ECLI:NL:RBGEL:2016:6040

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 november 2016
Publicatiedatum
11 november 2016
Zaaknummer
05/740038-16
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 81-jarige man voor seksueel misbruik van zijn kleindochters

Op 11 november 2016 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 81-jarige man uit Zwolle, die werd beschuldigd van seksueel misbruik van drie van zijn kleindochters. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. Gedurende meerdere jaren heeft hij seksuele handelingen verricht bij de meisjes, die op het moment van de misbruik nog jong waren. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de slachtoffers gedetailleerd en geloofwaardig waren, en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. Ondanks zijn gezondheidsproblemen, waaronder een rolstoelgebonden toestand en andere ernstige aandoeningen, oordeelde de rechtbank dat hij detentiegeschikt was en dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigde. De rechtbank heeft ook schadevergoeding toegewezen aan de slachtoffers, die aanzienlijke emotionele en fysieke schade hebben geleden door de daden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer : 05/740038-16
Datum uitspraak : 11 november 2016
Tegenspraak (artikel 279 Sv)
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats] ,
wonende te [geboorteplaats] .
Raadsvrouw: mr. M. van der Burg, advocaat te Zwolle.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 24 juni 2016 en 28 oktober 2016.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijzing van de tenlastelegging ter zitting, ten laste gelegd dat:
1.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 5 juni 1999 tot 5 juni 2003 te Veessen, gemeente Heerde, en/of op andere plaatsen in Nederland, met [slachtoffer 1] , geboortedatum [geboortedatum 2] , één of meer handelingen heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , immers heeft verdachte
- één of meer van zijn vingers in haar vagina gebracht en/of
- zijn penis tussen, althans tegen haar schaamlippen gebracht en/of
- haar vagina en/of haar borsten betast,
- zich door haar aan zijn penis laten betasten en/of
- met haar getongzoend,
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
2.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 10 september 2002 tot
10 september 2006 te Veessen, gemeente Heerde, in ieder geval in Nederland, met [slachtoffer 2] , geboortedatum [geboortedatum 3] , buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft verdachte
- zijn penis tussen, althans tegen haar schaamlippen gebracht en/of
- haar vagina en/of haar borsten betast,
- zich door haar aan zijn penis laten betasten en/of zich door haar laten aftrekken,
terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt;
3.
hij (op meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 05 juni 1999 tot 10 september 2006 te Veessen, gemeente Heerde, in ieder geval in Nederland, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige kleindochters [slachtoffer 1] (geboortedatum [geboortedatum 2] ) en [slachtoffer 2] (geboortedatum [geboortedatum 3] ), door
- zijn penis tussen, althans tegen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] te brengen en/of
- de vagina en/of de borsten van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] te betasten en/of
- zich door die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] aan zijn penis te laten betasten en/of
- een vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] te brengen en/of
- die [slachtoffer 1] te tongzoenen,
terwijl die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toen aan de zorg en/of waakzaamheid van verdachte waren toevertrouwd;
4.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 maart 2011 tot en met 31 oktober 2014 te Veessen, gemeente Heerde, in ieder geval in Nederland, met [slachtoffer 3] , geboortedatum [geboortedatum 4] , buiten echt, één of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft verdachte
- haar vagina en/of haar borsten betast en/of
- met haar getongzoend,
terwijl die [slachtoffer 3] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt en aan de zorg en/of waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding onderzoek/vaststaande feiten
