ECLI:NL:RBGEL:2016:6479
Rechtbank Gelderland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf BPM bij uitvoer van een voormalige taxi met geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de teruggaaf van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) bij de uitvoer van een voormalige taxi. Eiseres, een vennootschap onder firma, had een verzoek ingediend om teruggaaf van BPM voor een BMW die eerder als taxi was geregistreerd. De Belastingdienst had dit verzoek afgewezen, omdat de naheffingsaanslag BPM aan de vorige eigenaar, de taxionderneming, onbetaald was gebleven. Eiseres stelde dat zij recht had op teruggaaf op basis van het vertrouwensbeginsel, omdat er in e-mailcorrespondentie met de Belastingdienst uitlatingen waren gedaan die haar het vertrouwen gaven dat zij in aanmerking kwam voor teruggaaf.
Tijdens de zitting op 17 november 2016 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen van de Belastingdienst voldoende specifiek waren en dat eiseres in redelijkheid mocht vertrouwen op een teruggaaf van BPM. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar van de Belastingdienst en stelde het bedrag van de teruggaaf vast op € 4.101. Daarnaast werd de Belastingdienst veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 992 en het betaalde griffierecht van € 331.
De rechtbank concludeerde dat, hoewel de teruggaaf van BPM in beginsel niet mogelijk was vanwege de onbetaalde naheffingsaanslag, de uitlatingen van de Belastingdienst eiseres het in rechte te beschermen vertrouwen gaven dat zij recht had op teruggaaf. Dit leidde tot de beslissing om de teruggaaf toe te kennen, ondanks de eerdere afwijzing door de Belastingdienst.