Uitspraak
[veroordeelde]
1.De inhoud van de vordering
2.Het onderzoek ter terechtzitting
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat de draagkracht van veroordeelde nihil is en niet structureel zal verbeteren. Veroordeelde heeft een hoge schuld, geen werk of zicht op werk. Op dit moment, maar ook in de toekomst, zou de ontnemingsvordering daardoor niet (geheel) kunnen worden afbetaald. De raadsman verzoekt de rechtbank daarom de betalingsverplichting te matigen tot nihil, dan wel een matiging toe te passen die de rechtbank passend acht.
3.De beoordeling van de vordering
€ 1.106.644,29
€ 1.042.906,69.
De officier van justitie heeft gevorderd veroordeelde en mededader [mededader] voor het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel hoofdelijk aansprakelijk te stellen. Dergelijke hoofdelijkheid is mogelijk indien het verkregen wederrechtelijk verkregen voordeel als ‘gemeenschappelijk voordeel’ kan worden aangemerkt waarover ieder van de mededaders kan beschikken. Dit ‘gemeenschappelijk voordeel’ kan aan ieder van de mededaders voor het geheel worden toegerekend. De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een gemeenschappelijk voordeel. Veroordeelde voerde samen met [mededader] een gezamenlijke huishouding. [20] Veroordeelde woonde sinds ongeveer zeven jaar bij [mededader] aan de [adres 2] in Epe en wist van de hennepkwekerij. [21] Zij heeft verklaard dat de hennepkwekerij hun enige bron van inkomsten was en dat zij hiervan leefden. Alles werd van de opbrengsten uit de hennepkwekerij werd betaald. [22] Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat zowel [mededader] als veroordeelde kon beschikken over het wederrechtelijk verkregen voordeel.
4.De toegepaste wettelijke bepalingen
5.De beslissing
€ 1.042.906,69 (zegge: éénmiljoentweeënveertigduizendnegenhonderdzes euro en negenenzestig cent);
€ 1.042.906,69 (zegge: éénmiljoentweeënveertigduizendnegenhonderdzes euro en negenenzestig cent);