Op 7 december 2015 is bij de politie gemeld dat verdachte, destijds woonachtig in Veessen [2] , drie van zijn kleindochters zou hebben misbruikt. Nadat informatieve gesprekken zeden zijn gevoerd, is aangifte gedaan door [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 2] [3] , [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 3] [4] en namens [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] . [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte heeft verteld dat hij de aangeefsters niet met zijn penis heeft aangeraakt. Voor het overige worden de feiten door hem bekend en wordt gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Bewijsmiddelen feit 1 en feit 3 ( [slachtoffer 1] )
[slachtoffer 1] heeft aangifte gedaan van seksueel misbruik door verdachte. Het is vooral gebeurd bij hem thuis in Veessen en ook wel in de camper, bij huis of op een camping ergens in Nederland. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat dit was tussen haar achtste en haar elfde jaar. Verdachte heeft haar gestreeld, overal aan- en in gezeten met zijn handen en vingers en hij heeft geprobeerd in haar te komen met zijn penis.
[slachtoffer 1] logeerde bij verdachte en haar oma als haar ouders iets hadden, in de weekenden en ook wel in vakanties. Zij denkt dat ze een keer of acht bij verdachte in bed heeft geslapen. Het misbruik heeft meer in de camper dan in de woning plaatsgevonden.
Over het misbruik in de woning heeft [slachtoffer 1] verklaard dat verdachte aan haar ging zitten, aan haar vagina. Hij probeerde haar ook wel te kussen, op de mond. Verdachte probeerde zijn tong naar binnen te duwen, dat is hem ook gelukt, [slachtoffer 1] vond het heel vies. Verdachte heeft de vagina van [slachtoffer 1] een keer of acht aangeraakt. Dat ging zowel over als onder de onderbroek. Hij ging ook met zijn vingers naar binnen. Hij had onbenullig grote handen, zo heeft [slachtoffer 1] verklaard. Het was heel dwingend, verdachte deed net alsof [slachtoffer 1] zijn vriendinnetje was.
[slachtoffer 1] is zeker vijf tot tien keer met verdachte met de camper weggeweest. Dat varieerde van naar Brabant tot dichterbij naar Welsum. Dat begon toen ze zeven jaar oud was. [slachtoffer 1] was elf toen ze durfde te zeggen dat verdachte dit niet moest doen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] vijf tot tien keer betast als ze echt weg waren en zeker tien keer als de camper gewoon bij huis stond. Hij betastte dan haar vagina, maar ook haar borsten. In de camper heeft verdachte geprobeerd met zijn penis in haar te komen. De camper stond toen naast het huis en verdachte ging een dutje doen en zei dat [slachtoffer 1] ook even moest gaan slapen. Ze was toen acht of negen jaar. Verdachte ging die keer op haar liggen en probeerde met zijn penis in haar vagina te komen. Zij voelde dat hij met zijn penis tegen haar vagina aan kwam. Ze vond het heel eng dat verdachte zo op haar lag, hij deed het heel dwingend. [6]
Verdachte heeft over [slachtoffer 1] verklaard dat hij veel op bed lag en dat [slachtoffer 1] dan bij hem kroop. Een paar keer heeft hij de hand uitgestoken. Verdachte heeft de blote geslachtsdelen van [slachtoffer 1] aangeraakt. Dat was tussen de vijf en tien keer. [slachtoffer 1] zat ook aan zijn kleine jongen, een beetje eraan te spelen, in de broek. Verdachte schat dat [slachtoffer 1] toen een jaar of twaalf was. Als hij wordt geconfronteerd met de verklaring van [slachtoffer 1] dat ze jonger was, zegt verdachte dat hij het niet meer weet.
Het kan best dat hij haar zoende, ook met de tong. Hij heeft ook wel eens over haar borsten gewreven, onder de kleren. Het kan ook best dat hij een keer met zijn vinger in haar vagina is gegaan. Als [slachtoffer 1] dat zegt, dan zal dat een keer gebeurd zijn, aldus verdachte.
Tijdens een vakantie in Limburg, in de camper, heeft verdachte geprobeerd [slachtoffer 1] te neuken, maar dat lukte niet want ze was te nauw. Bij [slachtoffer 1] heeft hij dit één keer geprobeerd. Misschien dat verdachte [slachtoffer 1] wel eens tussen de benen heeft gepakt, hij zou het niet meer weten. In antwoord op de vraag wanneer het met [slachtoffer 1] begon en stopte heeft verdachte geantwoord: “Ik denk misschien vanaf een jaar of acht tot aan een jaar of twaalf”. Het is ook met [slachtoffer 1] begonnen. [7]
