman verschenen. De kinderrechter heeft de terechtzitting geschorst en de zaak verwezen naar de meervoudige kamer voor kinderstrafzaken van 11 oktober 2016 op een nader te bepalen tijdstip, gelet op de complexiteit alsmede de maatschappelijke impact van de zaak.
De zaak is op 11 oktober 2016 ter terechtzitting met gesloten deuren onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. C.G.M. van Rossum, advocaat te Bemmel.
De officier van justitie, mr. W.E.M. van Erp, heeft ter terechtzitting van 11 oktober 2016 vrijspraak gevorderd.
De raadsman en verdachte hebben ter terechtzitting van 11 oktober 2016 eveneens vrijspraak bepleit.

3.De beslissing inzake het bewijs

overweging met betrekking tot openlijke geweldpleging
De beoordeling door de rechtbank
Vast staat dat op 16 december 2015 op een of meer openbare wegen, gelegen nabij het centrum en/of het gemeentehuis van Geldermalsen, massaal geweld heeft plaatsgevonden, dat kan worden gekwalificeerd als openlijke geweldpleging. Het geweld was gericht tegen aldaar aanwezige dienstdoende politieambtenaren, medewerkers van de beveiliging,
(politie-) voertuigen, het gemeentehuis en hekwerken/dranghekken. Daarbij is geduwd en getrapt tegen en getrokken aan die hekwerken/dranghekken, die vervolgens zijn opgetild, omhoog- en weggeduwd in de richting van de (zich vlak daarachter bevindende) politieambtenaren en/of beveiligingsmedewerkers. Daarnaast is met verschillende projectielen gegooid, waaronder zwaar vuurwerk, blikjes, flessen, stenen en stoeptegels richting het gemeentehuis, politieambtenaren, politievoertuigen en beveiligingsmedewerkers. De spiegels van een ME-voertuig zijn kapotgeslagen. Ook is door de menigte provocerend geschreeuwd naar de politieambtenaren en beveiligingsmedewerkers.
de rol van verdachte ten aanzien van de openlijke geweldpleging
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, nu er weliswaar voldoende wettig, maar onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden is.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft eveneens vrijspraak bepleit, maar stelt zich op het standpunt dat zowel het wettig als het overtuigend bewijs ontbreekt.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting wel wettig, maar niet overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het hem tenlastegelegde feit heeft begaan. De rechtbank overweegt in dit verband dat er geen aanleiding bestaat om te twijfelen aan de juistheid van de inhoud van het op ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 25 januari 2016. In dat proces-verbaal is weergegeven dat op beeldmateriaal is te zien dat een persoon, aangeduid als NN51, een onbekend voorwerp over het hek gooit in de richting van de ME. De rechtbank heeft ter terechtzitting het beeldmateriaal, dat ziet op NN51, bekeken. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zichzelf op die beelden te herkennen. De rechtbank neemt die verklaring van verdachte over. Daardoor is er op zich sprake van wettig bewijs dat verdachte het hem tenlastgelegde heeft begaan.
Verdachte heeft echter ontkend een voorwerp te hebben gegooid. De rechtbank heeft ter terechtzitting op de beelden niet waargenomen dat verdachte een onbekend voorwerp heeft gegooid. Hierdoor heeft de rechtbank niet de overtuiging bekomen dat verdachte iets heeft gegooid. Het enkele feit dat verdachte aanwezig was op een plek waar het openlijk geweld op 16 december 2015 in Geldermalsen plaatsvond, is onvoldoende om te concluderen dat hij een significante en wezenlijke bijdrage aan dat openlijk geweld heeft gehad. De rechtbank heeft niet de overtuiging dat verdachte het hem tenlastegelegde feit heeft begaan. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.

4.De beslissing

De rechtbank, rechtdoende:
Spreektverdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Waal-van Wessem, kinderrechter als voorzitter mr. W. Bruins, kinderrechter, en mr. A.S.W. Kroon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W. van de Graaff-Eggink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op
25 oktober 2016.