Bewijsmiddelen feit 2 en feit 3 ( [slachtoffer 2] )
[slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan van seksueel misbruik door haar opa, verdachte. Dat gebeurde in de woning van verdachte en oma en ook wel in de camper, als ze op een camping in Nederland stonden. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat ze vaak bij verdachte en oma ging logeren en dat verdachte en oma ook wel oppasten als haar ouders weg moesten.
Over het misbruik heeft [slachtoffer 2] verklaard dat verdachte zijn geslachtsdeel tegen het hare aandrukte, dat ze hem een paar keer moest aftrekken en dat hij haar vagina en borsten heeft betast.
Bij hem thuis was dat in de woonkamer op de bank en in het kamertje dat grenst aan de woonkamer, op de tafel. In de camper was het in het slaapgedeelte in het bovengedeelte. [slachtoffer 2] herinnert zich dat verdachte haar kleren uitdeed en over haar lichaam streelde, ook haar borsten en vagina, de intieme plekken. Hij zat aan haar borsten, terwijl ze die niet nog had. [slachtoffer 2] was toen zeven of acht jaar oud. Hij raakte haar vagina aan met zijn vingers. Volgens [slachtoffer 2] is dit wel tien tot vijftien keer gebeurd, misschien nog wel vaker.
Wat er in de bijkamer naast de woonkamer gebeurde was dat verdachte [slachtoffer 2] naakt op tafel zette met haar benen wijd. Hij stond dan tussen haar benen en drukte zijn piemel tegen haar vagina aan. Hij maakte dan seksuele bewegingen en ging met zijn penis langs haar vagina en er tegenaan. Ze was toen tussen de acht en elf jaar oud. Het is tussen de vijf en tien keer gebeurd, maar het kan ook vier of twaalf zijn, zo heeft [slachtoffer 2] verklaard.
In de camper moest [slachtoffer 2] verdachte ook wel eens aftrekken. Verdachte pakte haar hand en legde die op zijn piemel. Hij deed eerst de beweging voor en daarna deed [slachtoffer 2] het. Dit is een keer of drie gebeurd. Verdachte heeft in de camper ook wel aan haar gezeten, dat hij haar borsten en vagina aangeraakt heeft. Dat gebeurde ook niet vaak, misschien één, twee of drie keer. Het was een beetje in het midden van de misbruikperiode. Ze gingen met de camper wel naar een camping in Drenthe. Het misbruik gebeurde niet meer toen [slachtoffer 2] op de middelbare school zat. [8]
Verdachte heeft verklaard dat hij bij [slachtoffer 2] hetzelfde heeft gedaan als bij [slachtoffer 1] . Dat gebeurde bij het huis. Verdachte heeft twee keer geprobeerd haar te neuken. Hij wou proberen hem er in te brengen, maar dat lukte niet. [slachtoffer 2] lag op haar rug op tafel, verdachte stond. Hij gelooft niet dat zijn piemel in haar is geweest, maar [slachtoffer 2] kon zijn piemel wel voelen in haar vagina. Een andere keer, in de slaapkamer, is hetzelfde gebeurd. Het klopt dat verdachte de vagina van [slachtoffer 2] heeft betast, zowel over haar broekje als bloot, en dat hij over haar borsten heeft gewreven. Die dingen gebeurden in huis en in de camper. [slachtoffer 2] heeft verdachte één keer afgetrokken, tot hij klaar was. Ze waren toen op vakantie. [slachtoffer 2] was tussen de negen en twaalf jaar oud. Alles is gestopt toen de dochter van verdachte overleed, dat was in oktober 2014. [9]
Overwegingen van de rechtbank met betrekking tot feit 1, feit 2 en feit 3
Verdachte heeft bij de politie bekend alle in de tenlastelegging opgenomen handelingen te hebben gepleegd. Ter zitting is gebleken dat hij ontkent [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] met zijn penis te hebben aangeraakt. De rechtbank is ondanks deze ontkenning van oordeel dat alle tenlastegelegde feitelijke handelingen wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Daarbij is van belang dat de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] afgelegde verklaringen gedetailleerd zijn en duidelijk bepaalde situaties beschrijven. Als voorbeeld noemt de rechtbank de verklaring van [slachtoffer 2] over het naakt op tafel liggen. Verdachte heeft hier ook over verklaard. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] authentiek zijn. Zo verklaart [slachtoffer 1] bijvoorbeeld dat verdachte onbenullig grote handen had. De rechtbank overweegt dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niets invullen, maar alleen beschrijven wat ze nog weten. Dit alles betekent dat de rechtbank geen reden heeft om te twijfelen aan hun geloofwaardigheid, zeker omdat de door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] beschreven situaties door verdachte niet worden ontkend.
Gelet op de leeftijden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] ten tijde van de bewezenverklaarde handelingen komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van feit 1 en feit 2. De rechtbank overweegt dat sprake is van eendaadse samenloop met feit 3. In dit verband is van belang dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben verklaard dat zij bij verdachte in de woning in Veessen waren om te logeren of als verdachte oppaste. Ook gingen ze met hem, en dus zonder hun ouders, met de camper weg, naar diverse plaatsen in Nederland. Naar het oordeel van de rechtbank is daarom ook bewezen dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aan de zorg en waakzaamheid van verdachte waren toevertrouwd.
Feit 4 ( [slachtoffer 3] )
[slachtoffer 3] heeft verklaard dat ze één à twee keer per week bij verdachte en oma kwam, in de vakantie ook wel om te logeren. Ze moest bij verdachte in bed komen liggen. Hij deed dan zijn broek uit en liet zijn piemel zien. [slachtoffer 3] moest ook met hem zoenen, want anders werd hij boos. Toen was ze nog niet zo oud. Ze lagen dan met de gezichten naar elkaar toe, allebei op de zij. Toen zei verdachte “geef me eens een kusje” en toen ging hij zoenen, de hele tijd met zijn tong heen en weer, tegen haar tong aan. Als verdachte zijn piemel liet zien, moest [slachtoffer 3] hetzelfde doen, maar ze heeft natuurlijk geen piemel maar een vagina. Ze deed dan haar broek uit en liet hem zien. Verdachte heeft één tot twee keer in de week zijn piemel laten zien. In het begin kwam er ook zomaar spul uit zijn piemel. Dat was geel. Verdachte heeft ook een beetje aan haar gefriemeld, met zijn hand. Dat was aan haar billen, benen, buik en bij haar borst. [slachtoffer 3] heeft verteld dat ze nog geen borsten had, dus dat verdachte daar niet zoveel kon voelen, maar het was wel op die plek. Verdachte ging dan met zijn hand heen en weer. Hij heeft ook aan de vagina van [slachtoffer 3] gezeten, met zijn hand, zijn vingers. Dat was aan de voorkant, nog boven de spleet, ook wel eens er in, niet erin, maar wel aan de zijkanten, zo heeft [slachtoffer 3] verteld. Dit heeft verdachte drie of vier keer gedaan. Dat was in de slaapkamer of in het bos. [slachtoffer 3] vond het slecht als verdachte dat deed. De laatste keer was toen [slachtoffer 3] ongeveer zeven jaar oud was, dat was een paar jaar geleden. Nadat verdachte naar het ziekenhuis moest, heeft hij het nooit meer gedaan.
Ze gingen ook wel eens een ritje maken met de auto. Niemand mocht dan mee. [slachtoffer 3] weet niet precies waar het was. Ze zat dan voorin de auto. Verdachte deed zijn kleren uit, [slachtoffer 3] ook, omdat verdachte zei dat ze dat moest doen. Ze dacht dat verdachte haar anders misschien uit de auto zou gooien. Ze moest dan ook met hem zoenen en verdachte ging dan de hele tijd met zijn tong heen en weer. In het bos is [slachtoffer 3] niet zo vaak geweest, dat was vier keer ofzo. [10]
Verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer 3] bij verdachte in bed sprong en dat het dan zoenen was, over en weer, gewoon kusjes, dat kan een keer met de tong zijn geweest. Verdachte heeft wel eens gevoeld aan de blote vagina en borsten van [slachtoffer 3] , gewoon met de hand. Verdachte heeft verklaard dat hij wel eens een ritje met de auto ging maken met [slachtoffer 3] . Toen de dochter van verdachte overleed, is alles gestopt met die meisjes. Met [slachtoffer 3] had het toen ongeveer anderhalf jaar geduurd. [11]
Overwegingen rechtbank feit 4
De verklaringen van [slachtoffer 3] en verdachte vormen voldoende bewijs voor de tenlastegelegde handelingen. [slachtoffer 3] heeft ook verklaard over het logeren bij verdachte. De rechtbank overweegt dat zij op die momenten aan de zorg en waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd. Ook gelet op de leeftijd van [slachtoffer 3] ten tijde van de bewezenverklaarde handelingen is de rechtbank van oordeel dat feit 4 wettig en overtuigend is bewezen.

3.Bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij
(op meerdere tijdstippen
)in of omstreeks de periode van 5 juni 1999 tot 5 juni 2003 te Veessen, gemeente Heerde, en
/ofop andere plaatsen in Nederland, met [slachtoffer 1] , geboortedatum [geboortedatum 2] ,
één of meerhandelingen heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , immers heeft verdachte
- één of meer van zijn vingers in haar vagina gebracht en
/of
- zijn penis tussen, althans tegen haar schaamlippen gebracht en
/of
- haar vagina en/of haar borsten betast,
- zich door haar aan zijn penis laten betasten en
/of
- met haar getongzoend,
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
2.
hij
(op meerdere tijdstippen
)in of omstreeks de periode van 10 september 2002 tot
10 september 2006 te Veessen, gemeente Heerde, in ieder geval in Nederland, met [slachtoffer 2] , geboortedatum [geboortedatum 3] , buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft verdachte
- zijn penis tussen, althans tegen haar schaamlippen gebracht en
/of
- haar vagina en/of haar borsten betast,
- zich door haar aan zijn penis laten betasten en/of zich door haar laten aftrekken,
terwijl die [slachtoffer 2] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt;
3.
hij
(op meerdere tijdstippen
)in of omstreeks de periode van 05 juni 1999 tot 10 september 2006 te Veessen, gemeente Heerde, in ieder geval in Nederland, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige kleindochters [slachtoffer 1] (geboortedatum [geboortedatum 2] ) en [slachtoffer 2] (geboortedatum [geboortedatum 3] ), door
- zijn penis tussen, althans tegen de schaamlippen van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] te brengen en
/of
- de vagina en/of de borsten van die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] te betasten en
/of
- zich door die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] aan zijn penis te laten betasten en
/of
- een vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] te brengen en
/of
- die [slachtoffer 1] te tongzoenen,
terwijl die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] toen aan de zorg en
/ofwaakzaamheid van verdachte waren toevertrouwd;
4.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 maart 2011 tot en met 31 oktober 2014 te Veessen, gemeente Heerde, in ieder geval in Nederland, met [slachtoffer 3] , geboortedatum [geboortedatum 4] , buiten echt,
één of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft verdachte
- haar vagina en/of haar borsten betast en
/of
- met haar getongzoend,
terwijl die [slachtoffer 3] de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt en aan de zorg en
/ofwaakzaamheid van verdachte was toevertrouwd.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
feit 2: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feiten 1 en 2 in eendaadse samenloop met feit 3: ontucht plegen met een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd;
feit 4: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, terwijl het feit wordt begaan tegen een aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.Overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte in feite al gevangen zit, nu hij door zijn slechte gezondheidssituatie weinig tot niks meer kan. Zijn klachten zullen verder toenemen. Of verdachte detentiegeschikt is, is niet aan de raadsvrouw, zo heeft zij aangegeven. Zij heeft zich verder gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich gedurende een groot aantal jaren schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van drie van zijn destijds zeer jonge kleindochters. Hiermee heeft hij niet alleen hun vertrouwen, maar ook dat van hun ouders enorm beschaamd. Uit de verklaringen van aangeefsters bij de politie en de slachtofferverklaringen volgt dat de feiten een enorme impact op hen hebben gehad en nog steeds hebben. De rechtbank noemt hier de verklaring van [slachtoffer 2] , dat zij verdachte geen ‘opa’ meer kan noemen. Ze zegt veranderd te zijn sinds ze het heeft verteld, heeft moeite met haar emoties en vind het moeilijk om mensen te vertrouwen. De vader van [slachtoffer 3] heeft beschreven dat [slachtoffer 3] is beschadigd en heel anders is geworden in de omgang met mensen; ze was veel enthousiaster en meer open, terwijl ze nu meer gesloten is en niet meer zo spontaan. Verdachte is de titel ‘opa’ niet waard, aldus de vader van [slachtoffer 3] . Ook [slachtoffer 1] heeft in haar verklaring de geestelijke en lichamelijke gevolgen van het seksueel misbruik beschreven die nog steeds een grote impact op haar dagelijks leven hebben.
De rechtbank overweegt dat verdachte weliswaar heeft verklaard dat hij fout is geweest en dat hij het niet had moeten doen, maar hij heeft daarnaast ook verklaringen afgelegd die erop duiden dat hij niet de volledige verantwoordelijkheid neemt voor zijn daden. Zo lijkt hij de schuld ook bij zijn destijds zeer jonge kleinkinderen te leggen. Ook heeft hij bij de reclassering ontkend dat er slachtoffers zijn. Verdachte bagatelliseert zijn eigen rol, zoals de reclassering dat heeft omschreven.
Over de medische situatie van verdachte overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte is gebonden aan een rolstoel na amputatie van beide benen als gevolg van suikerziekte. Verder heeft hij de ziekte van Parkinson en tremoren in zijn handen en onderkaak. Ook is hij praktisch doof. Verdachte heeft drie maal per week een nierdialyse, is blind aan één oog en heeft COPD, waardoor hij 24 uur per dag aan het zuurstof zit. De reclassering heeft informatie ingewonnen bij het Justitieel Medisch Centrum. Daaruit is -kort gezegd- naar voren gekomen dat alle aandoeningen en beperkingen die zijn genoemd, zijn te behandelen/managen in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg. De reclassering concludeert dat er geen contra-indicaties aanwezig zijn voor het opleggen van een gevangenisstraf, ondanks dat er praktische zaken geregeld moeten worden.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de hiervóór beschreven houding van verdachte, is de rechtbank van oordeel dat enkel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur passend is. Zoals volgt uit de informatie van de reclassering staat de medische situatie van verdachte hieraan niet in de weg. De rechtbank zal verdachte veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden. Hiermee wordt naar het oordeel van de rechtbank voldoende rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, meer in het bijzonder zijn gevorderde leeftijd en gezondheidsproblematiek. Kijkende naar de straffen die doorgaans plegen te worden opgelegd voor ernstige zedenfeiten als hier aan de orde, zou immers zonder meer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van veel langere duur (dan 24 maanden) kunnen worden opgelegd.
7a. De beoordeling van de civiele vorderingen
De benadeelde partijen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [naam] (namens [slachtoffer 3] ) hebben zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding.
[slachtoffer 1] heeft een bedrag van € 12.141,70 gevorderd, bestaande uit materiële schade (€ 2.141,70) en immateriële schade (€ 10.000,-).
[slachtoffer 2] heeft een bedrag van € 7.229,74 gevorderd, bestaande uit materiële schade
(€ 229,74) en immateriële schade (€ 7.000,-).
[naam] heeft een bedrag van € 7.220,17 gevorderd, bestaande uit materiële schade
(€ 220,17) en immateriële schade (€ 7.000,-).
Alle drie de benadeelde partijen hebben verzocht om vergoeding van de schade vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen toewijsbaar zijn. Wellicht zou aan [slachtoffer 3] , vertegenwoordigd door [naam] , een iets lager bedrag aan immateriële schade kunnen worden toegekend, gelet op de aard van de handelingen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat verdachte een AOW-uitkering geniet en een klein pensioen heeft. Voor het overige heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen als gevolg van het bewezenverklaarde handelen schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Omdat de vorderingen niet zijn betwist en de gevorderde bedragen, die voldoende zijn onderbouwd, de rechtbank ook niet onredelijk voorkomen, worden de vorderingen in het geheel toegewezen.
Voor alle vorderingen geldt dat de gevorderde wettelijke rente over de immateriële schade toewijsbaar is vanaf de einddatum van de bewezenverklaarde periode en de wettelijke rente over de materiële schade vanaf 24 juni 2016.
De rechtbank ziet aanleiding om aan verdachte op basis van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen en daarbij te bepalen dat de hechtenis voor iedere vordering beperkt blijft tot één dag.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 24c, 36f, 55, 57, 244, 247, 248 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vierentwintig maanden;
 veroordeelt verdachte tot betaling van
schadevergoedingaan de
navolgende benadeelde partijenter hoogte van de hierna genoemde bedragen, telkens vermeerderd met de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden steeds begroot op nihil.
Benadeelde partij Bedrag

1. [slachtoffer 1] € 12.141,70, vermeerderd met de wettelijke rente over de immateriële schade (€ 10.000,-) vanaf 5 juni 2003 en de wettelijke rente over de materiële schade (€ 2.141,70) vanaf 24 juni 2016;

2. [slachtoffer 2] € 7.229,74, vermeerderd met de wettelijke rente over de immateriële schade (€ 7.000,-) vanaf 10 september 2006 en de wettelijke rente over de materiële schade (€ 229,74) vanaf 24 juni 2016;

3. [naam] € 7.220,17, vermeerderd met de wettelijke rente over de immateriële schade (€ 7.000,-) vanaf 31 oktober 2014 en de wettelijke rente over de materiële schade (€ 220,17) vanaf 24 juni 2016.

Legt aan verdachte tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen de voormelde bedragen te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt.
Benadeelde partij Bedrag Hechtenis

1. [slachtoffer 1] € 12.141,70, vermeerderd met 1 dag;

de wettelijke rente over de
immateriële schade (€ 10.000,-)
vanaf 5 juni 2003 en de wettelijke
rente over de materiële schade
(€ 2.141,70) vanaf 24 juni 2016

2.[slachtoffer 2] € 7.229,74, vermeerderd met de 1 dag;

wettelijke rente over de immateriële
schade (€ 7.000,-) vanaf 10 september
2006 en de wettelijke rente over de
materiële schade (€ 229,74) vanaf
24 juni 2016

3.[naam] € 7.220,17, vermeerderd met de 1 dag.

wettelijke rente over de immateriële
schade (€ 7.000,-) vanaf 31 oktober
2014 en de wettelijke rente over de
materiële schade (€ 220,17) vanaf
24 juni 2016
Bepaalt dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Kropman, voorzitter, mr. K.A.M. van Hoof en mr. M.W. Stoet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 november 2016.
mr. Van Hoof en mr. Stoet zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/740038-16
Uitspraak d.d.: 11 november 2016
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van 11 november 2016.
Tegenwoordig:
mr. , rechter,
mr. , officier van justitie,
en mr. , griffier.
De rechter doet de zaak uitroepen.
De verdachte, [verdachte] , is wel / niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De raadsvrouw, mr. Van der Burg, is wel/niet aanwezig.
De rechter spreekt het vonnis uit
en wijst verdachte op de mogelijkheid om binnen veertien dagen na heden hoger beroep tegen dit vonnis in te stellen.
Waarvan proces-verbaal,

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost Nederland, dienst Regionale Recherche, afdeling Thematische Opsporing, team Zeden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015597132-9, gesloten op 22 januari 2016, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 62,
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] p. 90.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 76.
5.Proces-verbaal van aangifte [naam] , p. 14.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 90-94.
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 63-66.
8.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 76-81.
9.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 67-69.
10.Verslag (verbatim) van het studioverhoor van [slachtoffer 3] , p. 26-52.
11.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 69-72.